<Resultaat 567 van 2074

>

p1+ Loué Soit Jésus-Christ
Bon Monsieur,

Je viens en toute confiance vous prier de vouloir faire un compliment de fête pour le jour de nom de notre Curé. Je sais que vous êtes surchargé, cependant je ne vous importune qu'une fois l'an et j'ose espérer que vous ne me refuserez pas.

Tout en vous remerciant par avance je vous présente l'hommage
p2
de mon respect
La Soeur Supérieure
du Couvent Puits St Jean.
14 Juin 1882

La fête a lieu en quinze jours[1]

p2

Noten

[1] Leo Vandewalles naamfeest was op 3 juli (Heilige Leo). Hij werd jaarlijks gevierd in die periode, vaak met een feestgedicht van Gezelle. Het album van Zuster Marie Stanislas vermeldt 23 juni, maar dat is waarschijnlijk niet correct, zie J. Boets en L. Danhieux, Gezelschapspoëzie. In: Gezelliana: 9 (1978) 2-3, 46.
oolyk Dit woord heeft diverse betekenissen, waaronder ‘slecht’, bijvoorbeeld in de zin van ‘verouderd’, ‘bedorven’ of ‘lui’. (WNT)Weet-je wel da je me nen oolike cens gegeven hebtZe was louter gekuld met heur oolik been Dit woord heeft diverse betekenissen, waaronder ‘slecht’, bijvoorbeeld in de zin van ‘verouderd’, ‘bedorven’ of ‘lui’. (WNT)

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVan Gillewe, Octavie; Zuster Marie-Stanislas
Datums° Zarren, 03/11/1836 - ✝ Kortrijk, 12/05/1891
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; kloosteroverste
BioOctavie Van Gillewe werd geboren te Zarren op 3 november 1836 als de dochter van herbergier Carolus Van Gillewe (°Hooglede, 18/11/1782) en Barbara Constantia Tuytten (°Zarren, 22/02/1796). Ze trad in bij de Zusters van Liefde te Heule in 1857 en werd geprofest in 1859. Haar kloosternaam was Marie-Stanislas. Op 19 augustus 1871 werd ze aangesteld als overste van het bijhuis in de Kortrijkse wijk Overleie, het Klooster van Sint-Jansput op de Sint-Elooisparochie waaraan ook een school verbonden was. Gezelle had een nauwe band met haar en de instellingen. Hij dichtte tal van gelegenheidsgedichten zoals 'Uw feestdag moeder Euverste, is' en 'Jubilé was rust te zeggen' waarvan ze een afschrift bewaarde in een album. Ze overleed in 1891 en werd opgevolgd door haar nicht Zuster Salomé..
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten

Briefschrijver

NaamVan Gillewe, Octavie; Zuster Marie-Stanislas
Datums° Zarren, 03/11/1836 - ✝ Kortrijk, 12/05/1891
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; kloosteroverste
BioOctavie Van Gillewe werd geboren te Zarren op 3 november 1836 als de dochter van herbergier Carolus Van Gillewe (°Hooglede, 18/11/1782) en Barbara Constantia Tuytten (°Zarren, 22/02/1796). Ze trad in bij de Zusters van Liefde te Heule in 1857 en werd geprofest in 1859. Haar kloosternaam was Marie-Stanislas. Op 19 augustus 1871 werd ze aangesteld als overste van het bijhuis in de Kortrijkse wijk Overleie, het Klooster van Sint-Jansput op de Sint-Elooisparochie waaraan ook een school verbonden was. Gezelle had een nauwe band met haar en de instellingen. Hij dichtte tal van gelegenheidsgedichten zoals 'Uw feestdag moeder Euverste, is' en 'Jubilé was rust te zeggen' waarvan ze een afschrift bewaarde in een album. Ze overleed in 1891 en werd opgevolgd door haar nicht Zuster Salomé..
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamVan De Walle, Leo
Datums° Aarsele, 02/07/1832 - ✝ Gullegem, 02/01/1906
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; pastoor; subregent
BioLeo Van de Walle werd geboren te Aarsele op 2 juli 1832. Hij was de zoon van Bernard, landbouwer, en Anne-Marie Van den Driessche. In 1857 was hij subregent aan het college van Diksmuide. Hij werd tot priester gewijd op 19 oktober 1857 te Brugge. Hij was achtereenvolgens onderpastoor te Veurne (vanaf 27 augustus 1860), te Handzame (vanaf 23 december 1861) en te Ingelmunster (vanaf 22 april 1865). Op 6 september 1877 werd hij de eerste pastoor van de Sint-Elooisparochie te Kortrijk. Hij liet er de oude kapel vervangen door een nieuwe kerk. Deze werd gewijd op de feestdag van St. Elooi op 1 december 1886. Ter gelegenheid van zijn verjaardag schreef Guido Gezelle op 4 juli 1886 over hem het gedicht ''t Is wonder, 'k heb het nog gezeid'. Gezelle besteld ook een revolver voor hem bij zijn broer Romaan. Op 11 november 1891 werd Leo Van de Walle pastoor van de Sint-Amandskerk te Gullegem, hij bleef er tot zijn overlijden op 2 januari 1906.
Links[odis]
Relatie tot Gezellegelegenheidsgedichten
NaamVan Gillewe, Octavie; Zuster Marie-Stanislas
Datums° Zarren, 03/11/1836 - ✝ Kortrijk, 12/05/1891
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; kloosteroverste
BioOctavie Van Gillewe werd geboren te Zarren op 3 november 1836 als de dochter van herbergier Carolus Van Gillewe (°Hooglede, 18/11/1782) en Barbara Constantia Tuytten (°Zarren, 22/02/1796). Ze trad in bij de Zusters van Liefde te Heule in 1857 en werd geprofest in 1859. Haar kloosternaam was Marie-Stanislas. Op 19 augustus 1871 werd ze aangesteld als overste van het bijhuis in de Kortrijkse wijk Overleie, het Klooster van Sint-Jansput op de Sint-Elooisparochie waaraan ook een school verbonden was. Gezelle had een nauwe band met haar en de instellingen. Hij dichtte tal van gelegenheidsgedichten zoals 'Uw feestdag moeder Euverste, is' en 'Jubilé was rust te zeggen' waarvan ze een afschrift bewaarde in een album. Ze overleed in 1891 en werd opgevolgd door haar nicht Zuster Salomé..
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten

Naam - instituut/vereniging

NaamCongregatie van de Zusters van liefde Heule, bijhuis Sint-Jansput Kortrijk
BeschrijvingOp 17 augustus 1871 stichtten de Zusters van Liefde uit Heule een bijhuis in de Kortrijkse wijk Overleie, vernoemd naar de locatie Sint-Jansput. Bij het klooster hoorde ook een meisjesschool. In feite ging het om een overname van een school die in 1842 gesticht was door de Dames van Sint-Niklaas. Behalve onderwijs was er ook een nauwe band met de jonge Sint-Elooisparochie. In 1906 verhuisde het klooster naar de Rekollettenstraat 48, waar het nog altijd gevestigd is.
Datering1871-heden
Links[odis]

Titel - gedicht van Guido Gezelle

TitelSint Leo, met zijn Pausenstaf
PublicatieVerzameld dichtwerk, deel VIII, p. 52

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Van Gillewe, Octavie

Correspondenten

Gezelle, Guido
Van Gillewe, Octavie

Naam - instituut/vereniging

Congregatie van de Zusters van liefde Heule, bijhuis Sint-Jansput Kortrijk

Naam - persoon

Van De Walle, Leo
Van Gillewe, Octavie

Plaats van verzending

Kortrijk

Titel - gedicht van Guido Gezelle

Sint Leo, met zijn Pausenstaf

Titel14/06/1882, [Kortrijk], [Octavie van Gillewe (= Zuster Marie Stanislas)] aan [Guido Gezelle]
EditeurCalis Koen; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[van Gillewe, Octavie]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum14/06/1882
VerzendingsplaatsKortrijk (Kortrijk)
AnnotatieAdressant, adressaat en plaats gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens ; Zuster Marie Stanislas = Octavie van Gillewe.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 131x101
wit, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, purperen inkt
Staat volledig: licht tekstverlies door wegsnijden linker- en rechterkant zijrand
Toevoegingen op zijde 2 onderaan: taalkundige notities: oolyk // weet-je wel da je me nen oolike cens gegeven hebt // Ze was louter gekuld met heur oolik been (inkt, omgekeerd, hand G.G.); alle zijden met inkt doorgehaald
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3322, O fiche 21
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|15564
Inhoud
IncipitJe viens
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.