<Resultaat 1852 van 2074

>

p1

Meer dan ooit zal het mij eene zoete plicht wezen, elken dag aan den voet van het H. Altaar den Algoede te smeeken, dat Hij zijne beste zegeningen over U late neêrdalen, Zeer Eerweerde Heer en Hoog geachte Voorstaander en Beschermer der lieve Vlaamsche taal, ten einde U allerlei welvaren en genoegen door den Hemel worde geschonken

achting zullen wij hopen en voor U bidden,

Uwen Heilige zegen afsmeekende zijn wij

Uwe dankbare dienares
Zter Margareta Germonprez
p2

Noten

trekt uw plan Onderstreping van Guido Gezelle in blauw potlood.= ziet dat ge u uit den nesten helptSoldatentaleBr. Broeder. Petr. AlcantaraRecollect Thielt Onderstreping van Guido Gezelle in blauw potlood. Broeder.

Register

Correspondenten

NaamGermonprez, Mathilde; Germonprez, Margareta (zuster)
Datums° Nukerke, 1838 - ✝ Staden, 22/06/1912
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; onderwijzeres
BioMathilde Germonprez werd geboren in Nukerke in 1838 als dochter van gemeenteonderwijzer Pierre Amand Germonprez (Kerkhove 1803 – Staden 1887) en zijn tweede echtgenote Barbara Vanhoutte (Anzegem 1812 – Staden 1895). Mathilde behaalde in 1858 haar diploma aan de normaalschool van Gent en werd hulponderwijzeres in de gemeenteschool van haar vader. Ze was ontwikkeld en nam deel aan de activiteiten van de lokale Davidsfondsafdeling te Oudenaarde. Na zijn pensioen trad ze in 1880 onder de kloosternaam Margaretha in bij de Congregatie van de Zusters Maricolen van Staden die sterk inzetten op onderwijs. Haar zuster Maria Julia (kloosternaam Josephine) was er overste. In 1889 vroeg Mathilde Guido Gezelle om een gedicht te schrijven voor het huwelijk van haar jongste zuster Marie Odilie Germonprez met schoolmeester Joseph Maria Vermersch in Staden op 27 november 1889. Marie Odilie gaf als leek les aan het klooster in Staden. Zuster Margareta overleed in Staden op 21 juni 1912.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent, aanvrager gelegenheidsgedicht
BronnenA. Derudder, 150 jaar Zrs Maricolen Staden. 1832-1982. S.l., 1982, 12
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamGermonprez, Mathilde; Germonprez, Margareta (zuster)
Datums° Nukerke, 1838 - ✝ Staden, 22/06/1912
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; onderwijzeres
BioMathilde Germonprez werd geboren in Nukerke in 1838 als dochter van gemeenteonderwijzer Pierre Amand Germonprez (Kerkhove 1803 – Staden 1887) en zijn tweede echtgenote Barbara Vanhoutte (Anzegem 1812 – Staden 1895). Mathilde behaalde in 1858 haar diploma aan de normaalschool van Gent en werd hulponderwijzeres in de gemeenteschool van haar vader. Ze was ontwikkeld en nam deel aan de activiteiten van de lokale Davidsfondsafdeling te Oudenaarde. Na zijn pensioen trad ze in 1880 onder de kloosternaam Margaretha in bij de Congregatie van de Zusters Maricolen van Staden die sterk inzetten op onderwijs. Haar zuster Maria Julia (kloosternaam Josephine) was er overste. In 1889 vroeg Mathilde Guido Gezelle om een gedicht te schrijven voor het huwelijk van haar jongste zuster Marie Odilie Germonprez met schoolmeester Joseph Maria Vermersch in Staden op 27 november 1889. Marie Odilie gaf als leek les aan het klooster in Staden. Zuster Margareta overleed in Staden op 21 juni 1912.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent, aanvrager gelegenheidsgedicht
BronnenA. Derudder, 150 jaar Zrs Maricolen Staden. 1832-1982. S.l., 1982, 12

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Naam - persoon

NaamGermonprez, Mathilde; Germonprez, Margareta (zuster)
Datums° Nukerke, 1838 - ✝ Staden, 22/06/1912
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; onderwijzeres
BioMathilde Germonprez werd geboren in Nukerke in 1838 als dochter van gemeenteonderwijzer Pierre Amand Germonprez (Kerkhove 1803 – Staden 1887) en zijn tweede echtgenote Barbara Vanhoutte (Anzegem 1812 – Staden 1895). Mathilde behaalde in 1858 haar diploma aan de normaalschool van Gent en werd hulponderwijzeres in de gemeenteschool van haar vader. Ze was ontwikkeld en nam deel aan de activiteiten van de lokale Davidsfondsafdeling te Oudenaarde. Na zijn pensioen trad ze in 1880 onder de kloosternaam Margaretha in bij de Congregatie van de Zusters Maricolen van Staden die sterk inzetten op onderwijs. Haar zuster Maria Julia (kloosternaam Josephine) was er overste. In 1889 vroeg Mathilde Guido Gezelle om een gedicht te schrijven voor het huwelijk van haar jongste zuster Marie Odilie Germonprez met schoolmeester Joseph Maria Vermersch in Staden op 27 november 1889. Marie Odilie gaf als leek les aan het klooster in Staden. Zuster Margareta overleed in Staden op 21 juni 1912.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent, aanvrager gelegenheidsgedicht
BronnenA. Derudder, 150 jaar Zrs Maricolen Staden. 1832-1982. S.l., 1982, 12
Naamd' Alcantara, Petrus; Toussaint, Eugeen Louis
Datums° Menen, 11/02/1858 - ✝ Schaarbeek, 25/11/1921
GeslachtMannelijk
Beroepbroeder; priester; leraar; novicenmeester; auteur; dichter
BioEugeen Toussaint werd op 20/08/1883 tot priester gewijd te Brugge. In 1883 werd hij leraar van de syntaxis (3de Latijnse), grammatica (4de) en Engelse taal aan het college van Poperinge. Vervolgens was hij vanaf 1887 leraar grammatica en Engels en bibliothecaris aan het Sint-Lodewijkscollege van Brugge. In februari 1892 werd hij onderpastoor van St.-Bertinus te Poperinge. Vervolgens deed hij zijn intrede bij de Minderbroeders te Tielt waar hij eerst tijdelijk op 14/07/1903 en later op 16/07/1906 zijn professie ontving. Zijn broedernaam was Petrus d' Alcantara. Naast lector in het Minderbroederhuis te Reckheim was hij ook novicenmeester en bestuurder van de jonge kloosterlingen. Hij was ook actief als auteur en dichter. Hij publiceerde o.m. "Godwin en Adeltrude, of de zendeling: heldendicht" (Ieper, Callewaert - De Meulenaere, 1897.)
Links[odis]

Naam - plaats

NaamTielt
GemeenteTielt

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Germonprez, Mathilde

Correspondenten

Germonprez, Mathilde
Gezelle, Guido

Naam - persoon

Germonprez, Mathilde
d' Alcantara, Petrus

Naam - plaats

Tielt

Titels.d., s.l., (Zuster) Margareta Germonprez aan [Guido Gezelle]
EditeurRik Van Gorp; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderGermonprez, Mathilde
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatums.d.
Verzendingsplaatss.l.
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 102x131
wit, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven; zijde 1 horizontaal en verticaal beschreven, inkt
Staat fragment: onderkant en stukje rechterkant van vel ontbreken
Toevoegingen op zijde 2 rechts: taalkundige notities (inkt en blauw potlood, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3586, trekt uw plan
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|16262
Inhoud
IncipitMeer dan ooit zal het mij eene
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.