<Resultaat 426 van 2074

>

p1
Hertelijke groetenissen in Christu Jesu
D.G. Meersseman.

J. Vandroogenbrouck, uit Brussel, heeft u hier[1] eene postkaarte gezonden om u een exemplaar te vragen van uw gedichten, "die ik onbeoordeelbaar beoordeeld zie in de Toekomst[2] schrijft hij. Ik heb Ch. Beyaert[3] belast hem aanstonds in uwen naam, een exemplaar te zenden.

p2

Noten

[1] Het Sint-Lodewijkscollege in Brugge was tot 9 juli 1873 het postadres van L.L. De Bo. In 1874 woonde hij in Elverdinge.
[2] Jan Van Droogenbroeck is medewerker van het tijdschrift De Toekomst (1857-1898). Hij verwijst naar de bespreking van Jan Nolet de Brauwere van Steeland met kritiek op Gedichten van L.L. De Bo. Zie: J. Nolet de Brauwere van Steeland, Westvlaamsch Taal-particularismus. In: De Toekomst: 3 (1874), p.165-183.
[3] Beyaert gaf in 1873 de gedichten van L.L. De Bo uit.
haternijdHatenyd vondel 325. Hatenijd staat als lemma in het West-Vlaamsch Idioticon van De Bo. Hij neemt er een fragment van Gezelle uit ‘t Jaer 30 in op. Zie: Waerom Haet-en-Nyd nog leeft. In: ‘t Jaer 30 2 (14/01/1865). Hier is Haet-en-Nyd een allegorische figuur. Ook in Rijmsnoer gebruikt Gezelle hatenijd. Nieuw is de verwijzing naar Vondel, Joseph in Dothan. Hatenijd staat als lemma in het West-Vlaamsch Idioticon van De Bo. Hij neemt er een fragment van Gezelle uit ‘t Jaer 30 in op. Zie: Waerom Haet-en-Nyd nog leeft. In: ‘t Jaer 30 2 (14/01/1865). Hier is Haet-en-Nyd een allegorische figuur. Ook in Rijmsnoer gebruikt Gezelle hatenijd. Nieuw is de verwijzing naar Vondel, Joseph in Dothan.

Register

Correspondenten

NaamDe Bo, Leonard Lodewijk
Datums° Beveren-Leie, 27/09/1826 - ✝ Poperinge, 25/08/1885
GeslachtMannelijk
Beroephulppriester; leraar; pastoor; deken; auteur; taalkundige; botanicus
BioLeonard Lodewijk De Bo werd geboren als enige zoon van Ludovicus De Bo, landbouwer, en Amelia Lemayeur. Na schitterende middelbare studies aan het College van Tielt begon hij in oktober 1846 zijn seminariestudies aan het grootseminarie te Brugge. Op 15 maart 1851 werd hij te Brugge tot priester gewijd. Van 11 april tot 1 oktober 1851 was hij coadjutor (hulppriester) in de parochie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen te Ver-Assebroek. Op 1 oktober 1851 werd hij leraar in de poesis- en retoricaklassen van het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, een functie die hij 22 jaar lang zou uitoefenen, tot 9 juli 1873, toen hij werd aangesteld als pastoor van de parochie Sint-Petrus en Sint-Paulus te Elverdinge (09/071873 – 27/09/1882). Nadien werd hij pastoor van de parochie Onze-Lieve-Vrouw te Ruiselede (27/09/1882 – 22/04/1884). Op 22 april 1884 werd hij, hoewel hij al ziek was, nog overgeplaatst naar de parochie Sint-Bertinus te Poperinge waar hij pastoor-deken was, een overplaatsing die hij niet echt zag zitten. Hij overleed overigens al het jaar nadien. Reeds als seminarist verzamelde De Bo de West-Vlaamse woordenschat. Zijn levenswerk, het West-Vlaamsch Idioticon, waarin meer dan 25.000 woorden en uitdrukkingen uit de West-Vlaamse taal verzameld en verklaard worden, verscheen van 1870 tot 1873, gevolgd door een tweede, bijgewerkte uitgave in 1890-1892. De Bo leerde Guido Gezelle in 1850 in het grootseminarie te Brugge kennen; zij werden goede vrienden en werkten hecht samen rond de studie van de West-Vlaamse taal. De Bo werkte actief mee aan o.a. Loquela en Rond den Heerd. Postuum verschenen nog Schatten uit de volkstaal (1887) en De Bo’s Kruidwoordenboek, het resultaat van zijn levenslange botanische activiteiten.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); medewerker Rond den Heerd; medewerker Loquela; gelegenheidsgedichten
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamMeersseman, Desiderius-Gratianus
Datums° Geluveld, 27/02/1828 - ✝ Moorsele, 12/01/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; pastoor; auteur
BioDesiderius Meersseman was de zoon van Clement Meersseman, bakker, en Regina Liefooghe. Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 21/05/1853. Hij was leraar aan het Brugse Sint-Lodewijkscollege (21/05/1853 - 26/03/1875). Vervolgens was hij pastoor in Woumen (26/03/1875) en in Moorsele (20/09/1882). In 1860 hield hij te ’s-Hertogenbosch een lezing op het zesde Taal- en letterkundig Congres: Over eenige voordelen onzer moedertale in de eerste ontwikkeling en hoogere beschaving des geestes (Brugge, 1861). Hij was ook lid van de Gilde van Sinte Luitgaarde. Hij publiceerde een aantal redevoeringen waaronder twee die hij voor de Gilde van Sinte-Luitgaarde uitgaf in 1874 en 1876. Hij schreef in het tijdschrift Rond den Heerd en Biekorf. Hij publiceerde o.m. over de vervlaamsing van scheikundige termen.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; medewerker Rond den Heerd; Biekorf

Briefschrijver

NaamMeersseman, Desiderius-Gratianus
Datums° Geluveld, 27/02/1828 - ✝ Moorsele, 12/01/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; pastoor; auteur
BioDesiderius Meersseman was de zoon van Clement Meersseman, bakker, en Regina Liefooghe. Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 21/05/1853. Hij was leraar aan het Brugse Sint-Lodewijkscollege (21/05/1853 - 26/03/1875). Vervolgens was hij pastoor in Woumen (26/03/1875) en in Moorsele (20/09/1882). In 1860 hield hij te ’s-Hertogenbosch een lezing op het zesde Taal- en letterkundig Congres: Over eenige voordelen onzer moedertale in de eerste ontwikkeling en hoogere beschaving des geestes (Brugge, 1861). Hij was ook lid van de Gilde van Sinte Luitgaarde. Hij publiceerde een aantal redevoeringen waaronder twee die hij voor de Gilde van Sinte-Luitgaarde uitgaf in 1874 en 1876. Hij schreef in het tijdschrift Rond den Heerd en Biekorf. Hij publiceerde o.m. over de vervlaamsing van scheikundige termen.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; medewerker Rond den Heerd; Biekorf

Briefontvanger

NaamDe Bo, Leonard Lodewijk
Datums° Beveren-Leie, 27/09/1826 - ✝ Poperinge, 25/08/1885
GeslachtMannelijk
Beroephulppriester; leraar; pastoor; deken; auteur; taalkundige; botanicus
BioLeonard Lodewijk De Bo werd geboren als enige zoon van Ludovicus De Bo, landbouwer, en Amelia Lemayeur. Na schitterende middelbare studies aan het College van Tielt begon hij in oktober 1846 zijn seminariestudies aan het grootseminarie te Brugge. Op 15 maart 1851 werd hij te Brugge tot priester gewijd. Van 11 april tot 1 oktober 1851 was hij coadjutor (hulppriester) in de parochie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen te Ver-Assebroek. Op 1 oktober 1851 werd hij leraar in de poesis- en retoricaklassen van het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, een functie die hij 22 jaar lang zou uitoefenen, tot 9 juli 1873, toen hij werd aangesteld als pastoor van de parochie Sint-Petrus en Sint-Paulus te Elverdinge (09/071873 – 27/09/1882). Nadien werd hij pastoor van de parochie Onze-Lieve-Vrouw te Ruiselede (27/09/1882 – 22/04/1884). Op 22 april 1884 werd hij, hoewel hij al ziek was, nog overgeplaatst naar de parochie Sint-Bertinus te Poperinge waar hij pastoor-deken was, een overplaatsing die hij niet echt zag zitten. Hij overleed overigens al het jaar nadien. Reeds als seminarist verzamelde De Bo de West-Vlaamse woordenschat. Zijn levenswerk, het West-Vlaamsch Idioticon, waarin meer dan 25.000 woorden en uitdrukkingen uit de West-Vlaamse taal verzameld en verklaard worden, verscheen van 1870 tot 1873, gevolgd door een tweede, bijgewerkte uitgave in 1890-1892. De Bo leerde Guido Gezelle in 1850 in het grootseminarie te Brugge kennen; zij werden goede vrienden en werkten hecht samen rond de studie van de West-Vlaamse taal. De Bo werkte actief mee aan o.a. Loquela en Rond den Heerd. Postuum verschenen nog Schatten uit de volkstaal (1887) en De Bo’s Kruidwoordenboek, het resultaat van zijn levenslange botanische activiteiten.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); medewerker Rond den Heerd; medewerker Loquela; gelegenheidsgedichten
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamBeyaert-Storie, Karel
Datums° Brugge, 19/08/1848 - ✝ Brugge, 22/02/1922
GeslachtMannelijk
Beroepboekhandelaar; uitgever
BioKarel Beyaert was de zoon van Louis Beyaert-Defoort, een Brugse boekhandelaar en boekbinder. Hij studeerde aan het Sint-Lodewijkscollege van Brugge waar hij les kreeg van L.L. De Bo. Karel volgde zijn vader op en woonde in de Mariastraat in Brugge. Hij gaf veel werk uit van West-Vlaamse prominenten als De Bo, Huys, Duclos, enz. Hij was gehuwd met Marie Virginie Storie. Hij was een van de stichters van de Brugse Eigenaars- en Landbouwersbond en lid van de Confrérie de Saint-Michel die tot doel had de secularisatie terug te dringen.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamMeersseman, Desiderius-Gratianus
Datums° Geluveld, 27/02/1828 - ✝ Moorsele, 12/01/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; pastoor; auteur
BioDesiderius Meersseman was de zoon van Clement Meersseman, bakker, en Regina Liefooghe. Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 21/05/1853. Hij was leraar aan het Brugse Sint-Lodewijkscollege (21/05/1853 - 26/03/1875). Vervolgens was hij pastoor in Woumen (26/03/1875) en in Moorsele (20/09/1882). In 1860 hield hij te ’s-Hertogenbosch een lezing op het zesde Taal- en letterkundig Congres: Over eenige voordelen onzer moedertale in de eerste ontwikkeling en hoogere beschaving des geestes (Brugge, 1861). Hij was ook lid van de Gilde van Sinte Luitgaarde. Hij publiceerde een aantal redevoeringen waaronder twee die hij voor de Gilde van Sinte-Luitgaarde uitgaf in 1874 en 1876. Hij schreef in het tijdschrift Rond den Heerd en Biekorf. Hij publiceerde o.m. over de vervlaamsing van scheikundige termen.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; medewerker Rond den Heerd; Biekorf
NaamVan Droogenbroeck, Jan; Ferguut, Jan
Datums° Sint-Amands, 17/01/1835 - ✝ Schaarbeek, 27/05/1902
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; dichter; leraar; muziekleraar; ambtenaar; redacteur
BioJan Van Droogenbroeck was aanvankelijk onderwijzer in Schaarbeek (1855-1870). Vanaf 1870 gaf hij les aan de muziekschool van Schaarbeek en Sint-Joost. In 1877 werd hij ambtenaar aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Hij was een dichter en prozaschrijver die in het begin publiceerde onder het pseudoniem Jan Ferguut. Gezelle droeg aanvankelijk het gedicht Weldadig zonneweer op aan Jan Van Droogenbroeck. In Rijmsnoer liet hij deze opdracht vallen. Van Droogenbroeck had in 1896 de vijfjaarlijkse prijs voor poëzie toegewezen gekregen en niet Gezelle. Hij was medewerker van de tijdschriften De Toekomst en Noord en Zuid en hoofdredacteur van De Zweep.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamBrussel
GemeenteBrussel

Naam - instituut/vereniging

NaamSint-Lodewijkscollege Brugge
BeschrijvingHet Sint-Lodewijkscollege werd vanaf 9 oktober 1834 als bisschoppelijk college ingericht in de gebouwen van de voormalige Duinenabdij aan de Potterierei. In 1846 verhuisde de school naar de hoek van de Noordzandstraat en de Dweersstraat, waar het steeds verder uitbreidde tot de site te klein werd. In 1972 verliet het college de binnenstad voor zijn huidige locatie. Gezelle volgde er lagere school van 1 oktober 1841 tot 17 augustus 1846. Hij had er onder meer les van Ferdinand Van de Putte. Na zijn terugkeer naar Brugge hield hij nauw contact met de school, o.m. via Leonard Lodewijk De Bo die hij op het Grootseminarie had leren kennen en via oud-leerlingen als Hugo Verriest. Zo kwam hij ook in contact met een nieuwe generatie leerkrachten als Edward Van Robays, Jan Craeynest en Cyriel Delaere met wie hij het tijdschrift Biekorf stichtte.
Datering1834
Links[odis], [wikipedia]

Titel - ander werk

TitelDe Toekomst. (1857-1869: Tijdschrift voor onderwijzers.) (vanaf 1869: Tijdschrift voor opvoeding en onderwijs) (periodiek)
AuteurDomien Sleeckx, Albert Sleeckx, Arthur Cornette, Pol de Mont en Hypoliet Temmerman (redactie)
Datum1857-1898
PlaatsAntwerpen
UitgeverI.S. Van Doosselaere
Links[dbnl], [odis]
TitelGedichten
AuteurDe Bo, L.L.
Datum1873
PlaatsBrugge
UitgeverBeyaert-Defoort
TitelJoseph in Dothan
Auteurvan den Vondel, Joost
Datum1644
PlaatsAmsterdam
UitgeverDavid de Wees

Titel18/04/1874, Brugge, Desiderius-Gratianus Meersseman aan [Leonard Lodewijk De Bo]
EditeurEls Depuydt; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderMeersseman, Desiderius-Gratianus
Ontvanger[De Bo, Leonard Lodewijk]
Verzendingsdatum18/04/1874
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van de inhoud (zijn adres was Sint-Lodewijkscollege tot 1873 + verwijzing naar de kritiek op "Gedichten" van L.L. De Bo (1873) in het artikel van Nolet De Brauwere Van Steeland in de Toekomst Jrg. 3 (1 april 1874) nr. 4;
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 100x130
wit, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat fragment: bovenkant ontbreekt
Toevoegingen op zijde 2 rechts: taalkundige notities: haternijd (inkt, verticaal, hand G.G.) ; idem onderaan: Hatenyd vondel 325 (inkt, omgekeerd, hand L.L. De Bo)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3587, hatenijd
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|17292
Inhoud
IncipitHertelijke groetenissen in Ch. [J.]
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.