Ei zoo bouwden[1]
eens twee ouden,
heilige nu zoo dan nog niet
en van vlerken
al even sterke
dichteren 't Te Deum lied.
eens twee ouden,
heilige nu zoo dan nog niet
en van vlerken
al even sterke
dichteren 't Te Deum lied.
en zoo zaten
lang na daten
dezer daar twee anderen toen
ach hoe falend
nachtegalend
‘t nachtergaaltje eens na te doen
lang na daten
dezer daar twee anderen toen
ach hoe falend
nachtegalend
‘t nachtergaaltje eens na te doen
p2