<Resultaat 1705 van 2349

>

p1
Mynheer den paster

Richard Callens, is niet bekan[1] om te komen naer deleeling[2] gy is ziek in zyn hoofd

vrouw callens
p2

Noten

[1] Vermoedelijk wil Philomène ‘bekwaam’ schrijven maar wist ze niet hoe ze dit woord moest spellen, vandaar ook de eerdere doorstreping van dit woord.
[2] Foutief voor ‘de leering”. (Het uit het hoofd opzeggen van de catechismus vooraleer de Plechtige Communie kon gebeuren. (Het Vlaams Woordenboek)). De brief zou dan geschreven zijn in 1893 toen Richard 12 jaar was.
eeger z. Zie. heeger Zie.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamDen Reep, Philomène Frederique
Datums° Ingooigem, 07/03/1841 - ✝ Kortrijk, 17/04/1915
GeslachtVrouwelijk
BioPhilomène Frederique Den Reep werd geboren in Ingooigem op 7 maart 1841 als dochter van Leon Den Reep (1808-1881) en Virginie Delbarre (1814-1849). Ze huwde met Ivon Casimir Callens op 11 augustus 1875 te Kortrijk. Het echtpaar woonde vanaf 1876 in de Voorstraat in Kortrijk. Philomène was de zuster van Coleta Cordula Den Reep (1843-1918) die huwde met Jules Felix Staelens (1830-1906). Zij waren de ouders van Alida Maria Philomena Staelens (1879-1975), de echtgenote van Frank Lateur (Stijn Streuvels), neef van Gezelle. Het was via de familie Callens dat Frank Lateur bij de familie Staelens kwam en daar Alida leerde kennen. Philomène Den Reep overleed in Kortrijk op 17 april 1915.

Briefschrijver

NaamDen Reep, Philomène Frederique
Datums° Ingooigem, 07/03/1841 - ✝ Kortrijk, 17/04/1915
GeslachtVrouwelijk
BioPhilomène Frederique Den Reep werd geboren in Ingooigem op 7 maart 1841 als dochter van Leon Den Reep (1808-1881) en Virginie Delbarre (1814-1849). Ze huwde met Ivon Casimir Callens op 11 augustus 1875 te Kortrijk. Het echtpaar woonde vanaf 1876 in de Voorstraat in Kortrijk. Philomène was de zuster van Coleta Cordula Den Reep (1843-1918) die huwde met Jules Felix Staelens (1830-1906). Zij waren de ouders van Alida Maria Philomena Staelens (1879-1975), de echtgenote van Frank Lateur (Stijn Streuvels), neef van Gezelle. Het was via de familie Callens dat Frank Lateur bij de familie Staelens kwam en daar Alida leerde kennen. Philomène Den Reep overleed in Kortrijk op 17 april 1915.

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamCallens, Richard Jean Joseph Marie
Datums° Kortrijk, 31/07/1881 - ✝ Kortrijk, 23/12/1970
GeslachtMannelijk
Beroepvlashandelaar
BioRichard Callens werd geboren in Kortrijk op 31 juli 1881 als zoon van Ivon Casimir Callens (Lendelede, 1847 – Kortrijk, 1918) en Philomène Frederique Den Reep (Ingooigem, 1841 – Kortrijk, 1915). Als kind was hij 'in de leering’ bij Guido Gezelle voor zijn communie. Hij werd vlashandelaar en trouwde op 18 oktober 1927 in Ardooie met Maria D'Huvettere (Ruiselede 1892 – Kortrijk 1986). Het echtpaar kreeg drie kinderen. Richard overleed te Kortrijk op 23 december 1970.
BronnenHedwig Speliers, Dag Streuvels. 'Ik ken den weg alleen', p.246-247; Rijksarchief https://www.stamboomonderzoek.com/luc1961/getperson.php?personID=I101205&tree=luc1961
NaamDen Reep, Philomène Frederique
Datums° Ingooigem, 07/03/1841 - ✝ Kortrijk, 17/04/1915
GeslachtVrouwelijk
BioPhilomène Frederique Den Reep werd geboren in Ingooigem op 7 maart 1841 als dochter van Leon Den Reep (1808-1881) en Virginie Delbarre (1814-1849). Ze huwde met Ivon Casimir Callens op 11 augustus 1875 te Kortrijk. Het echtpaar woonde vanaf 1876 in de Voorstraat in Kortrijk. Philomène was de zuster van Coleta Cordula Den Reep (1843-1918) die huwde met Jules Felix Staelens (1830-1906). Zij waren de ouders van Alida Maria Philomena Staelens (1879-1975), de echtgenote van Frank Lateur (Stijn Streuvels), neef van Gezelle. Het was via de familie Callens dat Frank Lateur bij de familie Staelens kwam en daar Alida leerde kennen. Philomène Den Reep overleed in Kortrijk op 17 april 1915.

Titelxx/xx/[1893], [Kortrijk], [Philomène Frederique Den Reep] (= mevrouw Philomène Callens) aan [Guido Gezelle]
EditeurKarel Platteau; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Den Reep, Philomène Frederique]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatumxx/xx/[1893]
VerzendingsplaatsKortrijk (Kortrijk)
AnnotatieAdressaat en plaats gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens; jaartal gereconstrueerd op basis van de brieftekst: zoon Richard Callens gaat naar leering bij Gezelle en is bijgevolg 12 jaar (geboren op 31/07/1881)
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 85x132
wit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat fragment: rechterkant van vel ontbreekt
Toevoegingen op zijde 2 rechts: taalkundige notities: eeger z. heeger (inkt, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3586, eeger
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|16034
Inhoud
IncipitMynheer den paster
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.