Brugge, den 21 Juli 1896
Mijnheer,
Het berek der feestviering ter eere van Zaligen Idisbald, vervult eene plicht met Ued. zijne rechtzinnige dankbetuigingen aan te bieden om de voorkomende goedheid met dewelke gij zijne aanvragen hebt beantwoord, evenals om de edelmoedige medehulpe waarmede gij het vereerd hebt; hetzij in het vieren der feesten, hetzij in ’t schikken van den stoet ter eere van den nieuwsten beschermheilige dien God ons heeft geschonken.
Het weze ons toegelaten Ued. te zeggen dat een voortreffelijk deel van den bijval dezer plechtigheden aan Ued. verschuldigd is.
Wij bidden Ued., M.…, te zamen met onzen innigsten dank ook de verzekering willen aanveerden van ons aller hoogachting.
IN NAME VAN HET BEREK,
DE SCHRIJVER, A De Leyn
DE VOORZITTER, Th. Goethals
Aan Mynheer den Doctor G. Gezelle Kortryk