<Resultaat 682 van 2074

>

p1

strange[1] Verordening van 1767 “voor de goede regie der vrye Visscherye ... van Blanckenberghe”, in La Flandre, 1876, blz. 432:

“Sonder nogtans dat men sal vermogen voor de gemelde “ure van het strange af-te-vaeren ...”

Van daar Strangebaes:

Volgens de benoemingsbrieven van J. d. P., als opzichter der zeewerken van het Brugsche Vrije, 1776, moest deze het toezicht hebben over den Strangebaes, die aangesteld was tot het bewaren van het hout voor gemelde werken noodig. (L. Gilliodts-van Severen, Coutumes du Franc de Bruges, t. III, blz. 239.)”

Ontheffen[2] Audenaerdsche Mengelingen, d. IV., blz. 434. In eene zoending over doodslag leest men: “Item noch werdt den perpetrant (deze die de moord op Gillis van Huusse gepleegd had) ghehauden den montsoendere (Joos van Huusse, zone ende montsoendere van den voors. Gillis sinen vadere) te ontheffene van den meester chyrurgien.” ld est[3] Ontslaan van de onkosten van chirurgien.

Costume van Eecloo, art. XLVJ: “Mitsgaders oock dese t' ontheffen van het interest dat die soude komen te lyden...”

Costume van Bouchaute, rubr. XVI, art. XLVIJ: “Den houder ofte houderigge (de overlevende man of vrouwe) hem vindende geexecuteert uyt krachte van condemnatie gegeven tegens 't hoir hem gegarandeert hebbende, ende niet ontheffende volgende den selven garrante ende condemnatie, vermagh syne beschaethede te haelen... op…" p2

p3

In het lied Waar kunnen wij nu beter zijn, zingt men[4]

Daer dragen wij (een / den ?) pluim op den hoed;

Nu, in eene policie-verordening, den 6 mei 1682, door het magistraat van het Brugsche Vrije uitgezonden, lees ik, art. XXXV: "Ende om te beletten de menigvuldige doodslagen, den meerderen deel geschiedende in tavernen..., soo wordt... verboden te comen in tavernen... met rapier, poignaert...., ofte oock te draghen Pluymen op den hoet, ofte Pluymen te trecken, te stellen, ofte te doen eenige ander saeken, daer door jemand tot twist soude mogen verweckt worden, insgelycx op gestelde Pluymen, ofte diergelijcke saeken te plucken...., al op de boete van...." (Les Coustumes et loix de Flandre, Cambray, 1719, tome II, blz. 99 van de Costume van het Vrije.)

Staat dat "Draghen Pluymen op den hoet" in verband met het volkslied, en kan mij iemand iets aanbrengen tot verklaring van lied en van aangehaalde verordening?

Edw. Gailliard

Noten

[1] Deze reactie op Gezelles artikel "Verstrangen". In: Loquela: 3 (Kerstmaand 1883) 8, p.60-6 werd met aanpassingen opgenomen in ”Zantekoorn” in: Loquela: 3 (januari 1884) 9, p.69.
Na zijn toevoegingen geeft Gezelle met een lijn aan dat de tekst doorloopt, zoals die in Loquela zal verschijnen. Hieronder volgt een streep van Guido Gezelle. Tekst opgenomen met aanpassingen in ”Bleevelingen” in: Loquela: 3 (januari 1884) 9, p.71. Na zijn toevoeging geeft Gezelle met een lijn aan dat de tekst doorloopt, zoals die in Loquela zal verschijnen. Hieronder volgt een streep van Guido Gezelle.
[2] Deze reactie op ”ontheffen” in ”Zantekoorn” in: Loquela: 3 (Kerstmaand 1883) 8, p.58 werd opgenomen met aanpassingen in ”Zantekoorn” in: Loquela: 3 (januari 1884) 9, p.68.

Vanaf hier voegt Gezelle de streepjes op de t’s van Gailliard toe (ook op p.3)

[3] Dat is
ontheffen
[4] Tekst opgenomen met aanpassingen in “Tegenkomsten” in: Loquela: 3 (januari 1884) 9, p72.
pluim

Register

Correspondenten

NaamGailliard, Edward Louis
Datums° Brugge, 04/07/1841 - ✝ Brugge, 29/07/1922
GeslachtMannelijk
Beroepboekhandelaar-uitgever; archivaris; historicus; taalkundige
BioGailliard ging naar het Sint-Lodewijkscollege (Brugge) en het kleinseminarie te Roeselare, waar hij les kreeg van Guido Gezelle. Toen zijn vader in 1864 stierf, nam hij diens drukkerij-boekbinderij over. Bij hem verschenen Rond den Heerd, La Flandre, De Halletoren en vele andere tijdschriften en boeken. Hij schreef samen met Gilliodts een Table analytique en een Glossaire Flamand. In december 1884 werd hij rijksarchivaris te Brugge. Hij was stichtend lid van de Koninklijke Academie voor Vlaamse Taal- en Letterkunde (08/07/1886) en secretaris van haar Bestendige Commissie voor Middelnederlandse Letterkunde. Van 1894 tot 1905 werkte hij aan De Keure van Hazebroek (5 delen).
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); correspondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; oud-leerling van Gezelle; uitgever van Rond den Heerd
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamGailliard, Edward Louis
Datums° Brugge, 04/07/1841 - ✝ Brugge, 29/07/1922
GeslachtMannelijk
Beroepboekhandelaar-uitgever; archivaris; historicus; taalkundige
BioGailliard ging naar het Sint-Lodewijkscollege (Brugge) en het kleinseminarie te Roeselare, waar hij les kreeg van Guido Gezelle. Toen zijn vader in 1864 stierf, nam hij diens drukkerij-boekbinderij over. Bij hem verschenen Rond den Heerd, La Flandre, De Halletoren en vele andere tijdschriften en boeken. Hij schreef samen met Gilliodts een Table analytique en een Glossaire Flamand. In december 1884 werd hij rijksarchivaris te Brugge. Hij was stichtend lid van de Koninklijke Academie voor Vlaamse Taal- en Letterkunde (08/07/1886) en secretaris van haar Bestendige Commissie voor Middelnederlandse Letterkunde. Van 1894 tot 1905 werkte hij aan De Keure van Hazebroek (5 delen).
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); correspondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; oud-leerling van Gezelle; uitgever van Rond den Heerd
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamGailliard, Edward Louis
Datums° Brugge, 04/07/1841 - ✝ Brugge, 29/07/1922
GeslachtMannelijk
Beroepboekhandelaar-uitgever; archivaris; historicus; taalkundige
BioGailliard ging naar het Sint-Lodewijkscollege (Brugge) en het kleinseminarie te Roeselare, waar hij les kreeg van Guido Gezelle. Toen zijn vader in 1864 stierf, nam hij diens drukkerij-boekbinderij over. Bij hem verschenen Rond den Heerd, La Flandre, De Halletoren en vele andere tijdschriften en boeken. Hij schreef samen met Gilliodts een Table analytique en een Glossaire Flamand. In december 1884 werd hij rijksarchivaris te Brugge. Hij was stichtend lid van de Koninklijke Academie voor Vlaamse Taal- en Letterkunde (08/07/1886) en secretaris van haar Bestendige Commissie voor Middelnederlandse Letterkunde. Van 1894 tot 1905 werkte hij aan De Keure van Hazebroek (5 delen).
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); correspondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; oud-leerling van Gezelle; uitgever van Rond den Heerd
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Naam - plaats

NaamBlankenberge
GemeenteBlankenberge

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelLoquela
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelLa Flandre : revue des monuments d'histoire et d'antiquités
Datum1867-1885
PlaatsBrugge
UitgeverEdw. Gailliard & Cie
TitelLes coustumes et loix des villes et des chastellenies du comté de Flandre traduites en françois.
AuteurLe Grand, Alexandre
Datum1719
PlaatsCambrai
Uitgeverchez Nicolas-Joseph Douilliez
TitelAudenaerdsche mengelingen
AuteurVan Lerberghe, Lodewyk en Ronsse, Jozef
Datum1845-1850
PlaatsAudenaerde
UitgeverVan Peteghem-Ronsse
TitelCoutume du Franc de Bruges
AuteurGilliodts-Van Severen, Louis
Datum1879-1880
PlaatsBrussel
UitgeverGobbaerts
TitelCostumen van den ambachte van Bouchaute
AuteurGeheime Raad
Datum1775
PlaatsGendt
UitgeverPetrus de Goesin
TitelCostvmen ende vsantien der stede vryhede ende kevre van Eecloo ende prochie van Lembeke.
AuteurGeheime Raad
Datum1621
PlaatsGendt
UitgeverIan vanden Steene

Titelxx/[12/1883], [Brugge], Edward Louis Gailliard aan [Guido Gezelle]
EditeurKoen Calis; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2022
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderGailliard, Edward Louis
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatumxx/[12/1883]
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieDatum gereconstrueerd op basis van de briefinhoud: snelle reactie op decembernummer van Loquela 1883, gepubliceerd in het januarinummer; plaats ereconstrueerd op basis van contextuele gegevens ; adressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Gepubliceerd inTegenkomsten Brieven etc. - uit : Loquela. - Jrg.4 (januari 1884) nr.9, p.71-72 ; Zantekoorn. - in: Loquela: Jrg. 3 (januari 1884) nr.9, p.68
Fysieke bijzonderheden
Drager 2 enkele vellen, enkel vel 1: ? ; enkel vel 2: 116x132
wit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat fragment (?)
Toevoegingen op zijde 2 en 3 links: taalkundige notities: ontheffen ; pluim (inkt, verticaal, beide hand G.G.); aanpassingen van GG in functie van publicatie in Loquela
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3568, ontheffen + 3586, pluim
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|16406
Inhoud
IncipitStrange
Samenvatting reactie op artikel "Verstrangen" uit: Loquela. - Jrg.3 (Kerstmaand 1883) nr.8, p.60-63 en op "ontheffen", uit: Loquela. - Jrg.3 (Kerstmaand 1883) nr.8, p.58
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.