<Resultaat 180 van 2074

>

p1
The Reverend
Father Gezelle
From The Duchess of Norfolk.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamLeveson-Gower, Charlotte Sophia; Fitzalan-Howard, Charlotte; Duchess of Norfolk
Datums° Londen, 08/06/1788 - ✝ Londen, 05/07/1870
GeslachtVrouwelijk
Beroephertogin
VerblijfplaatsEngeland
BioCharlotte Leveson-Gower of Charlotte Fitzalan-Howard was de dochter van George Granville Leveson-Gower (1758-1833), de ‘1st Duke of Sutherland’, en van Elizabeth Gordon, de ‘19th Countess of Sutherland’. Ze werd geboren op 8 juni 1788, Duchess Street, Londen. George Granville Leveson-Gower was politicus, ambassadeur in Frankrijk (1790-1792) tijdens de revolutie, diplomaat en landeigenaar. Hij was gedurende het laatste deel van zijn leven de rijkste man van Groot-Brittannië. Charlotte huwde op 27 december 1814 met Henry Charles Howard (1791-1856), de zoon en erfgenaam van Bernard Edward Howard (1765-1842) die op zijn beurt de erfgenaam was van zijn kinderloze en oudere neef Charles Howard, de ‘11th Duke of Norfolk’. De moeder van Henry Charles Howard was lady Elizabeth Belasyse. Charlotte Fitzalan-Howard werd Countess of Arundel and Surrey in 1815 toen haar schoonvader Bernard Edward Howard, Earl of Surrey, de ‘12th Duke of Norfolk’ werd. Toen haar schoonvader overleed in 1842 kreeg ze de titel van ‘Duchess of Norfolk’, terwijl haar echtgenoot de titel kreeg van ‘13th Duke of Norfolk’. Charlotte was in 1842-1843 lady of the bedchamber van Queen Victoria. Henry Charles Howard en Charlotte Fitzalan-Howard kregen vijf kinderen. Henry Charles Howard en zijn vader Bernard Edward Howard waren Rooms katholiek, terwijl zijn moeder lady Elizabeth Belasyse Anglicaans was. In 1829, na de katholieke emancipatie, werd Henry Charles Howard, toen nog de Earl of Surrey (1815-1842), verkozen tot lid van de House of Commons. Hij werd de eerste Rooms katholieke volksvertegenwoordiger na de katholieke emancipatie. In 1841 werd hij lid van de House of Lords. De duchess zelf speelde een rol in de Oxford Movement en was actief betrokken bij de katholieke emancipatie te Sussex. Gezelle ontmoette haar op zijn Engelandreis te Arundel en was erg onder de indruk van deze katholieke hertogin. Ze was ook patrones van de Little Sisters of the Poor. De ‘Duchess of Norfolk’ legde tussen 1811 en 1823 een verzameling aan van 166 liederen en pianostukken. Die collectie bevindt zich in de Yale University. Charlotte stierf op 5 juli 1870, 25 Grosvenor square, Londen. Ze werd begraven in Fitzalan Chapel, te Arundel, Sussex.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; Oxford Movement
Bronnen https://www.geni.com/people/Charlotte-Leveson-Gower/6000000002188526606 ; https://nl.findagrave.com/memorial/29801562/charlotte-sophia-howard; https://gw.geneanet.org/dablocher?n=leveson+gower&oc=1&p=charlotte+sophia

Briefschrijver

NaamLeveson-Gower, Charlotte Sophia; Fitzalan-Howard, Charlotte; Duchess of Norfolk
Datums° Londen, 08/06/1788 - ✝ Londen, 05/07/1870
GeslachtVrouwelijk
Beroephertogin
VerblijfplaatsEngeland
BioCharlotte Leveson-Gower of Charlotte Fitzalan-Howard was de dochter van George Granville Leveson-Gower (1758-1833), de ‘1st Duke of Sutherland’, en van Elizabeth Gordon, de ‘19th Countess of Sutherland’. Ze werd geboren op 8 juni 1788, Duchess Street, Londen. George Granville Leveson-Gower was politicus, ambassadeur in Frankrijk (1790-1792) tijdens de revolutie, diplomaat en landeigenaar. Hij was gedurende het laatste deel van zijn leven de rijkste man van Groot-Brittannië. Charlotte huwde op 27 december 1814 met Henry Charles Howard (1791-1856), de zoon en erfgenaam van Bernard Edward Howard (1765-1842) die op zijn beurt de erfgenaam was van zijn kinderloze en oudere neef Charles Howard, de ‘11th Duke of Norfolk’. De moeder van Henry Charles Howard was lady Elizabeth Belasyse. Charlotte Fitzalan-Howard werd Countess of Arundel and Surrey in 1815 toen haar schoonvader Bernard Edward Howard, Earl of Surrey, de ‘12th Duke of Norfolk’ werd. Toen haar schoonvader overleed in 1842 kreeg ze de titel van ‘Duchess of Norfolk’, terwijl haar echtgenoot de titel kreeg van ‘13th Duke of Norfolk’. Charlotte was in 1842-1843 lady of the bedchamber van Queen Victoria. Henry Charles Howard en Charlotte Fitzalan-Howard kregen vijf kinderen. Henry Charles Howard en zijn vader Bernard Edward Howard waren Rooms katholiek, terwijl zijn moeder lady Elizabeth Belasyse Anglicaans was. In 1829, na de katholieke emancipatie, werd Henry Charles Howard, toen nog de Earl of Surrey (1815-1842), verkozen tot lid van de House of Commons. Hij werd de eerste Rooms katholieke volksvertegenwoordiger na de katholieke emancipatie. In 1841 werd hij lid van de House of Lords. De duchess zelf speelde een rol in de Oxford Movement en was actief betrokken bij de katholieke emancipatie te Sussex. Gezelle ontmoette haar op zijn Engelandreis te Arundel en was erg onder de indruk van deze katholieke hertogin. Ze was ook patrones van de Little Sisters of the Poor. De ‘Duchess of Norfolk’ legde tussen 1811 en 1823 een verzameling aan van 166 liederen en pianostukken. Die collectie bevindt zich in de Yale University. Charlotte stierf op 5 juli 1870, 25 Grosvenor square, Londen. Ze werd begraven in Fitzalan Chapel, te Arundel, Sussex.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; Oxford Movement
Bronnen https://www.geni.com/people/Charlotte-Leveson-Gower/6000000002188526606 ; https://nl.findagrave.com/memorial/29801562/charlotte-sophia-howard; https://gw.geneanet.org/dablocher?n=leveson+gower&oc=1&p=charlotte+sophia

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamNorfolk

Naam - persoon

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamLeveson-Gower, Charlotte Sophia; Fitzalan-Howard, Charlotte; Duchess of Norfolk
Datums° Londen, 08/06/1788 - ✝ Londen, 05/07/1870
GeslachtVrouwelijk
Beroephertogin
VerblijfplaatsEngeland
BioCharlotte Leveson-Gower of Charlotte Fitzalan-Howard was de dochter van George Granville Leveson-Gower (1758-1833), de ‘1st Duke of Sutherland’, en van Elizabeth Gordon, de ‘19th Countess of Sutherland’. Ze werd geboren op 8 juni 1788, Duchess Street, Londen. George Granville Leveson-Gower was politicus, ambassadeur in Frankrijk (1790-1792) tijdens de revolutie, diplomaat en landeigenaar. Hij was gedurende het laatste deel van zijn leven de rijkste man van Groot-Brittannië. Charlotte huwde op 27 december 1814 met Henry Charles Howard (1791-1856), de zoon en erfgenaam van Bernard Edward Howard (1765-1842) die op zijn beurt de erfgenaam was van zijn kinderloze en oudere neef Charles Howard, de ‘11th Duke of Norfolk’. De moeder van Henry Charles Howard was lady Elizabeth Belasyse. Charlotte Fitzalan-Howard werd Countess of Arundel and Surrey in 1815 toen haar schoonvader Bernard Edward Howard, Earl of Surrey, de ‘12th Duke of Norfolk’ werd. Toen haar schoonvader overleed in 1842 kreeg ze de titel van ‘Duchess of Norfolk’, terwijl haar echtgenoot de titel kreeg van ‘13th Duke of Norfolk’. Charlotte was in 1842-1843 lady of the bedchamber van Queen Victoria. Henry Charles Howard en Charlotte Fitzalan-Howard kregen vijf kinderen. Henry Charles Howard en zijn vader Bernard Edward Howard waren Rooms katholiek, terwijl zijn moeder lady Elizabeth Belasyse Anglicaans was. In 1829, na de katholieke emancipatie, werd Henry Charles Howard, toen nog de Earl of Surrey (1815-1842), verkozen tot lid van de House of Commons. Hij werd de eerste Rooms katholieke volksvertegenwoordiger na de katholieke emancipatie. In 1841 werd hij lid van de House of Lords. De duchess zelf speelde een rol in de Oxford Movement en was actief betrokken bij de katholieke emancipatie te Sussex. Gezelle ontmoette haar op zijn Engelandreis te Arundel en was erg onder de indruk van deze katholieke hertogin. Ze was ook patrones van de Little Sisters of the Poor. De ‘Duchess of Norfolk’ legde tussen 1811 en 1823 een verzameling aan van 166 liederen en pianostukken. Die collectie bevindt zich in de Yale University. Charlotte stierf op 5 juli 1870, 25 Grosvenor square, Londen. Ze werd begraven in Fitzalan Chapel, te Arundel, Sussex.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; Oxford Movement
Bronnen https://www.geni.com/people/Charlotte-Leveson-Gower/6000000002188526606 ; https://nl.findagrave.com/memorial/29801562/charlotte-sophia-howard; https://gw.geneanet.org/dablocher?n=leveson+gower&oc=1&p=charlotte+sophia

Naam - plaats

NaamNorfolk

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Leveson-Gower, Charlotte Sophia

Correspondenten

Gezelle, Guido
Leveson-Gower, Charlotte Sophia

Naam - persoon

Gezelle, Guido
Leveson-Gower, Charlotte Sophia

Naam - plaats

Norfolk

Plaats van verzending

Norfolk

Titel26/09/1863, [Norfolk], Charlotte Sophia Leveson-Gower (= Charlotte, Fitzalan-Howard; = Duchess of Norfolk) aan Guido Gezelle
EditeurEls Depuydt
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderLeveson-Gower, Charlotte Sophia
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum26/09/1863
VerzendingsplaatsNorfolk
AnnotatiePlaats gereconstrueerd.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 138x92
wit
papiersoort: 1 zijde beschreven ; zijde 1 met adressaat, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden enkel de adrespagina bleef bewaard, de brief zelf ontbreekt
watermerk: ongeïdentificeerd
Toevoegingen op zijde 4 rechts: 1863 (potlood, onbekende hand)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief4555
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|17420
Inhoud
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.