Leuven 19 juli 1886.
Wel Eerwaarde Heer,
Ontvangt mijne beste dankbetuiging voor uwe gelukwenschen, en tevens mijnen gelukwensch niet alléén voor uwe benoeming, maar ook om de gewichtige aanwinst welke onze Akademie door uwe benoeming gedaan heeft. Het zal noodig zijn ons te verstaan aangaande de benoeming der zeven leden, en ik hoop u later hierover te schrijven of te spreken.
Met eerbiedige hoogachting
P. Willems