…
een ellendig leên (lombes)
Henneteenen: fruittakken van oude peerlaars, waar beurzen op beurzen[1] gegroeid zijn: 'k hen dien perelare doen kandelaren, 't waren al henneteentakken.
't Zijn al nesten, zei Fack, en de katte jongde in zijn pruike.[2]
Schuifeletten = prullen: Zwijg maar, 't zijn al schuifeletten
Stille en voorzichtig, zei Polleflietje, en hij spande zijn peerd in met twee wissen.[3]
malen en dalen, hazeje spelen[4] (waaraan er eene knoddige aftellinge aan vast is), bolleje rapzaad, katje grammaat, zarre knippelen, zeuge jagen, den derde man verjagen, andjoen reesemen, boer smijten enz
---
Bedank u uit ganscher herten over 't vernis dat gij op mijn vers gestreken hebt.[5] De kleine veranderingen die ik heb durven aan 't uwe doen waren uit reden 1o van betere verstaanbaarheid: onte,[6] leiser enz. 2o van samenknooping der strofen 3o voor meer regelmatige gang in 't gedicht. Gij zult verstaan dat al … daaraan vreemd is
…