p1
Présenté à Le à
Aangeboden te Stekene Den 30-9-86 Ten 2,40s N° 422
Eer aan Gezelle onzen taalkenner en goeden vriend.
Amaat Joos.
Reçu à
Ontvangen ten: 3 h 15s
Le Télégraphiste: vs
p2Théodoor SevensOnderwyzer
Kortryk.
< | Resultaat 1020 van 2328 | > |
---|
Eer aan Gezelle onzen taalkenner en goeden vriend.
Reçu à
Ontvangen ten: 3 h 15s
Naam | Joos, Amaat; Seppens, A. |
---|---|
Datums | ° Hamme, 03/05/1855 - ✝ Gent, 15/08/1937 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; leraar; directeur; auteur; volkskundige |
Bio | Amaat Joos volgde Latijn-Grieks in Sint-Jozefs-Klein-Seminarie te Sint-Niklaas waar er een Vlaamsgezinde sfeer kon gedijen. Tijdens die periode startte zijn literaire activiteiten. Hij werd leider van de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging in het Waasland en uit contacten met Rodenbach ontstond samenwerking. In 1877 kwam er een eerste Studenten-Landdag in Gent onder zijn impuls, met zestig aanwezigen uit Sint-Niklaas. Als student aan het grootseminarie, bleef hij op de achtergrond voor de verdere werking. Vanaf 24/09/1879 werd hij leraar aan het Sint-Antoniuscollege te Ronse en vanaf 23/09/1880 aan de Normaalschool te Sint-Niklaas. Hij ontving zijn priesterwijding op 11 juni 1881. Op 29 december 1892 werd hij directeur van de bisschoppelijke normaalschool van Sint-Niklaas . In 1901 en 1905 werd hij respectievelijk corresponderend en actief lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. In 1914 werd hij als bestuurder van de KANTL gekozen en bleef dit wegens de oorlogstoestand tot 1920. Samen met het bestuur protesteerde hij tegen de oprichting van de Raad van Vlaanderen. Hij werd in 1908 lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden en was een actieve medewerker van het Davidsfonds. Verder is Joos ook bekend voor zijn studies over de volkstaal en volkskunde van zijn geboortestreek het Land van Waas. Samen met zijn studenten en de "Waasche Zanters" publiceerde hij rond 1900 het Waasch Idioticon en stichtte hij het volkskundig tijdschrift Vlaamsche Zanten (1899-1901). Zijn liefde voor de Vlaamse volkstaal uitte zich ook in het publiceren van sprookjes, raadsels en vertelsels die hij "Vlaamsche Schatten" noemde. Ook over pedagogie had hij een uitgesproken visie en gaf hij vaak lezingen. Hij schreef een levensschets van Guido Gezelle voor “Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde” (1924). |
Links | [odis], [wikipedia] |
Relatie tot Gezelle | correspondent; lid van Koninklijke Vlaamse Academie |
Bronnen | https://nevb.be/wiki/Joos,_Amaat |
Naam | Sevens, Theodoor; Pieter-Theodoor; 'het Leeuw' |
---|---|
Datums | ° Kinrooi, 16/05/1848 - ✝ Kortrijk, 10/04/1927 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | leraar; directeur; auteur |
Bio | Theodoor Sevens studeerde voor onderwijzer aan de Normaalschool te Lier en verhuisde daarna in 1869 naar West-Vlaanderen. Te Dudzele trouwde hij op 11/12/1872 met Louisa Bastoen, met wie hij vijf kinderen kreeg. Hij was opeenvolgend leraar te Lissewege (1869-1870), Dudzele (1870-1872), Lapscheure (1872-1881) en Kortrijk (1881-1925), waar hij algauw directeur werd. Hij stichtte er in 1881 een afdeling van het Davidsfonds en werd in 1882 lid van het hoofdbestuur van het Davidsfonds West-Vlaanderen. Hij was goed bevriend met Guido Gezelle en gaf dan ook een redevoering op zijn lijkdienst te Kortrijk (06/12/1899). Ook was hij secretaris van het 27ste Nederlandse Taal- en Letterkundig Congres (1902, Kortrijk). Daarnaast schreef hij vele gedichten, kinderliederen, koralen en levensschetsen, waaronder ‘Hulde aan Conscience’ (1883). Gedichten en artikels van zijn hand verschenen in o.a. "Rond den Heerd" en "De gazet van Kortrijk" en hij werkte mee aan "De Banier" en "Jong Vlaanderen". |
Links | [odis], [dbnl] |
Naam | Joos, Amaat; Seppens, A. |
---|---|
Datums | ° Hamme, 03/05/1855 - ✝ Gent, 15/08/1937 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; leraar; directeur; auteur; volkskundige |
Bio | Amaat Joos volgde Latijn-Grieks in Sint-Jozefs-Klein-Seminarie te Sint-Niklaas waar er een Vlaamsgezinde sfeer kon gedijen. Tijdens die periode startte zijn literaire activiteiten. Hij werd leider van de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging in het Waasland en uit contacten met Rodenbach ontstond samenwerking. In 1877 kwam er een eerste Studenten-Landdag in Gent onder zijn impuls, met zestig aanwezigen uit Sint-Niklaas. Als student aan het grootseminarie, bleef hij op de achtergrond voor de verdere werking. Vanaf 24/09/1879 werd hij leraar aan het Sint-Antoniuscollege te Ronse en vanaf 23/09/1880 aan de Normaalschool te Sint-Niklaas. Hij ontving zijn priesterwijding op 11 juni 1881. Op 29 december 1892 werd hij directeur van de bisschoppelijke normaalschool van Sint-Niklaas . In 1901 en 1905 werd hij respectievelijk corresponderend en actief lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. In 1914 werd hij als bestuurder van de KANTL gekozen en bleef dit wegens de oorlogstoestand tot 1920. Samen met het bestuur protesteerde hij tegen de oprichting van de Raad van Vlaanderen. Hij werd in 1908 lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden en was een actieve medewerker van het Davidsfonds. Verder is Joos ook bekend voor zijn studies over de volkstaal en volkskunde van zijn geboortestreek het Land van Waas. Samen met zijn studenten en de "Waasche Zanters" publiceerde hij rond 1900 het Waasch Idioticon en stichtte hij het volkskundig tijdschrift Vlaamsche Zanten (1899-1901). Zijn liefde voor de Vlaamse volkstaal uitte zich ook in het publiceren van sprookjes, raadsels en vertelsels die hij "Vlaamsche Schatten" noemde. Ook over pedagogie had hij een uitgesproken visie en gaf hij vaak lezingen. Hij schreef een levensschets van Guido Gezelle voor “Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde” (1924). |
Links | [odis], [wikipedia] |
Relatie tot Gezelle | correspondent; lid van Koninklijke Vlaamse Academie |
Bronnen | https://nevb.be/wiki/Joos,_Amaat |
Naam | Sevens, Theodoor; Pieter-Theodoor; 'het Leeuw' |
---|---|
Datums | ° Kinrooi, 16/05/1848 - ✝ Kortrijk, 10/04/1927 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | leraar; directeur; auteur |
Bio | Theodoor Sevens studeerde voor onderwijzer aan de Normaalschool te Lier en verhuisde daarna in 1869 naar West-Vlaanderen. Te Dudzele trouwde hij op 11/12/1872 met Louisa Bastoen, met wie hij vijf kinderen kreeg. Hij was opeenvolgend leraar te Lissewege (1869-1870), Dudzele (1870-1872), Lapscheure (1872-1881) en Kortrijk (1881-1925), waar hij algauw directeur werd. Hij stichtte er in 1881 een afdeling van het Davidsfonds en werd in 1882 lid van het hoofdbestuur van het Davidsfonds West-Vlaanderen. Hij was goed bevriend met Guido Gezelle en gaf dan ook een redevoering op zijn lijkdienst te Kortrijk (06/12/1899). Ook was hij secretaris van het 27ste Nederlandse Taal- en Letterkundig Congres (1902, Kortrijk). Daarnaast schreef hij vele gedichten, kinderliederen, koralen en levensschetsen, waaronder ‘Hulde aan Conscience’ (1883). Gedichten en artikels van zijn hand verschenen in o.a. "Rond den Heerd" en "De gazet van Kortrijk" en hij werkte mee aan "De Banier" en "Jong Vlaanderen". |
Links | [odis], [dbnl] |
Naam | Gezelle, Guido; Loquela; Spoker |
---|---|
Datums | ° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist |
Bio | Guido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd. |
Links | [odis], [wikipedia], [dbnl] |
Naam | Joos, Amaat; Seppens, A. |
---|---|
Datums | ° Hamme, 03/05/1855 - ✝ Gent, 15/08/1937 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; leraar; directeur; auteur; volkskundige |
Bio | Amaat Joos volgde Latijn-Grieks in Sint-Jozefs-Klein-Seminarie te Sint-Niklaas waar er een Vlaamsgezinde sfeer kon gedijen. Tijdens die periode startte zijn literaire activiteiten. Hij werd leider van de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging in het Waasland en uit contacten met Rodenbach ontstond samenwerking. In 1877 kwam er een eerste Studenten-Landdag in Gent onder zijn impuls, met zestig aanwezigen uit Sint-Niklaas. Als student aan het grootseminarie, bleef hij op de achtergrond voor de verdere werking. Vanaf 24/09/1879 werd hij leraar aan het Sint-Antoniuscollege te Ronse en vanaf 23/09/1880 aan de Normaalschool te Sint-Niklaas. Hij ontving zijn priesterwijding op 11 juni 1881. Op 29 december 1892 werd hij directeur van de bisschoppelijke normaalschool van Sint-Niklaas . In 1901 en 1905 werd hij respectievelijk corresponderend en actief lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. In 1914 werd hij als bestuurder van de KANTL gekozen en bleef dit wegens de oorlogstoestand tot 1920. Samen met het bestuur protesteerde hij tegen de oprichting van de Raad van Vlaanderen. Hij werd in 1908 lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden en was een actieve medewerker van het Davidsfonds. Verder is Joos ook bekend voor zijn studies over de volkstaal en volkskunde van zijn geboortestreek het Land van Waas. Samen met zijn studenten en de "Waasche Zanters" publiceerde hij rond 1900 het Waasch Idioticon en stichtte hij het volkskundig tijdschrift Vlaamsche Zanten (1899-1901). Zijn liefde voor de Vlaamse volkstaal uitte zich ook in het publiceren van sprookjes, raadsels en vertelsels die hij "Vlaamsche Schatten" noemde. Ook over pedagogie had hij een uitgesproken visie en gaf hij vaak lezingen. Hij schreef een levensschets van Guido Gezelle voor “Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde” (1924). |
Links | [odis], [wikipedia] |
Relatie tot Gezelle | correspondent; lid van Koninklijke Vlaamse Academie |
Bronnen | https://nevb.be/wiki/Joos,_Amaat |
Naam | Sevens, Theodoor; Pieter-Theodoor; 'het Leeuw' |
---|---|
Datums | ° Kinrooi, 16/05/1848 - ✝ Kortrijk, 10/04/1927 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | leraar; directeur; auteur |
Bio | Theodoor Sevens studeerde voor onderwijzer aan de Normaalschool te Lier en verhuisde daarna in 1869 naar West-Vlaanderen. Te Dudzele trouwde hij op 11/12/1872 met Louisa Bastoen, met wie hij vijf kinderen kreeg. Hij was opeenvolgend leraar te Lissewege (1869-1870), Dudzele (1870-1872), Lapscheure (1872-1881) en Kortrijk (1881-1925), waar hij algauw directeur werd. Hij stichtte er in 1881 een afdeling van het Davidsfonds en werd in 1882 lid van het hoofdbestuur van het Davidsfonds West-Vlaanderen. Hij was goed bevriend met Guido Gezelle en gaf dan ook een redevoering op zijn lijkdienst te Kortrijk (06/12/1899). Ook was hij secretaris van het 27ste Nederlandse Taal- en Letterkundig Congres (1902, Kortrijk). Daarnaast schreef hij vele gedichten, kinderliederen, koralen en levensschetsen, waaronder ‘Hulde aan Conscience’ (1883). Gedichten en artikels van zijn hand verschenen in o.a. "Rond den Heerd" en "De gazet van Kortrijk" en hij werkte mee aan "De Banier" en "Jong Vlaanderen". |
Links | [odis], [dbnl] |