Met geen stalen, maar met een krijstalen penne schrijve ik u dezen brief: Mocht hij zoo klaar en zoo doorluchtig zijn als de penne waarmee 'k hem schrijve en u doen verstaan hoe vernesteld ik gezeten hebbe sedert mijne terugkomst uit het blommeneiland Jersey! Ik heb ja uwen rouwbrief, ende rouwbrieven gevonden en ontvangen; geerne had ik gekomen om te helpen dragen, maar 't en was nog niet gegund; de Palfijnfeesten[2] hebben mijn huis vol volk gezet, voor en na; de vierwerkmaker, mijn broêr, drie zeuns en drie dochters[3] waren hier; daarbij Vanderhaegen viel mij lastig wegens den jubilé van zijn maarte, om een dicht en 'k hebbe alles p2moeten laten liggen dat lag, tot nu toe. Dezen avond komt Winkler’s zoon mij bezoeken, woensdag moet ik naar Vanderhaegen's mijnen dicht aflezen[4] daarna komt Craeynest hier zijne bastaardwoordenboek[5] af maken, en...gelukkiglijk hebbe ik Mistral's Mireio, het Provencaalsch gedicht, om nu en dan, tusschen de vlagen, te lezen en te bewonderen. 'k ben bekoord om ermeê te doen gelijk met Hiawadha en gelijk Lepeleer zoo prachtig gedaan heeft met 13 linden. Wilt gij een smaakschen, hier is de 1 strofe. van de Invoucacioun: en gelijk Lepeleer zoo prachtig gedaan heeft met 13 linden. Wilt gij een smaakschen, hier is de 1 strofe. van de Invoucacioun[6]
Que nasquères dins la pastriho,
enfioco mi mi[7] paraulo a[8] done me d'alen!
Lou sabes: entre la verduro ,
Au solaèu em'i bagnoduro[9]
Quand li figo se fan maduro
p3Ven l'ome aloubati des frucha[10] l'aubre an[11] plen.
In 't Vlaamsch :
die in den stal geboren beste,
ontvlam mijn woorden en verleen mijn adem kracht
du weets dat, al[12] de fijgen moken,
bij zon en dauw in 't groen gedoken,
zij worden af en weg gebroken,
door 't mensch dat half verwulfd den fijgenoest verwacht.
Maar, zegt hij, 't blijft nog ievers een tros fijgen staan daar 't mensch niet aan en kan, boven op den boom: dien tros heb ik gevonden, verleen dat ik hem plukke en hem (Mireio) bekend make.
Heel 't gedicht zou zoo schoon zijn in 't vlaamsch en tegen Mistral zou ik durven om ter schoonst.
Dit schrijven is onderbroken door eene lange vertellinge van niemendalle en eindelijk (9-10) door uwe kaarte. p4Hope dat gij bij Godderis met al de uwen welvarende zijt en uitrust om weer te ontwekken. Hoe geern zou ik met u Mireio komen lezen, maar 'k en kan 't niet hopen. Ongehoopt en onverwacht misschien: De mensch wikt en God beschikt.