Hiernevens heb ik de eer U mijn werkje te zenden Verschil in uitspraak enz.
Ik ben tegenwoordig bezig te werken aan eene Bloemlezing, tegelijk met mijnen professor den eerw. heer J. Muyldermans, die over een jaar omtrent het genoegen gehad heeft met u persoonlijk kennis te maken. In mijnen en zijnen naam vraag ik u de toelating om er eenige van uwe gedichten in over te nemen.[1]
…
In Loquela, bl. 12, lees ik eenen zeer geleerden en belangrijken artikel[2] over ‘t woord frelater, waar dat spraak is van “een schip verlaten = door ‘t verlaat (nu ‘t sas) laten”. Dat woord verlaat wordt hier nog altijd gebruikt. In den Nieuwen School- en letterbode (1876, bl. 108) schreef ik een artikelken[3] over Aardrijkskunde, waar het volgende in voorkwam: “De deuren (van ‘t sas) laten de schepen in of uit. In elke dubbele deur is er van onder een klein schof of verlaat, waar het sas mêe vol of leeg loopt.”