Ik kome daar oprecht met walg Dr Nolets tweeden Artikel[1] in de toekomst te lezen. Kan dat zijn dat zulke stercoraria[2] in den zin vallen van de menigvuldige schoolmeesters die de Toekomst lezen, dan verwondert het mij. Veel dingen ondertusschen gletst hij stilzwijgend voorbij, onder ander zijne betichting van Germaniseeren, waar ik hem nog iets schuldig voor blijf. Hij pretendeerde eertijds in een brief naar mij geschreven alles van ons Westvlaamsch te verstaan, ’t moet zijn dat hij bedrogen is en waarschijnelijk ergert het hem stijf een zoo groot idioticon te zien voor den dag komen waarin hem 6 woorden op de 10 geheel en gansch onbekend zijn. Ik zou hem objectivè[3] en subjective[4] zijn glazen oog voor de kijkers houden; 't schijnt dat hem dat tegen steekt. Ware 't niet wel dat eenen keer gedrukt en naar de liefhebbers gezonden, bijvoorbeeld de Heeren van de Accademie[5] Ik en kan niet wel wijs worden hoe Nolet ons de pretentie toe durft schrijven van ons Vlaamsch op te dwingen aan anderen; ik ten minsten heb altijd willen voor ons kleen getal schrijven en ben inderdaad in den alderwaarsten zin van 't woord een particularist; maar doen of willen doen ’t geenp2hij ons toeschrijft dat is wel geheel en gansch het tegendeel van particularist. Dialect schrijven dat staat aan iedereen toe; Nolet zelve, en 't en is maar met ons een valschen kop aan te zetten, zijn eigen maaksel dat hij 't zoo gemakkelijk vindt dien kop afteslaan; 't en kan mij niet te binnen dat hij ons, onze zake eigentlijk raakt. Van onze tale en kent hij niets, en hij schermt in den wind. Hoe dat toch dat ongelukkig nageltje vast in zijn hert geslegen zit en versta ik niet. Vindt hij maar dat in R.d.H. om kwalijk uit te leggen en double entente van te maken, hij moet al geen fijne zoeker zijn of teenemaal niet gezocht hebben. Hij zou in R.d.H. duist taal en stijlfouten kunnen ophalen waarom en doet hij het niet. Ik verschrikke iederen keer dat ik hoore dat Nolet geschreven of gesproken heeft, en als ik het kome te lezen vind ik dat hij absluit[6] wilt dat het altemaal niet en beteekent en dat hij de beste bewijzen daarvan ongevonden heeft laten liggen om ... te affirmeeren. Wilde men obscaena vel obscaene interpretabilia[7] zaeke zelve[8] t laatste dat ik zou gekozen hebben zou 't nageltje geweest hebben en citeert hij dan wel correct? Staat er zij heeft een gatje? Dat is opgezetten wille van Nolet en p3niet anders en hij en is niet content dat men zijn glazen ooge uitgerakeld heeft.
Ik zitte hier nu te Kortrijk, a propos van nagels en gaten, en ik worde allengskens[9] de woorden de plaatsen en de persoonen te kennen die in mijnen oud Kortrijkschen brief te lezen staan, dien ik u eertijds geleend heb. Ik hebbe er zelfs eene variante van gevonden en ware 't dat het u niet en miskwame 'k zou vragen: zendt hem mij nen keer terug!