Clémence Hiers,
Supérieure du Béguinage,
Eerbiedvolle Gelukwensching
Courtrai.
< | Resultaat 2043 van 2306 | > |
---|
Clémence Hiers,
Supérieure du Béguinage,
Eerbiedvolle Gelukwensching
Courtrai.
Naam | Gezelle, Guido; Loquela; Spoker |
---|---|
Datums | ° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist |
Bio | Guido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd. |
Links | [odis], [wikipedia], [dbnl] |
Naam | Hiers, Clementia |
---|---|
Datums | ° Kortrijk, 28/08/1819 - ✝ Kortrijk, 22/12/1899 |
Geslacht | Vrouwelijk |
Beroep | begijn; overste; auteur |
Bio | Clementia Hiers werd geboren te Kortrijk op 28 augustus 1819 als dochter van apotheker Charles Louis Hiers (1796-1875) en Marie Natalie Louise Reijnaert (1783-1854). Ze werd begijn te Kortrijk op 7 juli 1843 en legde op 12 september 1844 de kloostergeloften af en werd op 21 juni 1848 verkozen tot grootjuffrouw (overste) van het begijnhof in Kortrijk, dat onder haar leiding tot bloei kwam. Op haar initiatief werd een vernieuwde regel (1852) en ceremonieel (1853) ingevoerd. In 1853 opende ze ook een privéschool, het Institut Sainte Marie, waar zij samen met Marie Noppe aan 30-40 kinderen lesgaf. Later richtte zij ook een avondschool op. Zij was ook, naast degene die het begijnhof sterk uitbreidde, de initiatiefneemster van de Broederschap van de heiligen Apollonia, Margaretha en Godelieve (1860). Op haar 50-jarig kloosterjubileum (12-09-1893) werd haar een gebedenboek aangeboden, begeleid door een gedicht van Guido Gezelle (‘Och grootiefvrouw’). Zijzelf schreef ook gedichten in het Frans en het Nederlands, o.m. een gelegenheidsgedicht voor Gezelle in 1889 (‘Hoe fier was men in Kortrijkstad’) naar aanleiding van zijn benoeming tot ridder in de Leopoldsorde en de hem toegekende pauselijke onderscheiding ‘Pro Ecclesia et Pontifice’. Clementia Hiers hield ook tussen 1849 en 1871 een dagboek bij dat bewaard wordt in het Rijksarchief te Kortrijk. Zij overleed te Kortrijk op 22 december 1899. |
Links | [wikipedia] |
Relatie tot Gezelle | correspondent; gelegenheidsgedicht |
Naam | Hiers, Clementia |
---|---|
Datums | ° Kortrijk, 28/08/1819 - ✝ Kortrijk, 22/12/1899 |
Geslacht | Vrouwelijk |
Beroep | begijn; overste; auteur |
Bio | Clementia Hiers werd geboren te Kortrijk op 28 augustus 1819 als dochter van apotheker Charles Louis Hiers (1796-1875) en Marie Natalie Louise Reijnaert (1783-1854). Ze werd begijn te Kortrijk op 7 juli 1843 en legde op 12 september 1844 de kloostergeloften af en werd op 21 juni 1848 verkozen tot grootjuffrouw (overste) van het begijnhof in Kortrijk, dat onder haar leiding tot bloei kwam. Op haar initiatief werd een vernieuwde regel (1852) en ceremonieel (1853) ingevoerd. In 1853 opende ze ook een privéschool, het Institut Sainte Marie, waar zij samen met Marie Noppe aan 30-40 kinderen lesgaf. Later richtte zij ook een avondschool op. Zij was ook, naast degene die het begijnhof sterk uitbreidde, de initiatiefneemster van de Broederschap van de heiligen Apollonia, Margaretha en Godelieve (1860). Op haar 50-jarig kloosterjubileum (12-09-1893) werd haar een gebedenboek aangeboden, begeleid door een gedicht van Guido Gezelle (‘Och grootiefvrouw’). Zijzelf schreef ook gedichten in het Frans en het Nederlands, o.m. een gelegenheidsgedicht voor Gezelle in 1889 (‘Hoe fier was men in Kortrijkstad’) naar aanleiding van zijn benoeming tot ridder in de Leopoldsorde en de hem toegekende pauselijke onderscheiding ‘Pro Ecclesia et Pontifice’. Clementia Hiers hield ook tussen 1849 en 1871 een dagboek bij dat bewaard wordt in het Rijksarchief te Kortrijk. Zij overleed te Kortrijk op 22 december 1899. |
Links | [wikipedia] |
Relatie tot Gezelle | correspondent; gelegenheidsgedicht |
Naam | Gezelle, Guido; Loquela; Spoker |
---|---|
Datums | ° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist |
Bio | Guido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd. |
Links | [odis], [wikipedia], [dbnl] |
Naam | Hiers, Clementia |
---|---|
Datums | ° Kortrijk, 28/08/1819 - ✝ Kortrijk, 22/12/1899 |
Geslacht | Vrouwelijk |
Beroep | begijn; overste; auteur |
Bio | Clementia Hiers werd geboren te Kortrijk op 28 augustus 1819 als dochter van apotheker Charles Louis Hiers (1796-1875) en Marie Natalie Louise Reijnaert (1783-1854). Ze werd begijn te Kortrijk op 7 juli 1843 en legde op 12 september 1844 de kloostergeloften af en werd op 21 juni 1848 verkozen tot grootjuffrouw (overste) van het begijnhof in Kortrijk, dat onder haar leiding tot bloei kwam. Op haar initiatief werd een vernieuwde regel (1852) en ceremonieel (1853) ingevoerd. In 1853 opende ze ook een privéschool, het Institut Sainte Marie, waar zij samen met Marie Noppe aan 30-40 kinderen lesgaf. Later richtte zij ook een avondschool op. Zij was ook, naast degene die het begijnhof sterk uitbreidde, de initiatiefneemster van de Broederschap van de heiligen Apollonia, Margaretha en Godelieve (1860). Op haar 50-jarig kloosterjubileum (12-09-1893) werd haar een gebedenboek aangeboden, begeleid door een gedicht van Guido Gezelle (‘Och grootiefvrouw’). Zijzelf schreef ook gedichten in het Frans en het Nederlands, o.m. een gelegenheidsgedicht voor Gezelle in 1889 (‘Hoe fier was men in Kortrijkstad’) naar aanleiding van zijn benoeming tot ridder in de Leopoldsorde en de hem toegekende pauselijke onderscheiding ‘Pro Ecclesia et Pontifice’. Clementia Hiers hield ook tussen 1849 en 1871 een dagboek bij dat bewaard wordt in het Rijksarchief te Kortrijk. Zij overleed te Kortrijk op 22 december 1899. |
Links | [wikipedia] |
Relatie tot Gezelle | correspondent; gelegenheidsgedicht |