<Resultaat 1853 van 2074

>

p1
Uwe Nicht
Mathilde De Vriese[1]
p2

Noten

[1] Het is niet duidelijk over wie het gaat, want Guido Gezelle had twee nichten met deze naam: Mathilde, die de dochter was van Gezelles oom Jozef De Vriese, en Mathilde Gislena, die de dochter was van Gezelles oom Eugenius De Vriese.
Aaldijk Biekorf II 184 In Biekorf 2 (juni 1891) 12 staat op p. 184 de volgende zin: “Van de Meenenstraat tot den Zonneberg van Noorden, - waar thans de gaaisperre op staat, liep er eertijds ‘een oude aaldijk’.” De uitleg hiervan werd later gepubliceerd als “een gracht , dienend tot scheiding tusschen eenen adel-grond en eene andere erve; eene eigenaardigheid van zulken gracht was, dat hij geheel en gansch gedolven was op den adel of aalgrond: de scheidingslijn viel dus op den rand van den gracht, en niet op half-dijk, zooals het sedert de fransche omwenteling geschiedt.” Biekorf 7 (juni 1896) 11, p. 174. In Biekorf 2 (juni 1891) 12 staat op p. 184 de volgende zin: “Van de Meenenstraat tot den Zonneberg van Noorden, - waar thans de gaaisperre op staat, liep er eertijds ‘een oude aaldijk’.” De uitleg hiervan werd later gepubliceerd als “een gracht , dienend tot scheiding tusschen eenen adel-grond en eene andere erve; eene eigenaardigheid van zulken gracht was, dat hij geheel en gansch gedolven was op den adel of aalgrond: de scheidingslijn viel dus op den rand van den gracht, en niet op half-dijk, zooals het sedert de fransche omwenteling geschiedt.” Biekorf 7 (juni 1896) 11, p. 174.

Register

Correspondenten

NaamDe Vriese, Mathilde
Datums° Ardooie, 19/02/1836
GeslachtVrouwelijk
BioMathilde De Vriese werd op 19 februari 1836 geboren als dochter van Jozef De Vriese (1801-1877) en Regina De Beel (ook wel De Bal) (15/01/1804 – 12/12/1882). Jozef De Vriese was de oudste broer van Monica De Vriese, moeder van Gezelle. Mathilde was daarmee een volle nicht van Guido Gezelle. Ze was gehuwd met Willem Neerynck (ca.1813).
Relatie tot Gezellefamilie
Bronnen https://nl.geneanet.org/
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamDe Vriese, Mathilde
Datums° Ardooie, 19/02/1836
GeslachtVrouwelijk
BioMathilde De Vriese werd op 19 februari 1836 geboren als dochter van Jozef De Vriese (1801-1877) en Regina De Beel (ook wel De Bal) (15/01/1804 – 12/12/1882). Jozef De Vriese was de oudste broer van Monica De Vriese, moeder van Gezelle. Mathilde was daarmee een volle nicht van Guido Gezelle. Ze was gehuwd met Willem Neerynck (ca.1813).
Relatie tot Gezellefamilie
Bronnen https://nl.geneanet.org/

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

Naamonbekend

Naam - persoon

NaamDe Vriese, Mathilde
Datums° Ardooie, 19/02/1836
GeslachtVrouwelijk
BioMathilde De Vriese werd op 19 februari 1836 geboren als dochter van Jozef De Vriese (1801-1877) en Regina De Beel (ook wel De Bal) (15/01/1804 – 12/12/1882). Jozef De Vriese was de oudste broer van Monica De Vriese, moeder van Gezelle. Mathilde was daarmee een volle nicht van Guido Gezelle. Ze was gehuwd met Willem Neerynck (ca.1813).
Relatie tot Gezellefamilie
Bronnen https://nl.geneanet.org/
NaamDe Vriese, Mathilde Gislena
Datums° Wingene, 26/02/1843
GeslachtVrouwelijk
Beroeplandbouwster
BioMathilde Gislena De Vriese werd op 26 februari 1843 te Wingene geboren als dochter van Eugenius De Vriese (1808-1891) en Rosalie Van Craeymeersch (1809-1899). Eugenius was de jongste broer van Monica De Vriese, de moeder van Gezelle. Bijgevolg was Mathilde een volle nicht van Guido Gezelle. Eugenius is op het ouderlijke hof van de De Vrieses, nl. ’t Walleke in Wingene, gebleven, en had als bijnaam ‘Zeen Oom’, terwijl Rosalie ook ‘Rooze-Moei’ genoemd werd. Mathilde De Vriese trouwde op 5 januari 1881 met Frans De Tavernier (1837-1898), waarmee ze zeker één zoon kreeg: Alfons De Tavernier (1881-1949).
Relatie tot Gezellefamilie
Bronnen https://nl.geneanet.org/

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelBiekorf. Dat is een leer- en leesblad voor alle verstandige Vlamingen.
Links[gezelle.be]

Titels.d., s.l., Mathilde De Vriese aan [Guido Gezelle]
EditeurStefaan Maes
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderDe Vriese, Mathilde
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatums.d.
Verzendingsplaatsonbekend
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 101x130
wit, geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat fragment: bovenkant van vel ontbreekt
Vormelijke bijzonderheden watermerk: afbeelding, Americ
Toevoegingen op zijde 2 rechts: taalkundige notities: Aaldijk Biekorf II 184 (inkt, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3586, Aaldijk
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|17215
Inhoud
IncipitUwe Nicht
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.