p1
Leuven, 28 April 1879.
Zeer Eerwaarde Heer,
Het voorloopig programma der Feestvergadering[1] van het Davidsfonds gedurende de Sinxendagen te Leuven is u waarschijnlijk toegekomen.
De Feestcommissie houdt zich bezig met het opstellen van het volledig programma, en zij wenscht ten zeerste dat het haar veroorloofd ware u voor het voordragen van een gedicht[2] in de algemeene vergadering op te schrijven. In haren naam richt ik mijp2tot u, Zeer Eerwaarde Heer, en verzoek u mij vóór 6 mei aanstaande den titel te willen mededeelen van het gedicht dat ge in onze vergadering zult voordragen.
Aanvaard, Zeer Eerwaarde Heer, de verzekering mijner bijzondere hoogachting
De voorzitter der Feestcommissie
P Willems
Brusselsche straat, 192.