Kortrijk 7 Meie 1887
Eerweerde Heer & Vriend
Danke u van herte voor uwen goeden al te vereerenden brief en ben blij dat gij 't niet gestolen en acht dat ze mij te Leuven Doctor bij name gemaakt hebben. 'k Hebbe al vele uitgestaan voor 't vlaamsch en 't is maar dat derbij: honores onera. 'k En wist algelijk niet dat ze te Leuven zoo onvoorzien waren om van zulk Westvlaamsch hout pijlen te maken.
Spijt het u van die Breidel en Deconinck bedichtinge[1] omdat het u spijt en wilt gij dat ik er Tinel van schrijve of spreke ‘k zal ‘t doen; in dat geval zou ‘k ze eerst moeten weêre hebben, want ‘k en heb er geen afschrift van bewaard.
Mijn hand beeft, ‘k geloove dat er Leuven in zit, waar ik naartoe rije, na u geschreven te hebben dat
ik ben en blijve ul. zeer toegenegen
Guido Gezelle