<Resultaat 1798 van 2074

>

p1
Mijn eerw. Heer
Guido Gezelle
Eng. Klooster
Bruges
Belgium
Voor Mathilde.
 
p2
Haywards Heath

Mijn kind Mathilde,

Ik zende u vaderlijke zegen, hopende dat het wel gaat met u en met moeder.[1] Ik ben gezond en alleszins wel. Vertrokken dysendag ten 11.30 Dover ten 3, Londen 4.30 Clapham Colledge 5.30 Daar geeten en geslapen[2] tot Donderdag 5.30, na middag. niet zeeziek geweest. Zijne Hoogweerdigheid veel galle in zee geworpen. Twee bisschoppen bezocht en bij een genoenmaald[3] Hier vandage 6.30p3Misse gedaan; Bischop 7.30. Klooster half gezien; later herbeginnen. Pak geld besteld, alderschoonste wêere.

God zegene en God beware u, tot later en groetenisse aan alle vrienden van uwe toegenegen
Guido Gezelle

Groet Zuster Gonzaga en al die in ‘t Rolhuis[4] waren, ik ga de leeke zusters[5] bezoeken. Good morning Cardy.

Noten

[1] Hiermee bedoelt hij wellicht de moeder van Mathilde, die mogelijk vanuit Kortrijk naar Brugge was gegaan om bij haar dochter te logeren.
[2] Uit dankbaarheid voor de warme ontvangst met rijkelijke maaltijd die hen was aangeboden, schreef Gezelle een gelegenheidsgedicht voor hun gastheer Amand Coene, alias broeder Gabriël.
[3] Op 13 september hadden Gezelle, Waffelaert en broeder Gabriël een afspraak in het Archbishop’s House in Westminster. Kardinaal Vaughan zelf bleek afwezig, waardoor ze ontvangen werden door Right Rev. Dr. Brindle D.S.O.. Op 14 september werden ze bij Francis Bourne, bisschop van Southwark verwacht, alwaar ze samen dineerden. (K. Platteau, 'Een Vlamertingenaar in London. Hoe Gezelle zijn laatste gedicht schreef voor iemand uit Vlamertinge', in: Flambertus, Heemkundig Tijdschrift van Vlamertinge: nog te verschijnen)
[4] Huis aan de Rolweg, waar Guido Gezelle geboren was en zijn jeugd doorgebracht had.
[5] De zusters uit het klooster van lagere rang die instonden voor de dagelijkse klusjes.

Register

Correspondenten

NaamCatteeuw, Mathilde
Datums° Kortrijk, 02/07/1856 - ✝ Kortrijk, 28/09/1943
GeslachtVrouwelijk
Beroepdienstmeid; begijn
BioMathilde Catteeuw werd op 2 juli 1856 in Kortrijk geboren als dochter van opkoper Joannes Catteeuw (Sint-Denijs, 1805 - Kortrijk, 26 juni 1875) en Virginia Wannegue (°Zwevegem, ca. 1813). Ze was dienstbode bij Guido Gezelle in Kortrijk vanaf 1877 en verhuisde met Gezelle mee naar Brugge in 1899. Ze vertelde vaak dat Gezelle haar vroeg: “Mathilde, verstaat gij dat?”, als hij haar iets voorgelezen had. "En als ik het niet goed begreep, veranderde hij hier en daar iets totdat ik het verstond". Na de dood van Gezelle werd ze in 1901 begijn in het begijnhof van Kortrijk. In zijn kroniek over de familie Gezelle had Stijn Streuvels niet één goed woord over voor haar. Zijn moeder Louise en hijzelf raakten bij Gezelle in Kortrijk niet verder dan de keuken, "bij de meid (die ons niet luchten kon!)". In de tekst voor De Vlaamse Linie voegde hij daar trouwens nog aan toe dat hij die meid maar een "dibbe" vond - erger zelfs: "een schuchter, onbeduidend schepsel, onhandig en pernekelachtig, hebbelijkheid eigen aan pastoorsmeiden".
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Kortrijk
BronnenStijn Streuvels, Kroniek van de Familie Gezelle. Brugge: Orion, 1980.; C. D'Haen, De wonde in 't hert: Guido Gezelle, een dichtersbiografie. [Tielt] : Lannoo, [1988]; H.J.M.F. Lodewick, Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 1. Aanvang tot omstreeks 1880. Den Bosch : Malmberg, [1980]
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefontvanger

NaamCatteeuw, Mathilde
Datums° Kortrijk, 02/07/1856 - ✝ Kortrijk, 28/09/1943
GeslachtVrouwelijk
Beroepdienstmeid; begijn
BioMathilde Catteeuw werd op 2 juli 1856 in Kortrijk geboren als dochter van opkoper Joannes Catteeuw (Sint-Denijs, 1805 - Kortrijk, 26 juni 1875) en Virginia Wannegue (°Zwevegem, ca. 1813). Ze was dienstbode bij Guido Gezelle in Kortrijk vanaf 1877 en verhuisde met Gezelle mee naar Brugge in 1899. Ze vertelde vaak dat Gezelle haar vroeg: “Mathilde, verstaat gij dat?”, als hij haar iets voorgelezen had. "En als ik het niet goed begreep, veranderde hij hier en daar iets totdat ik het verstond". Na de dood van Gezelle werd ze in 1901 begijn in het begijnhof van Kortrijk. In zijn kroniek over de familie Gezelle had Stijn Streuvels niet één goed woord over voor haar. Zijn moeder Louise en hijzelf raakten bij Gezelle in Kortrijk niet verder dan de keuken, "bij de meid (die ons niet luchten kon!)". In de tekst voor De Vlaamse Linie voegde hij daar trouwens nog aan toe dat hij die meid maar een "dibbe" vond - erger zelfs: "een schuchter, onbeduidend schepsel, onhandig en pernekelachtig, hebbelijkheid eigen aan pastoorsmeiden".
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Kortrijk
BronnenStijn Streuvels, Kroniek van de Familie Gezelle. Brugge: Orion, 1980.; C. D'Haen, De wonde in 't hert: Guido Gezelle, een dichtersbiografie. [Tielt] : Lannoo, [1988]; H.J.M.F. Lodewick, Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 1. Aanvang tot omstreeks 1880. Den Bosch : Malmberg, [1980]

Plaats van verzending

NaamHaywards Heath

Naam - persoon

NaamCatteeuw, Mathilde
Datums° Kortrijk, 02/07/1856 - ✝ Kortrijk, 28/09/1943
GeslachtVrouwelijk
Beroepdienstmeid; begijn
BioMathilde Catteeuw werd op 2 juli 1856 in Kortrijk geboren als dochter van opkoper Joannes Catteeuw (Sint-Denijs, 1805 - Kortrijk, 26 juni 1875) en Virginia Wannegue (°Zwevegem, ca. 1813). Ze was dienstbode bij Guido Gezelle in Kortrijk vanaf 1877 en verhuisde met Gezelle mee naar Brugge in 1899. Ze vertelde vaak dat Gezelle haar vroeg: “Mathilde, verstaat gij dat?”, als hij haar iets voorgelezen had. "En als ik het niet goed begreep, veranderde hij hier en daar iets totdat ik het verstond". Na de dood van Gezelle werd ze in 1901 begijn in het begijnhof van Kortrijk. In zijn kroniek over de familie Gezelle had Stijn Streuvels niet één goed woord over voor haar. Zijn moeder Louise en hijzelf raakten bij Gezelle in Kortrijk niet verder dan de keuken, "bij de meid (die ons niet luchten kon!)". In de tekst voor De Vlaamse Linie voegde hij daar trouwens nog aan toe dat hij die meid maar een "dibbe" vond - erger zelfs: "een schuchter, onbeduidend schepsel, onhandig en pernekelachtig, hebbelijkheid eigen aan pastoorsmeiden".
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Kortrijk
BronnenStijn Streuvels, Kroniek van de Familie Gezelle. Brugge: Orion, 1980.; C. D'Haen, De wonde in 't hert: Guido Gezelle, een dichtersbiografie. [Tielt] : Lannoo, [1988]; H.J.M.F. Lodewick, Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 1. Aanvang tot omstreeks 1880. Den Bosch : Malmberg, [1980]
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVaughan, Herbert Alfred
Datums° Gloucester, 15/04/1832 - ✝ Londen, 19/06/1903
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; bisschop; aartsbisschop; kardinaal-priester
VerblijfplaatsEngeland
BioHerbert Vaughan was de zoon van kolonel John F. Vaughan en Eliza Roll. Hij studeerde aan het jezuïetencollege te Stoneyhurst (1841) en volgde een Jezuïetenopleiding te Brugge (1846). Hij studeerde verder te Downside Abbey (1849) en volgde een academische opleiding aan de Universiteit Gregoriana Rome (1851). Hij werd te Lucca (Italië) tot priester gewijd op 28 oktober 1854. Hij werd vervolgens vicepresident van St. Edmund's College, Ware (1855). Hij ondernam verschillende missionaire reizen naar Amerika vanuit deze functie. Vervolgens trad hij toe tot kardinaal Henry Edward Mannings orde 'The Oblates of St. Charles' (1857). Hij verliet St. Edmund's in 1861 om geldinzamelingen te houden om een missionarissenschool op te richten. Hij was de stichter en leider van de gemeenschap van apostolisch leven, later bekend als de Missionarissen van Mill Hill (1864). Op 19 maart 1866 opende hij St. Joseph’s College te Mill Hill. In 1872 werd hij benoemd tot tweede bisschop van Salford. Hij werd door kardinaal Henry Edward Manning gewijd op 28 oktober 1872. Vervolgens stichtte Vaughan een nieuw seminarie te Oscott. Hij kocht in 1868 de krant ‘The Tablet’ op om zijn ultramontaanse mening over de onfeilbaarheid van de paus te propageren. Op 8 april 1892 werd hij door paus Leo XIII tot aartsbisschop van Westminster benoemd. Hij werd vervolgens op 16 januari 1893 kardinaal en was de grondlegger van de Westminster Cathedral (1895). Vaughan overleed te Mill Hill op 19 juni 1903 aan hartfalen en werd er aanvankelijk begraven in de kapel van het seminarie, om later bijgezet te worden in de kathedraal.
Links[wikipedia]
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamWaffelaert, Gustaaf Jozef
Datums° Rollegem, 27/08/1847 - ✝ Brugge, 18/12/1931
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kanunnik; coadjutor; onderpastoor; professor; geestelijk directeur; bisschop
BioGustaaf Waffelaert, zoon van Engel Waffelaert, douanebrigadier, en Theresia Vermeulen, deed zijn humaniorastudies te Ieper. In 1866 startte hij zijn priesteropleiding aan het kleinseminarie te Roeselare en vervolgens aan het grootseminarie te Brugge. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 17/09/1870. Hij was achtereenvolgens coadjutor te Sint-Michiels (03/02/1871) en onderpastoor te Blankenberge (15/02/1871). Hij studeerde theologie te Leuven (05/10/1875) waar hij promoveerde op 20/07/1880. Hij doceerde moraaltheologie aan het grootseminarie te Brugge (23/09/1880). Hij werd op 26/07/1889 erekanunnik van de Brugse kathedraal. Hij werd op 25/04/1890 vicaris-generaal van het bisdom Brugge, op 25/04/1890 algemeen bestuurder van de Zusters van St.-Jozef te Brugge, op 10/06/1894 aartspriester van het Brugse kapittel en op 01/04/1895 vicaris capitularis. Op 28/06/1895 volgde zijn benoeming tot bisschop van Brugge. Hij nam als wapenspreuk 'Duc nos quo tendimus' (Leid ons naar het doel dat wij beogen). Hij schreef talrijke werken over spiritualiteit o.a. Meditationes Theologicae, dat Gezelle gedeeltelijk in het Nederlands vertaalde. Gezelle schreef ook gelegenheidsgedichten voor Waffelaert.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamCoene, Amand; broeder Gabriël
Datums° Vlamertinge, 02/02/1843 - ✝ Mayfield, 04/10/1913
GeslachtMannelijk
Beroepbroeder (provinciaal); leraar; directeur
VerblijfplaatsEngeland
BioAmand Coene was afkomstig uit Vlamertinge en trad op zijn 17de (11/09/1860) in bij de Broeders Xaverianen. Op 02/02/1861 kreeg hij zijn inkleding, zijn professie volgde op 07/04/1866 en de belofte van stabiliteit op 22/08/1874. Aanvankelijk was hij leraar in Wervik, en hij bracht toen al een bezoek aan Engeland. In 1874 legde hij zijn geloften af en werd hij directeur van het Sint-Francisusinstituut te Brugge. In 1895 werd hij door bisschop Waffelaert benoemd tot provinciaal van de 'Engelse provincie' voor de Broeders Xaverianen en moest hij katholieke scholen in Engeland oprichten. Zo stichtte hij het Xaveriancollege te Manchester en Clapham College. Hij overleed op 04/10/1913 te Mayfield (Sussex).
Links[odis]
NaamHopper, Frederick
Datums° Canterbury, 07-09/1861 - ✝ Hove, 10/01/1939
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; prefect
VerblijfplaatsEngeland
BioFrederick Hopper werd geboren in Canterbury, Kent in het derde kwartaal (juli-september) van 1861. Hij studeerde aan het rooms-katholieke St. Edmund's College in Standon, Hertfordshire (census 1881) en was er ook een tijdlang prefect (census 1891). Daarna was hij jarenlang als priester verbonden aan de Augustinian Priory of Our Lady of Good Counsel in Haywards Heath, Sussex. De Priory of Our Lady of Good Counsel in Haywards Heath werd in juli 1886 geopend als stichting van het Engels Klooster in Brugge. Frederick Hopper was dus de rechtstreekse collega van Guido Gezelle. Later werd Hopper priester in Preston, Brighton, Sussex (census 1911). Hij had gedurende jaren dezelfde Vlaamse meid Leonie Van Quathem (census 1901, 1911). Hij overleed op 10 januari 1939 in Hove, Sussex, op 77-jarige leeftijd.
Bronnen https://www.ancestry.co.uk/ ; https://www.familysearch.org/nl/ ; Brighton Gazette: (24/07/1886) ; Mid Sussex Times: (23/06/1891)
NaamFloor, Hélène Marie Alexandrine Josèphe; Maria Gonzaga (zuster)
Datums° Brugge, 11/05/1869 - ✝ Brugge, 05/03/1940
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
BioHélène Floor was de dochter van Joseph Bernard Marie Floor (Veurne, 07/05/1833 - Sint-Andries, 07/09/1896) en van Hortense Rosalie Françoise De Meulemeester (Brugge, 16/08/1835 - Brugge, 02/05/1922), telg uit de bekende Brugse brouwersfamilie De Meulemeester. Antoine Napoleon De Meulemeester richtte in 1849 de brouwerij De Roos op in Rozendal op de hoek met de Groenestraat. Deze brouwerij kwam in handen van het echtpaar Joseph Floor-Hortense De Meulemeester, de ouders van Hélène. Drie generaties lang zou Floor er de roerstok hanteren. Hélène Floor werd zuster in het Engels Klooster te Brugge onder de naam zuster Maria Gonzaga. Ze was bedreven in het verluchtten van handschriften. Ze overleed in het Engels Klooster op 15 maart 1940.
Links[wikipedia]
Relatie tot GezelleEngels Klooster
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/e; https://nl.geneanet.org/
NaamBrindle, Robert
Datums° Liverpool, 04/11/1837 - ✝ 27/06/1916
GeslachtMannelijk
Beroepaalmoezenier; bisschop
VerblijfplaatsEngeland
BioRobert Brindle werd op 4 november 1837 geboren in Liverpool en op 27 december 1862 tot priester gewijd. Hij trad toe tot de Army Chaplains’ Department en verwierf veel respect bij de militairen. In 1899 ging hij weg bij het leger en werd hulpbisschop van Westminster en titulair bisschop van Hermopolis Maior in Egypte. Op 6 december 1901 werd hij aangesteld als bisschop van Nottingham, wat hij bleef tot 1 juni 1815, waarna hij titulair bisschop van Tacapae, Gabes, Tunesië werd. Hij stierf op 27 juni 1916 en kreeg een militaire begrafenis.
Links[wikipedia]
NaamBourne, Francis Alphonsus
Datums° Clapham, 23/03/1861 - ✝ Londen, 01/01/1935
GeslachtMannelijk
Beroeprector; kardinaal; aartsbisschop
VerblijfplaatsEngeland
BioFrancis Bourne werd op 23 maart 1861 geboren als zoon van Henry en Ellen Byrne Bourne. Tijdens zijn schooltijd aan St. Edmund’s College in Ware besloot hij priester te worden. Hiertoe studeerde hij onder meer aan het seminarie van Saint-Sulpice in Parijs, en aan de Universiteit van Leuven. Op 11 juni 1884 ontving hij zijn priesterwijding aan St. Mary’s in Clapham, waarna hij pastoraal werk deed in Blackheath, Mortlake en West Grinstead tot in 1889. Na enkele jaren rector te zijn geweest van de House of Studies in Henfield Place, werd hij in 1896 rector van het St. John’s Seminary in Wonersh. Datzelfde jaar werd hij benoemd tot hulpbisschop van Southwark, om het jaar erna bisschop te worden. Als vierde aartsbisschop van Westminster was hij vanaf 11 september 1903 de spirituele leider van de katholieke kerk van Engeland en Wales. Paus Pius X benoemde hem tot kardinaal in 1911. Hij stierf in zijn aartsbisschoppelijke residentie in Londen op 1 januari 1935 en werd begraven in zijn voormalige school, het St. Edmund’s College in Ware, terwijl zijn hart ondergebracht werd in de kapel van St. John’s Seminary in Wonersh.
Links[wikipedia]

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamLonden
NaamDover
NaamHaywards Heath

Naam - instituut/vereniging

NaamEngels Klooster
BeschrijvingHet Engels Klooster is gevestigd aan de Carmersstraat en wordt sinds de stichting in 1629 bewoond door de Kanunnikessen van Windesheim, met een korte onderbreking in de Franse tijd. De van oorsprong Nederlandse congregatie ontstond eind veertiende eeuw onder invloed van de moderne devotie en kreeg al gauw bijhuizen in Vlaanderen. Tijdens de vervolgingen in Engeland ontving het klooster in Leuven zoveel Engelse roepingen dat daar in 1609 een eerste Engels klooster is opgericht. Op 14 september 1629 kwamen vanuit Leuven vijf Engelse zusters het Klooster van Nazareth in Brugge stichten. Pas in 1886 kon een klooster in Engeland worden gevestigd: Our Lady’s Priory (tot in 1978 te Hayward’s Heath). De religieuzen leven volgens de regel van Sint-Augustinus. Van bij de aanvang tot 1973 hielden ze een pensionaat open waar ze Engelse katholieke meisjes opleiden. Guido Gezelle was vanaf 30 maart 1899 tot zijn dood rector van het Engels Klooster en leraar aan de kostschool.
Datering14/09/1629-heden
Links[wikipedia]
NaamClapham College
BeschrijvingClapham College werd gesticht door de broeders xaverianen, een katholieke congregatie die in 1839 opgericht was door de Nederlander Theodoor Jacobus Rijken te Brugge. Deze broeders legden zich toe op onderwijs, en in 1848 gingen enkelen van hen naar Engeland om ook daar scholen op te zetten. De opening van Clapham College past in de golf van nieuwe katholieke scholen die het licht zagen in Engeland in de tweede helft van de 19de eeuw. Verantwoordelijk hiervoor was Amand Coene, alias broeder Gabriël, die eveneens het Xaverianencollege te Manchester had gesticht.
Datering1897-1989
Links[wikipedia]
NaamPriory of Our Lady of Good Counsel, Haywards Heath
BeschrijvingDe Priory of Our Lady of Good Counsel in Haywards Heath werd in juli 1886 geopend als stichting van het Engels Klooster in Brugge. Er werd net als in Brugge door de zusters kanunnikessen van Sint-Augustinus onderwijs gegeven aan meisjes uit de hogere klassen. De kapel in neogotische stijl werd gebouwd in 1890-1891 en ingewijd in juni 1891. Ze deed ook dienst als eerste rooms-katholieke kerk in Haywards Heath. In de jaren die volgden werd een nieuw klooster gebouwd.
Datering1886-1978
Links[wikipedia]

Titel - gedicht van Guido Gezelle

TitelTe Clapham is ' t een goed quartier
PublicatieVerzameld dichtwerk, deel V, p. 246

Titel15/09/1899, Haywards Heath, Guido Gezelle aan [Mathilde Catteeuw]
EditeurKarel Platteau; Marc Carlier
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderGezelle, Guido
Ontvanger[Catteeuw, Mathilde]
Verzendingsdatum15/09/1899
VerzendingsplaatsHaywards Heath
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van de aanhef en van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 179x114
wit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden watermerk: Stephens[veilbm ?] Rock & ?
briefomslag bewaard (op zijde 4 gekleefd), met adres en poststempel, afgestempeld
verso met reliëfstempel: Royal Osborne Registered Trade Mark N°95433
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan Math. Catteeuw. (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief8581
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|16875
Inhoud
IncipitIk zende u vaderlijke
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.