<Resultaat 626 van 2074

>

p1+
Zeer Eerweerde Heer,

Ik heb uwen brief dezen morgen ontvangen en aanstonds, met goeden uitslag, schikkingen genomen om die voordracht door eene andere te vervangen.

Wij hopen Ued. toekomende winter te ontvangen.

Aanveerd, eerweerde Heer, de verzekeringe mijner hooge achting.

Noten

hand aan hand by een 288 Elias 1632

Register

Correspondenten

NaamDehulster, Arsène
Datums° Roeselare, 13/02/1847 - ✝ Kortrijk, 01/11/1917
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; schooldirecteur; pastoor; deken
BioArsenius Dehulster, zoon van Zacheus Dehulster, handelaar, en Julia Vandemaele, werd leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge (15/09/1870). Op 17/12/1870 ontving hij zijn priesterwijding te Brugge. Vervolgens werd hij leraar aan het college te Kortrijk (12/04/1872). Hij werd benoemd tot principaal van het college te Nieuwpoort op 12/06/1879. Hij was er eveneens secretaris van de lokale afdeling van het Davidsfonds. Hij keerde terug naar Kortrijk waar hij op 11/06/1886 principaal van het college werd. Hij werd pastoor te Wevelgem op 30/08/1893. Voor zijn inhuldiging op 13 september als pastoor te Wevelgem schreef Gezelle 16 rijmende opschriften (Welgekomen, zeer eerweerde,) die de straten en de huizen bij de inhuldiging versierden. De opschriften werden ook gepubliceerd in de Gazette van Kortrijk (21/09/1893) onder de titel Naklanken der Feeste van Wevelghem. Later werd Dehulster pastoor-deken te Poperinge (08/05/1901) en te Kortrijk, Sint-Maartenskerk (19/02/1909), waar hij schielijk in zijn kerk overleed.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedicht
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamDehulster, Arsène
Datums° Roeselare, 13/02/1847 - ✝ Kortrijk, 01/11/1917
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; schooldirecteur; pastoor; deken
BioArsenius Dehulster, zoon van Zacheus Dehulster, handelaar, en Julia Vandemaele, werd leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge (15/09/1870). Op 17/12/1870 ontving hij zijn priesterwijding te Brugge. Vervolgens werd hij leraar aan het college te Kortrijk (12/04/1872). Hij werd benoemd tot principaal van het college te Nieuwpoort op 12/06/1879. Hij was er eveneens secretaris van de lokale afdeling van het Davidsfonds. Hij keerde terug naar Kortrijk waar hij op 11/06/1886 principaal van het college werd. Hij werd pastoor te Wevelgem op 30/08/1893. Voor zijn inhuldiging op 13 september als pastoor te Wevelgem schreef Gezelle 16 rijmende opschriften (Welgekomen, zeer eerweerde,) die de straten en de huizen bij de inhuldiging versierden. De opschriften werden ook gepubliceerd in de Gazette van Kortrijk (21/09/1893) onder de titel Naklanken der Feeste van Wevelghem. Later werd Dehulster pastoor-deken te Poperinge (08/05/1901) en te Kortrijk, Sint-Maartenskerk (19/02/1909), waar hij schielijk in zijn kerk overleed.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedicht

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamNieuwpoort
GemeenteNieuwpoort

Naam - plaats

NaamNieuwpoort
GemeenteNieuwpoort

Titel - ander werk

TitelHet Leven Van de Eerweerdighe Moeder Anna de S. Bartholomaeo Ongheschoeyde carmelitersse. Het welck sy selver….heeft beschreven, ende uyt het Spaensch in ’t Nederlandtsch is overgheset
AuteurElias Van S. Teresa (=J.B. Wils)
Datum1632
PlaatsAntwerpen
UitgeverHendrick Aertssens

Titel16/01/1883, Nieuwpoort, [Arsène Dehulster] aan [Guido Gezelle]
EditeurEls Depuydt
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Dehulster, Arsène]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum16/01/1883
VerzendingsplaatsNieuwpoort (Nieuwpoort)
AnnotatieAdressant gerconstrueerd op basis van het handschrift ; adressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 99x125
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat fragment: onderkant en stukje rechterkant van vel ontbreken
Toevoegingen op zijde 2 rechts: taalkundige notities: hand aan hand by een 288 Elias 1632 (inkt, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3587, hand aan hand
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|16124
Inhoud
IncipitIk heb uwen brief dezen morgen ontvang[en]
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.