<Resultaat 569 van 2328

>

p1
My dear child,

I thank you for your kind letter. I hope and I shall pray that Almighty God and His Immaculate Mother may still protect and preserve you, for all that are dear to you and that I may see you again, here or in England, as happy and indeed, as you are already, a highly privileged mother.[1]

Your news about Madame Xaveria,[2] (it sounds so odd!) is the first I heard since here[3] clothing.[4] I have no doubt she is happy, because I know she is good, and I have great confidence in the order she belongs to. I hope I shall be able to “forward in some degree something you write particularly about," as your kind letter has it. I will try to muster up 50fr. if… you will kindly ask Mr Weale for the loan of his notes on a favourite saint of mine, S. Wilgefortis or S. Holpe, 20th of July.[5] I know he has plenty that would interest me very much, tell him, in a lin-p2guistic way,[6] and for my little journal Loquela, which I told Frank all about. I will send Mr Weale Loquela and you the £ 2.0.0, if you succeed in sending me the notes, so we shall be three in your kind & charitable undertaking and may be S. Wilgefortis, the bearded, crucified, virgin, martyr, would condescend to be n° 4 and get us all a blessing from above. What do you say?

Florence, now Sr Colomba, has left Heule and is now at a small convent of her order, teaching one of our Catholic free parochial schools, at Eessen near Dixmude, which Mr Weale must know something about. She is always very happy to hear about you and I will tell her your good news as soon as I see her.

I have the Tablet sent to me, thank you, by old Mr Woodlock, of your old house, ter Baille,[7] Bruges, which I will ever remember!

I found Frank a strong hale looking english Priest, of the right stamp, and p3was very happy to see him and to hear of you through him. I am doing something in honour of S. Bernard here and I pray to him that he may particularly bless him to whom I was happy enough to give his name some day.[8] Dr Verriest, Professor Louvain, and his german wife are doing very well; I saw his three children last week, two girls[9] and one small gustaf. Hugo, the Principal,[10] is ailing. There is hardly any news that would interest you here; we are completely without english people at Courtrai; there are a few Irish flax dealers, mostly protestants; there is one exemplary good Catholic, named Maurice Farrell, from Belfast, with his wife Sarah, which good Sarah is very much in your way. I prepared her eldest child (of six) Kittie[11] for her first communion[12] a few weeks ago, a very good pious girl indeed. Perhaps I may succeed in sending her where Ethel ... pardon! Madame Xaveria is.

Let me finish now by enclosing my very best thanks for all your kind wishes & new-years cards etc. and assuring you that I am every yours very faithfully and affectionately
Guido Gezelle

P.S. Mind my “ifs"!

Noten

[1] Helena had op 04/01/1881 haar elfde en laatste kind Rose op de wereld gezet.
[2] Ethel Weale trad in 1881 in bij de zusters van Sint-Andreas in Doornik en nam vanaf dan de naam Xaveria aan.
[3] Foutief voor ’her’.
[4] Ethel Weale had haar noviciaat op 2 augustus 1881 gestart.
[5] De vrouwelijke heilige Sint-Wilgefortis, wier feestdag op 20 juli valt, is ook bekend onder de naam Sint-Holpe.

Gezelle had een bijzondere interesse voor deze heilige en had eerder al geïnformeerd naar notities van Weale over haar, zoals blijkt uit de brief van Cyril Weale aan Guido Gezelle van 01/05/1876. Verder correspondeerde Gezelle ook met o.a. Johan Winkler en Ernest Rembry over deze heilige. (P. Couttenier, Uit de werkkamer van een negentiende-eeuwse filoloog. Guido Gezelle op zoek naar de betekenis van de namen Holpe en Ontcommere, in: Leuvense Bijdragen 102 (2018-2020), p. 89-102)

[6] In 1882 publiceerde Gezelle het volgende: ”Sinte Holpe. Behalve in West-Vlaanderen schijnt sinte Holpe ook in andere zuid-nederlandsche gouen bij 't volk bekend te zijn, al is het ook onder een eenigszins verbasterden naam.” (Rond den Heerd 18 (3 december 1882) 1, p.8). Later verscheen er ook iets in Loquela: ”Sinte Holpe, (Geholpe, Halpe, Gehalpe) is bij: ons goed gekend. Sinte Gehalpe's nacht kan Sinte G'halpe'rts nacht geworden zijn.” (Loquela 3 (april 1883) 12, p. 93)
[7] Het gaat om het huidige adres Sint-Clarastraat 1. Vroeger noemde men het huidige kruispunt van de Sint-Jorisstraat met de Sint-Clarastraat ’Ter Ballie‘ (kaart Marcus Gerards) of ’Ter Baillie ‘(Ernest Rembry, De pastors van Sint-Gillis). Gezelle schrijft hier foutief ’Ter Baille’.
[8] Gezelle was de dooppeter van Helena’s vijfde kind, Bernard Weale.
[9] Marie Verriest (1877-1946) en Elisabeth Verriest (1879-1966).
[10] Hugo Verriest was sinds juni 1878 superior van het Sint-Vincentiuscollege te Ieper.
[11] Maurice Farrell en Sarah Mac Donnell hadden op dat moment 5 kinderen: Catherine (°1869), Mary Margaret (°1871), Willie (°1875), Annie (°1877) en Maurice (°1879). Hun dochter Alice zou pas rond 1883 geboren worden. Mogelijks mist Gezelle zich of rekent hij er hun zoontje, Maurice, bij die stierf op 4 januari 1873 in Kortrijk.
[12] In de 19e eeuw deden kinderen hun eerste communie op de leeftijd van 12 jaar, en vond deze plaats op Passiezondag. In het geval van Kittie O’Farrell zou dit betekenen dat zij haar eerste communie deed op 26 maart 1882.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamWalton, Helena Amelia; Weale, Helena
Datums° Londen, 1838 - ✝ 1921
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioHelena Walton werd geboren in 1838 in Bishop’s Gate te Londen als dochter van kleermaker Cornelius Walton en Honora Cronin (1813-1860), beiden geboren in Ierland. Cornelius Walton en Honora Cronin waren in maart 1837 gehuwd in St. Botolph’s, Aldgate te Londen. Er kwamen nog vier kinderen: Cornelius Walton jr (1836-1873), Mary Anne Walton (1839-1904), William Walton (1842-1912) en Hannah Walton (°1849). Helena huwde zelf op 30 augustus 1854 met W.H. James Weale in St. John's te Islington. In 1854 kwamen ze naar Brugge waar ze zich in 1857 definitief vestigde. In die periode had ze Guido Gezelle als haar biechtvader. Ze schreef hem brieven, waaruit een opmerkelijke mate van intimiteit blijkt. Het gezin kreeg 11 kinderen. In de jaren '70 keerde ze met haar gezin naar Engeland terug.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefschrijver

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefontvanger

NaamWalton, Helena Amelia; Weale, Helena
Datums° Londen, 1838 - ✝ 1921
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioHelena Walton werd geboren in 1838 in Bishop’s Gate te Londen als dochter van kleermaker Cornelius Walton en Honora Cronin (1813-1860), beiden geboren in Ierland. Cornelius Walton en Honora Cronin waren in maart 1837 gehuwd in St. Botolph’s, Aldgate te Londen. Er kwamen nog vier kinderen: Cornelius Walton jr (1836-1873), Mary Anne Walton (1839-1904), William Walton (1842-1912) en Hannah Walton (°1849). Helena huwde zelf op 30 augustus 1854 met W.H. James Weale in St. John's te Islington. In 1854 kwamen ze naar Brugge waar ze zich in 1857 definitief vestigde. In die periode had ze Guido Gezelle als haar biechtvader. Ze schreef hem brieven, waaruit een opmerkelijke mate van intimiteit blijkt. Het gezin kreeg 11 kinderen. In de jaren '70 keerde ze met haar gezin naar Engeland terug.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Plaats van verzending

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamO'Farrell, Maurice; Farrelle, Maurice
Datums° Belfast, 1846 - ✝ Belfast, 02/01/1902
GeslachtMannelijk
Beroepvlasopkoper
VerblijfplaatsIerland
BioMaurice O’Farrell jr. werd - vermoedelijk in 1846 - in Belfast geboren als zoon van Maurice O’Farrell/Farrell sr. en Catherine Senneghem (schrijfwijze is onzeker). Nog vóór 1867 had Maurice O’Farrell contact met William Ross, vermoedelijk William Ross sr., die de vlasspinnerij Clonard Mill aan Falls Road bouwde. Maurice Farrell huurde van William Ross een woning aan Falls Road. Op 26 december 1867 trouwde Maurice met Sarah Mac Donnell (of McDonnell) in de St. Peter's Cathedral in Belfast. Ze verwelkomden hun eerste dochter, Annie, op 18 augustus 1868, maar vermoedelijk stierf zij jong. Daarop volgden Catherine op 30 juni 1869 en Mary Margaret op 22 mei 1871. Het gezin O'Farrell verliet Belfast en verhuisde naar het vasteland, waar ze op 30 november 1871 in Kortrijk arriveerden. In Kortrijk zou Maurice als vlasopkoper werken voor William Ross & Co. In die hoedanigheid had hij in januari 1873 contact met Guido Gezelle en Ernest Smith om een van de huizen van William Ross in Kortrijk te verhuren aan het gezin Smith. Op 13 december 1871 werden O'Farrell en zijn gezin officieel geregistreerd in het bevolkingsregister op het adres Moeskroense Steenweg 16. Daarbij werd hun naam geschreven als ‘Farrelle’ in plaats van ‘O'Farrell’. Het gezin bestond uit vader Maurice, moeder Sarah en hun twee dochters, Catherine en Mary Margaret. Er is geen vermelding van Annie in deze registratie. In Kortrijk werd ook een zoon, Maurice O'Farrell, geboren, maar hij overleed op 4 januari 1873. Er volgde nog kinderen: een zoon Willie (°ca. 1875), een dochter Annie (°1877) en een zoon Maurice die in Kortrijk geboren werd op 12 december 1879 maar uitweek naar Canada. Het gezin O'Farrell, dat nog zou worden aangevuld met drie dochters (Alice, °ca. 1883; Bella, °ca. 1885; en Daisie, °ca. 1888) verhuisde naar de Rijsselstraat 39 te Kortrijk, waar ze in juni 1881 zeker vertrokken waren. Volgens een bericht in de krant 'L'Echo de Courtrai' van 1 juni 1882 liet Maurice Farrell weten dat hij een Sint-Bernardshond verkocht. Het gezin woonde op dat moment in de Doornikstraat. Hun laatste Kortrijkse adres was Onze-Lieve-Vrouwestraat 43. Daar waren ze straatgenoten van Guido Gezelle, die er woonde op nr. 24. Ze betrokken het huis tot 1 september 1895, waarna het gezin terug naar Ierland ging. Met de Ierse census van 31 maart 1901 woonde het hele gezin O’Farrell in 81 Falls Road, Belfast, dicht bij Clonard Mill van de firma William Ross & Co die in 1898 verkocht werd. Maurice was ondertussen weduwnaar en stond geregistreerd als ‘flaxbuyer unemployed’. Hij overleed op 2 januari 1902 in Belfast.
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/; Beeldbank Kortrijk; https://www.familysearch.org/search/record/results?q.anyDate.from=1846&q.anyPlace=Irlande&q.givenName=Maurice&q.surname=Farrell
NaamGezelle, Florence; Florentina Constantia; (E.Z.) Maria-Columba
Datums° Brugge, 29/09/1847 - ✝ Heule, 19/03/1917
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; lerares
BioFlorence Gezelle, dochter van Pieter-Jan Gezelle, hovenier, en Monica Devriese, was de jongste zus van Guido Gezelle. Ze woonde bij haar broer in toen hij onderpastoor was van St.-Walburga te Brugge (1865-1872). In Brugge zette ze zich ook in voor de Noordpoolmissie als lid van het ‘Comité des Dames Zélatrices de l’oeuvre des Missions du Pôle Nord’. Door conflicten met Gezelles meid Stéphanie Hendryckx verliet ze zijn woning en ging ze voor haar ouders zorgen in Heule, die in april 1871 bij hun dochter Louise waren ingetrokken. Uit de correspondentie met haar broer Guido blijkt dat Florence in september 1871 ook in hotel Aux Armes de France te Kortrijk werkte. In 1872 ging ze voor korte tijd werken bij de familie Smith in Brugge. Op 15/10/1873 trad ze in het klooster van de Zusters van Liefde van Maria te Heule en werd er geprofest op 25/08/1875. Ze nam de naam aan van Zuster Colombe en gaf les in de kostschool voor meisjes te Heule. Ze vervulde ook taken in diverse bijhuizen van het hoofdklooster, zoals Kortrijk, Zarren, Klemskerke, Esen en Passendale. Later kwam ze weer naar Heule terug.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; zanter (WDT), correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamO'Farrell, Catherine; O'Farrell, Katie; Farrelle Catherine; Kittie
Datums° Belfast, 30/06/1869
GeslachtVrouwelijk
Beroepmuzieklerares
VerblijfplaatsIerland
BioCatherine O'Farrell werd op 30 juni 1869 geboren in Belfast en op 9 juli 1869 aldaar gedoopt in de St. Peter's Cathedral. Ze was de dochter van de vlasopkoper Maurice O'Farrell, en Sarah Mac Donnell. Het gezin O'Farrell verliet Belfast en verhuisde naar het vasteland, waar ze op 30 november 1871 in Kortrijk arriveerden. Ze woonden achtereenvolgens op het adres Moeskroense Steenweg 16, Rijsselstraat 39, de Doornikstraat en de Onze-Lieve-Vrouwestraat 43. Op het laatste adres waren ze straatgenoten van Guido Gezelle, die er woonde op nr. 24. Ze betrokken het huis tot 1 september 1895. Haar vader Maurice keerde na 1895 terug naar Ierland. Volgens de Ierse census van 31 maart 1901 woonde het hele gezin O’Farrell in 81 Falls Road, Belfast, dicht bij Clonard Mill van de firma William Ross & Co. Maurice was ondertussen weduwnaar en stond geregistreerd als een werkloze vlasopkoper. Catherine was op dat moment ca. 31 jaar, ongetrouwd en werkzaam als muzieklerares. Ze sprak Engels en Iers en was roomskatholiek. Na de dood van haar vader in 1902 was zij gezinshoofd; ze leefde samen met een broer en drie zussen. Van beroep was ze ‘national teacher’, maar verder zijn er geen gegevens bekend over haar.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenBeeldbank Kortrijk; Familysearch; https://www.ancestry.co.uk/; Rijksregister; B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991
NaamVerriest, Gustaaf
Datums° Deerlijk, 19/05/1843 - ✝ St. Cloud, Parijs, 25/06/1918
GeslachtMannelijk
Beroeparts
BioGustaaf Verriest was pas 10 jaar oud toen hij ingeschreven werd in het pensionaat van het kleinseminarie te Roeselare. Hij was dan ook de jongste van Gezelles poësisklas in het schooljaar 1858-1859. De levenslang aangehouden briefwisseling en de talrijke gedichten van Gezelle voor Gustaaf getuigen van een bijzonder nauwe band tussen de jonge, nog wat kinderlijke leerling en zijn leraar. Ook de familie Verriest had een grote genegenheid voor Gezelle, die nog met de oudste zoon Adolf gestudeerd had. Hoe licht is toch die sparke vier (07/08/1858) is geschreven naar aanleiding van een nachtmerrie van Gustaaf, maar tevens opgedragen aan zijn oudere broer Hugo Verriest en Eugeen Van Oye. Waarom en kunnen wij niet (04/01/1859) Brief (12/01/1859), O vriend wat schaadt of baat het ons, (02/02/1859) en Nu of nooit! (02/02/1859) zijn persoonlijk gericht aan Gustaaf Verriest. Gezelle wou hiermee de jongen steunen die een mogelijke priesterroeping ernstig nam en naar aanleiding daarvan worstelde met een sterk besef van zwakte en zondigheid. Uiteindelijk besloot Verriest geneeskunde te studeren, eerst in Leuven en later in Wenen. Hij was dokter in Wervik van 1869 tot 1873 en trok daarna naar Duitsland om er verder te studeren. Op 21 september 1876 huwde hij te Münster met Louise Niermann, waarmee hij zes kinderen kreeg. Vanaf 1876 werd hij professor aan de K.U. Leuven tot 1911. Na Gezelles dood ging hij op zoek naar een wetenschappelijke verklaring voor het dichterlijke genie van zijn oud-leraar.
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten; oud-leerling kleinseminarie Roeselare; lid van Gezelles confraternity
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamVerriest, Gustaaf (jr.)
Datums° Leuven, 24/12/1880 - ✝ Leuven, 16/01/1951
GeslachtMannelijk
BioWas doctor in de wis- en natuurkunde. Werd in 1906 hoogleraar te Leuven en wou er een Vlaamse elite vormen en het gezelschapsleven op gang brengen. Werd in 1938 stichtend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België.
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamVerriest, Hugo
Datums° Deerlijk, 25/11/1840 - ✝ Ingooigem, 27/10/1922
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; auteur; leraar; directeur kloostergemeenschap; schooldirecteur; pastoor
BioHugo Verriest was leerling aan het kleinseminarie te Roeselare (1854-1859). Hij kreeg er gedurende negen maanden les van Gezelle. Hij volgde filosofie in 1860 en zijn priesterwijding volgde op 17/12/1864. Hij werd leraar aan het Sint-Lodewijkscollege (09/06/1864) en aan het kleinseminarie te Roeselare (19/09/1867). Hij onderwees zijn leerlingen in de geest van Gezelle. Hij figureerde als spilfiguur binnen de Blauwvoeterij, dit ook als redacteur van het studententijdschrift De Vlaamsche Vlagge, het medium van de Blauwvoeterij. Vervolgens was hij directeur van de Zusters van Liefde in Heule (25/08/1877) en superior van het college te leper (13/06/1878). Hij was pastoor te Wakken (19/09/1888) en Ingooigem (19/06/1895). In 1906 werd hij lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal-en Letterkunde. Hij was een spilfiguur in de Vlaamse Beweging en een zeer vurig spreker. Als auteur schreef hij romantisch-impressionistische gedichten, talrijke artikels en biografieën o.m. van Guido Gezelle, Stijn Streuvels en Albrecht Rodenbach.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); correspondent; medestichter van Biekorf; oud-leerling kleinseminarie Roeselare; lid van Gezelles confraternity; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamWeale, Bernard Joseph
Datums° Brugge, 25/04/1865 - ✝ Australië, 1925
GeslachtMannelijk
Beroepkantoorbediende; schaapherder; leraar; magazijnier
VerblijfplaatsEngeland
BioBernard Joseph is het vijfde kind van W.H. James Weale en Helena Walton. Guido Gezelle is zijn dooppeter en Marie Raphael Cels zijn doopmeter. Hij was leerling aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge (1876-1877), en keerde in 1878 terug naar Engeland. In 1879 vinden we hem terug in St. Michael's School, Kelvedon, Essex. Omstreeks oktober 1880 ging hij werken in een Londens kantoor, eerst op proef, maar eind 1881 kon hij al naar Gezelle schrijven: "I am now in business". In 1883 vertrok hij met zijn broer Cyril naar Australië en oefende er verschillende beroepen uit, o.m. schaapherder. In 1888 kwam hij als lesgever en magazijnier bij de familie Jones terecht in Queensland (Australië). Omstreeks 1893 verliet hij Australië voor Nieuw-Zeeland, maar in 1897 keerde hij opnieuw naar West-Australië terug.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamWeale, Ethel; Xaveria (zuster); Elizabeth Rose Ethelburga Xaveria
Datums° Brugge, 13/10/1860 - ✝ Doornik, 24/10/1923
GeslachtVrouwelijk
Beroeplerares; bibliothecaris; kloosterzuster
VerblijfplaatsEngeland
BioElizabeth Rose Ethelburge werd op 13 oktober 1860 in Brugge geboren als het derde kind van W.H. James Weale en Helena Walton. Ze was achtereenvolgens leerlinge aan het Instituut Saint-André te Brugge, te Doornik en te Tunbridge Wells, en studeerde Romaanse talen aan de universiteit te Oxford. Op 12 mei 1881 trad ze in bij de congregatie van Saint-André in Doornik, waar ze op 2 augustus van dat jaar haar noviciaat aanving onder de naam Xaveria. Op 8 september 1883 legde ze haar religieuze geloften af, waarna ze een jaar aan de normaalschool te Brugge verbleef. Vervolgens werd haar wens verhoord om missiewerk te mogen doen: ze werd naar het klooster van St. Matthew op het eiland Jersey gestuurd, waar ze aan het hoofd stond van een school voor rijke kinderen. In de census van 1891 en 1901 stond ze er vermeld in de parochie van St. Mary, waar ze het huis St. Louis betrok, en later het St. Andreas Institute, samen met medezusters Helene Masselis, Henriette Van Aelst, Alice Beer en Emma Van Besien. Op 3 maart 1895 legde Ethel haar laatste geloften af en startte ze een nieuwe school in het nabijgelegen Saint-Ouen mee op. Elke dag ondernam ze de tocht van 6 km te voet tussen haar klooster St.Matthew en de school. Ondertussen behaalde ze ook nog het diploma voor leerkracht. Na een verblijf van tweeëntwintig jaar te Jersey verbleef ze achtereenvolgens te Streatham (1908), te Doornik (1909), Streatham (1916) en daarna definitief te Doornik (1919). Daar was ze lerares Latijn, Engels en bibliothecaresse. Ze stierf te Doornik op 24 oktober 1923.
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.familysearch.org/; Archief Soeurs de Saint-André
NaamWeale, Francis Lawrence; Weale, Frank
Datums° Islington, 15/11/1855 - ✝ Reading, 28/05/1906
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kapelaan; rector
VerblijfplaatsEngeland
BioFrancis Weale was het eerste kind van W.H. James Weale en Helena Walton. Hij was leerling aan de bisschoppelijke colleges te Tielt en Brugge, waar hij les kreeg van Hugo Verriest. Hij studeerde verder voor priester aan St. Edmund's, Ware en St. Thomas's Seminary, Hammersmith, Londen. Zijn priesterwijding ontving hij te Londen op 07/06/1879. Hij was kort kapelaan te Farnham en te Tichborne (1883) en sedert 1880 priester aan de St James' Church te Reading. In 1884 volgde hij L. Hall op als rector (hoofdpriester) in Reading. Hij overleed in Reading op 28 mei 1906.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamWeale, Helen Elizabeth Rose Mary; Rosy; Marie Philippa (zuster)
Datums° Clapham, 04/01/1881 - ✝ Teignmouth, 06/08/1956
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
VerblijfplaatsEngeland
BioHelen Elizabeth Rose was het elfde en jongste kind van W.H. James Weale en Helena Walton. Ze trad binnen tot de orde van de zusters van Notre Dame te Namen op 11 december 1904 onder de naam van zuster Marie Philippa en legde de geloften af op 20 augustus 1907. Ze studeerde Romaanse talen aan de Universiteit van Londen (1923).
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamWeale, William Henry James; Francis Mary of the Angels
Datums° St. Marylebone, Londen, 08/03/1832 - ✝ Clapham, Londen, 26/04/1917
GeslachtMannelijk
Beroepkunsthistoricus; conservator; auteur
VerblijfplaatsEngeland
BioWilliam Henry James Weale werd in London geboren op 8 maart 1832 als zoon van James Weale en Susan De Vesien. Hij studeerde Grieks, Hebreeuws, geschiedenis en theologie aan King's College, Londen (1843-1848). Hij kwam in contact met Frederick Oakeley, kapelaan van St. George's Southwark en bekeerde zich onder zijn impuls op 09/02/1849 tot de Rooms-Katholieke Kerk. Oakeley werd pastoor te St. John, Islington en deed een beroep op James om een kloostergemeenschap te stichten. Weale was toen brother Francis Mary of the Angels. Met een groepje bekeerlingen kwam hij voor de eerste keer naar Brugge voor de bisschopswijding van Mgr. Malou. Hij reisde doorheen België. Vervolgens was hij een korte tijd ambtenaar. Hij gaf daarna les aan een Katholieke armenschool voor Ierse kinderen verbonden aan de kerk van St. Johannes de Evangelist in Duncan Terrace. Daar werd hij op heterdaad betrapt door getuigen terwijl hij een jongen met een lineaal mishandelde. De jongen was ondertussen bewusteloos. Weale gaf toe dat hij een opvliegend karakter had. Voor het ernstig afranselen van die zesjarige leerling John Farrell, werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden. Hij vertrok op een lange reis door Europa waardoor zijn interesse voor de middeleeuwen en kunst werd opgewekt. Op 30/08/1854 huwde hij met Helena Amelia Walton. Ze kregen 11 kinderen. In december 1854 kwam hij naar Brugge, waar hij zich in 1857 definitief vestigde. Hij maakte kennis met de gebroeders Bethune, de architect Brangwyn en King, belangrijke vertegenwoordigers van de christelijke kunst en bouwstijl in Vlaanderen. Weale bestudeerde de kunst en de liturgie van de middeleeuwen. Hij ontdekte verloren kunstwerken en identificeerde schilders. Hij was lid van de Commission royale d'art et d'archéologie (1860) en briefwisselend lid van de Belgische Koninklijke Commissie voor monumenten (1861). In 1863 was hij ook de stichter van de Gilde van Sint-Thomas en Sint-Lucas die de studie van de oude christelijke kunst ging stimuleren. Hij was ook medestichter en de eerste conservator van de Société Archéologique. Deze vereniging richtte het eerste historische museum van Brugge op, de voorloper van het huidige Gruuthusemuseum. Samen met Gezelle stichtte hij 'Rond den Heerd' (1865) maar zette de samenwerking stop op 26/05/1866. Hij schreef talrijke artikels en bijdragen tegen betaling. In 1863 ging hij als vertegenwoordiger werken voor de firma Chance Brothers Glass Works in Birmingham. Hij leverde o.m. glas aan Jean Bethune en Samuel Coucke. In 1872 werd hij verbonden aan het South-Kensington Museum en belast met het catalogiseren van Nederlandse kunstvoorwerpen. Op 03/08/1878 verliet hij Brugge en vestigde zich te Clapham, Londen. Hij importeerde er o.m. liturgische boeken voor de uitgevers Desclée de Brouwer (1883-1885). In 1890 werd hij conservator van de National Art Library in South-Kensington maar werd in 1897 tot ontslag gedwongen. In 1899 organiseerde hij in de New Gallery te Londen een tentoonstelling over de Vlaamse Primitieven, gevolgd door een grote tentoonstelling in Brugge in 1902. Enkele belangrijke werken: 'Guide book for Belgium', 'Aix-la-Chapelle and Cologne' (1858), 'Bruges et ses environs' (1862), 'Hans Memlinc' (1865), 'Bibliographia Liturgica' (1886), 'Analecta Liturgica' (1889), 'Bookbindings in the National Art Gallery' (1898), 'Hubert and John van Eyck' (1908).
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; vriend; Rond den Heerd; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Karen Ellis Rees, William Weale, Brother Francis and the Bad Boy. Op: London Overlooked. True Stories from the Old Smoke: https://london-overlooked.com/weale/
NaamWoodlock, William
Datums° Dublin, 10/11/1801 - ✝ Brugge, 30/05/1883
GeslachtMannelijk
Beroeprechter correctionele rechtbank; rentenier
VerblijfplaatsIerland
BioWilliam Woodlock werd geboren te Dublin op 10/11/1801. Zijn ouders waren William Woodlock en Mary Cleary. Hij was rechter op de correctionele rechtbank te Dublin. Ook onderhield hij goede contacten met Daniel O'Connell (1775-1847), die de politieke leider was van de rooms-katholieke meerderheid in Ierland. Daarvan getuigt de bewaarde briefwisseling uit de jaren 1830. In 1829 huwde William met Catharine Teeling. Ze hadden negen kinderen: William (1832-1890), Luke (1834-1838), Kate (1837-1920), Henry (1838-1905), Mary (1841-1896), Frances (1843-1914), Joseph Louis (1846-1918), Christine (1848-1915) en Arthur (°1850-1919). Ze vestigden zich te Brugge op 31 december 1866 en woonden met het gezin op de Nieuwe Wandeling 82 en de Waalsestraat 9. Als Engelse inwijkelingen te Brugge konden ze rekenen op de steun van Guido Gezelle. Hij overleed in de Sint-Clarastraat te Brugge op 30 mei 1883.
Relatie tot Gezellecorrespondent; Engelse kolonie te Brugge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.archiefbankbrugge.be/; https://books.google.be/books?id=BKseeY_lJlsC&pg=RA1-PA74&dq=Woodlock+daniel+oconnell&hl=nl&sa=X&ved=2ahUKEwifsZq83bj-AhW4xAIHHdbnABwQ6AF6BAgDEAI#v=onepage&q=Woodlock%20daniel%20oconnell&f=false; https://historiek.net/daniel-oconnell-vrijheidsstrijder-van-de-ierse-katholieken/54543/
NaamBernardus van Clairvaux
Datums° Fontaine-lès-Dijon, 1090 - ✝ Clairvaux, 20/08/1153
GeslachtMannelijk
Beroepabt
VerblijfplaatsFrankrijk
BioHij was een invloedrijke Franse abt uit de 12de eeuw en een belangrijke promotor van de hernieuwde cisterciënzerorde.
Links[wikipedia]
NaamNiermann, Louise Anne Frédérique
Datums° Wiedenbruck, 04/11/1844 - ✝ Leuven, 19/03/1923
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsDuitsland
BioLouise Niermann werd op 4 november 1844 te Wiedenbruck geboren als dochter van Conrad Niermann en Arnoldine Tuckemeyer. Op 21 september 1876 huwde ze te Münster met Gustaaf Verriest, waarmee ze zes kinderen kreeg. Ze overleed te Leuven in 1923.
Bronnen https://gw.geneanet.org/jandeloof?lang=nl&p=louise+anne+frederique&n=niermann
NaamMcDonnell, Sarah; Mac Donnell, Sarah
Datums° 1846 - ✝ Belfast, 11/03/1900
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsIerland
BioSarah McDonnell werd geboren in 1846 als dochter van Francis Mac Donnell/McDonnell. Op 26 december 1867 trouwde zij met Maurice O’Farrell in de St. Peter's Cathedral in Belfast. Ze verwelkomden hun eerste dochter, Annie, op 18 augustus 1868, maar vermoedelijk stierf zij jong. Daarop volgden Catherine op 30 juni 1869 en Mary Margaret op 22 mei 1871. Het gezin O'Farrell verliet Belfast en verhuisde naar het vasteland, waar ze op 30 november 1871 in Kortrijk arriveerden. Daar breidde het gezin nog uit met 7 kinderen. Ze woonden achtereenvolgens op het adres Moeskroense Steenweg 16, Rijsselstraat 39, de Doornikstraat en de Onze-Lieve-Vrouwestraat 43. Op het laatste adres woonden ze tot 1 september 1895, waarna het gezin terug naar Ierland ging. Met de Ierse census van 31 maart 1901 woonden ze op 81 Falls Road, Belfast, maar tegen dan was Sarah al overleden.
Bronnen https://www.ancestry.co.uk/; Beeldbank Kortrijk
NaamVerriest, Marie Louise Caroline
Datums° Leuven, 12/09/1877 - ✝ Leuven, 06/04/1946
GeslachtVrouwelijk
BioMarie Verriest werd op 12 september 1877 geboren in Leuven als eerste kind van Gustaaf Verriest (1843-1918) en Louise Niermann (1844-1923). Op 27 december 1899 huwde ze te Leuven met Léon Joseph Ghislaine Dupriez, professor Romeins recht en vergelijkend publiekrecht aan de KU Leuven. Ze overleed op 6 april 1946 in Leuven.
Bronnen https://gw.geneanet.org/jandeloof?lang=nl&pz=marleen+martha+gerarda&nz=deloof&p=marie+louise+caroline&n=verriest; https://search.arch.be/nl/zoeken-naar-personen/zoekresultaat/q/persoon_achternaam_t_0/Verriest/q/persoon_voornaam_t_0/Marie/q/zoekwijze/s?M=0&V=0&O=0&persoon_periode_0=1877&persoon_0_periode_geen=0;
NaamVerriest, Elisabeth Louise Germaine
Datums° Leuven, 13/07/1879 - ✝ Brussel, 26/01/1966
GeslachtVrouwelijk
BioElisabeth Verriest werd op 13 juli 1879 geboren in Leuven als tweede kind van Gustaaf Verriest (1843-1918) en Louise Niermann (1844-1923). Op 7 juli 1908 trouwde ze in Leuven met Alexandre Galopin, ingenieur en later gouverneur van de Société Générale de Belgique. Het koppel kreeg zes kinderen. Ze overleed op 26 januari 1966 in Brussel.
Bronnen https://gw.geneanet.org/jandeloof?lang=nl&pz=marleen+martha+gerarda&nz=deloof&p=elisabeth+louise&n=verriest; https://search.arch.be/nl/zoeken-naar-personen/zoekresultaat/q/persoon_achternaam_t_0/Verriest/q/persoon_voornaam_t_0/Elisabeth/q/zoekwijze/s?M=0&V=0&O=0&persoon_periode_0=1879&persoon_0_periode_geen=0;

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamDiksmuide
GemeenteDiksmuide
NaamEsen
GemeenteDiksmuide
NaamHeule
GemeenteKortrijk
NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - instituut/vereniging

NaamCongregatie van de Zusters van liefde Heule, bijhuis Esen
BeschrijvingIn 1864 stichtten de Zusters van Liefde van Heule het klooster en de schoolgebouwen voor katholiek (meisjes)onderwijs te Esen. In 1879 moesten de zusters de school verlaten ten gevolge van de wet van Humbeeck die neutraliteit van gemeentescholen verplichtte. Vervolgens stichtten de zusters een vrije gemengde katholieke school, of ‘School der Heilige Familie’. De gebouwen werden vernield tijdens de Eerste Wereldoorlog en heropgebouwd in de jaren 1920.
Datering1864-1999
Links[odis]
NaamSint-Andreasinstituut, Doornik
BeschrijvingDit was het moederhuis van de congregatie van de zusters van Sint-Andreas. In 1230, op de rechteroever van de Schelde aan de poorten van Doornik, openden enkele vrouwen een gasthuis voor pelgrims en reizigers, ‘Saint Nicolas du Bruille’, genoemd naar de naburige parochie. In 1249 kreeg de congregatie officiële erkenning door een pauselijke bul van Innocentius IV, die ook zijn bescherming toezegde aan het gasthuis van de zusters. Vanaf het einde van de 13e eeuw, een tijd die meer gekenmerkt werd door hongersnood en ziekte dan pelgrimstochten, veranderde het gasthuis in een ziekenhuis en in de 15e eeuw kreeg het de naam Sint-Andreas. Pas in 1611 werd het pand een klooster en als dusdanig erkend. In de 18e eeuw namen de zusters meisjes op om hen te onderwijzen en hun opvoeding te voltooien. In 1796 werden de zusters uit hun klooster verdreven. Enkele zusters bleven in de buurt en bestierden een paar jaar lang een naaiatelier. Onder Napoleon kwam de situatie eindelijk tot rust. De zusters kochten een deel van hun klooster terug, maar keerden niet terug naar het monastieke leven. Al in 1801 gaven ze onderwijs aan de armen, en om de inkomsten en uitgaven in evenwicht te houden, namen ze ook rijkere leerlingen aan. Alzo overleefden ze van naaiwerk en onderwijs. De overgang naar een officiële, diocesane congregatie verliep langzaam. In 1837 werden de eerste zusters als 'Dames de Saint-André' geprofest. Pas twintig jaar later kregen ze ook goedgekeurde, ignatiaanse constituties. Er volgde een periode van internationale expansie, maar in 1940 werd het moederklooster in Doornik volledig vernield. Met veel moeilijkheden die de congregatie meermaals op de rand van het bankroet bracht, werd in het nabijgelegen Ramegnies-Chin een nieuw klooster- en schoolcomplex uitgebouwd.
Datering1611-1940

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelLoquela
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelThe Tablet (periodiek)
Datum1840-
PlaatsLondon
UitgeverTablet Publishing Company

Titelxx/[01/1881], [Kortrijk], Guido Gezelle aan [Helena Amelia Walton (= mevrouw Helena Weale)]
EditeurBeau Serrus; Marc Carlier (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderGezelle, Guido
Ontvanger[Walton, Helena Amelia]
Verzendingsdatumxx/[01/1881]
VerzendingsplaatsKortrijk (Kortrijk)
AnnotatieDatering, plaats en adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie en contextuele gegevens.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.II, p.201-202
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 212x137
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 3 zijden beschreven; zijde 2 verticaal beschreven, purperen inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan Mevrouw James Weale (inkt, hand P.A.) ; idem rechts: Begin 81 (potlood, onbekende hand)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief8828
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|17083
Inhoud
IncipitI thank you for your kind letter. I hope
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.