Drain is de engelsche gedaante van een woord waarvan de vlaamsche gedaante dragen is. Zoo is wain in 't engelsch wagen in 't vlaamsch, slain (ge) slagen. Dat woord dragen is een oud woord, met verschillige zinverwisselingen; 'k en durve niet zeggen wat de grond zin is, maar zeer nabij den grond zin is dragen als men spreekt van eene wonde die draagt, d.i. etter afzet, laat uitloopen; dus drain dragen = épuiser, s'épuiser, uitloopen, uit laten loopen uit doen loopen. Van daar drag of draf = 't gezoden graan, als 't beer eruit of eraf geloopen is; dregnet = loopend, slepend net; dregge = anker, haak die langs den boôm van 't water loopt, gesleept wordt; overdrag waar de schepen van een hooger in een leeger of vice versa waterpeil gesleerd gesleurd worden, eertijds gekend in Vlanderen, nu nog in China, N America; nu bijkans overal vervangen door de sassen; eendracht = eenloop, eendraf, eigentlijk van peerden p2gezeid; (a = ä = e) -Drecht in Dordrecht, Kieldrecht, Ultrecht, Utrecht, Maesdrecht, Maastricht = iss overzwem, oversteek overwateringe te zeggen; drechte of trechte met (ch = i) dreite of treite = de enge plaatse waar men over den gracht of het land draagt = rijdt of gaat; treite = de ooge aan 't gareel waardoor 't eene ende van den string zit; trechter trefter entonnoir, om deure en in te laten loopen. Draineren, treneeren is naar Vrankrijk een woord gaan leenen, dat de fransche zelve aan onze eigen rechtzweers de engelsche geleend hebben. Dus niet.
De zware ä van tränen bewijst dat daar eene ander oud vlaamsch woord in 't spel is, te weeten traan, tranen l’arme. Dus niet.
Wat dan? Ik zou van dragen = drain het woord maken, en zeggen b.v. drachtbuize, een stuk land drachten, uitdrachten, afdrachten, droog drachten. Uitbuizen zou men kunnen gebruiken voor bv. het water uitbuizen, p3maar buizen, uitbuizen is alreeds drinken, zuipen, te zeggen, van de eigename De Buysere.
ingen is eene oude adverbiale uitgang: eindelingen, nu eindelinge', zonderlingen, beindelingen, ziendelingen, gestolingen, nu gestolinge', vergelijk dievelinge'
ga, in ga weg is imperativus van gaan, ga weg = va-t-en; ga-weg is ouder als weg; zoo zeggen ze in Friesland b.v. hij bezocht mij zeer
komt-zelden, dat is eene eigendomlijkheid van ons oud volk. gestolen ga-weg is letterlijk zoo vele als gestolen wijze; ne ga weg is eene gaan wijze, doen wijze, gelijk ne kruip-uit een huizeken is, en in 't duitsch een was-ist das? (fransch vasistas) eene veister.
Al wel, ziekte der geleerden! Ik heb geheel Febr. gewacht naar eene brief van u om dag te stellen, en voor eenen dag of twee had ik geern genoeg p4gekomen. Nu zal ik zelve nen dag kiezen en u laten weten, verlangende om met u en de vrienden ne keer van veel zaken overeen te leggen 't gene de penne niet doen en kan.