<Resultaat 314 van 2074

>

p1

Respectable Vicaire

I wish you a very happy and holy newyear, a year wich may reply in all, to the noble desires of your heart

Digne Vicaire, vous êtes sans doute étonné de ne pas recevoir l’histoire de mon cousin, mais je n’ai encore rien reçu. A l’occasion de la nouvelle année je lui ai envoyé une lettre avec celle de mon cousin son neveu, et j’espère qu’il y répondra maintenant, je ne manquerai pas de vous communiquer ses nouvelles.

La vielle de ma rentrée au pensionnat Melle Joye, chez qui j’étais, a reçu une paquet comprenant vingt-et-une lettres de Mr Walais de la Chine, j’ai été un peu trop curieuse, je voulais les lire toutes le même soir parce que je devais

p2partir le lendemain et j’en ai beaucoup oublié, d’ailleur il y en avait plusieurs qu’il avait écrites à son petit frère et c’était tous des exhortations, comment il devait faire son devoir pour acquérir une vertu solide, un zèle ardent pour le salut des âmes, prier pour connaître la volonté divine et s’adonner à l’étude. Je crois que Monsieur Edmond voudrait que son Désirétje le suivît. Ce sont ces derniers passages, Monsieur, que j’ai le mieux retenus, car je pouvais moi-même en tirer des fruits Je vous ne l’ai pas transmis, car vous n’avez pas besoin de sermon, Entre autre, Respectable Vicaire il y avait une lettre flamande dans laquelle j’ai trouvé votre nom et je pourrais encore vous dire cette phrase littéralement. Mama gelieft de goedheid te hebben het jaar 30 met de engelsche maal tep3zenden, ik lees dat gazetje zoo geerne want Guido Gezelle is toch zulk nen kluchtigaard, maar hij nijpt altemets nen keer toe weije.

Monsieur Van Den Broucke m’a dit qu’il vous a écrit et il m’a communiqué l’abrégé de sa lettre Daignez permettre que je recommande encore ce que Mr vous a demandé pour moi.

Monsieur Loijs a écrit a Monsieur De Neve, depuis quelques jours, pour prendre des arrangements, et nous n’avons pas encore eu de réponse, quant à moi tout ce que Dieu envoie est bien venu

Digne Vicaire, je n’ai pas écrit pour souhaiter la bonne annee à Melle Camille puisqu’elle n’a pas répondu à mes autres lettres je ne sais pas si mes nouvelles lui sont agréables.

Veuillez avoir la bonté de présenter mes bons souhaits à
p4
Mademoiselle votre Soeur ainsi que à Melle Camille et Daignez m’envoyer, Monsieur, votre bénédiction

Votre tres humble et reconaissante

Julie Van Renterghem

Moorslede, le 28 decembre 1868.

Noten

Vogels Met blauw potlood geschreven. Met blauw potlood geschreven.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVan Renterghem, Julie; sister Mary Mathilda; zuster Elias
GeslachtVrouwelijk
BioJulie Van Renterghem werd op 1 mei 1848 te Moorslede geboren als dochter van Charles (1816-1853) en Barbara Coleta Van Gheluwe (1818-1854). Ze was enig kind en werd op 6-jarige leeftijd wees. Uit haar correspondentie blijkt dat ze in de jaren 1860 op pensionaat studeerde. Vanaf 1859 konden religieuzen aan de normaalschool van de Dames van Sint-Andreas in Brugge zich voorbereiden op een taak als onderwijzeres dankzij gedegen godsdienstlessen en een cursus moderne pedagogiek. De vakken Frans en occasionele lessen Engels door Guido Gezelle lieten hen toe later in het buitenland te communiceren met de plaatselijke bevolking. Julie komt niet voor in de oud-leerlinglijsten van deze school, al blijkt uit haar briefwisseling dat ze bekend was met enkele zusters (Julie Van De Pitte en Theresia Persyn) en met de overste van de Dames van Sint-Andreas (Sylvia Dullaert). Omdat ze missiezuster wilde worden, vroeg ze daarbij aan Gezelle om een geschikte missiepost. Verder deelde ze enkele gemeenschappelijke kennissen met hem, waaronder Jan De Neve, rector van het Amerikaans college te Leuven, Camillus Maes, pastoor in Mount Clemens, en Edmond Wallays, oud-leerling van het Klein Seminarie Roeselare en missionaris in Maleisië. Uiteindelijk belandde Julie in 1870 in Amerika, in het ‘Couvent du coeur Immaculé de Marie’ in Monroe. Ze deed er haar noviciaat en ‘nam het habijt aan’ als sister Mary Mathilda. Vermoedelijk is haar passage daar van korte duur geweest. Er zijn in ieder geval geen sporen van haar teruggevonden in de archieven van het IHM klooster in Monroe. Bovendien is terug te vinden dat ze in 1872 intrad bij de Maricolen te Brugge, waar ze in 1874 haar geloften aflegde en de kloosternaam ‘Elias’ aannam. Ze verbleef in het klooster van Sijsele. Aangezien de zusters onderwijs verstrekten voor meisjes uit de burgerij en de armere bevolking, kan verondersteld worden dat ze les gaf. Ze stierf uiteindelijk op 4 maart 1891, op vrij jonge leeftijd, in het moederklooster te Brugge.
Links[odis]
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/archiefbank; https://nl.geneanet.org/; https://www.familysearch.org/ark:/61903/1:1:QJ1S-C95G

Briefschrijver

NaamVan Renterghem, Julie; sister Mary Mathilda; zuster Elias
GeslachtVrouwelijk
BioJulie Van Renterghem werd op 1 mei 1848 te Moorslede geboren als dochter van Charles (1816-1853) en Barbara Coleta Van Gheluwe (1818-1854). Ze was enig kind en werd op 6-jarige leeftijd wees. Uit haar correspondentie blijkt dat ze in de jaren 1860 op pensionaat studeerde. Vanaf 1859 konden religieuzen aan de normaalschool van de Dames van Sint-Andreas in Brugge zich voorbereiden op een taak als onderwijzeres dankzij gedegen godsdienstlessen en een cursus moderne pedagogiek. De vakken Frans en occasionele lessen Engels door Guido Gezelle lieten hen toe later in het buitenland te communiceren met de plaatselijke bevolking. Julie komt niet voor in de oud-leerlinglijsten van deze school, al blijkt uit haar briefwisseling dat ze bekend was met enkele zusters (Julie Van De Pitte en Theresia Persyn) en met de overste van de Dames van Sint-Andreas (Sylvia Dullaert). Omdat ze missiezuster wilde worden, vroeg ze daarbij aan Gezelle om een geschikte missiepost. Verder deelde ze enkele gemeenschappelijke kennissen met hem, waaronder Jan De Neve, rector van het Amerikaans college te Leuven, Camillus Maes, pastoor in Mount Clemens, en Edmond Wallays, oud-leerling van het Klein Seminarie Roeselare en missionaris in Maleisië. Uiteindelijk belandde Julie in 1870 in Amerika, in het ‘Couvent du coeur Immaculé de Marie’ in Monroe. Ze deed er haar noviciaat en ‘nam het habijt aan’ als sister Mary Mathilda. Vermoedelijk is haar passage daar van korte duur geweest. Er zijn in ieder geval geen sporen van haar teruggevonden in de archieven van het IHM klooster in Monroe. Bovendien is terug te vinden dat ze in 1872 intrad bij de Maricolen te Brugge, waar ze in 1874 haar geloften aflegde en de kloosternaam ‘Elias’ aannam. Ze verbleef in het klooster van Sijsele. Aangezien de zusters onderwijs verstrekten voor meisjes uit de burgerij en de armere bevolking, kan verondersteld worden dat ze les gaf. Ze stierf uiteindelijk op 4 maart 1891, op vrij jonge leeftijd, in het moederklooster te Brugge.
Links[odis]
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/archiefbank; https://nl.geneanet.org/; https://www.familysearch.org/ark:/61903/1:1:QJ1S-C95G

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamMoorslede
GemeenteMoorslede

Naam - persoon

Naamonbekend
NaamDe Neve, Jan; John
Datums° Evergem, 05/07/1821 - ✝ Lier, 11/04/1898
GeslachtMannelijk
Beroeppastoor; rector Amerikaans College (Rome)
VerblijfplaatsAmerika
BioJan De Neve werd in 1821 geboren te Evergem, in 1847 tot priester gewijd van het bisdom Gent en daarna benoemd tot onderpastoor van achtereenvolgens Ronse en Waarschoot. In oktober 1856 verliet hij België om missionariswerk te doen in Amerika, in het aartsbisdom Detroit (Michigan). Bijna meteen werd hij aangesteld als parochiepriester van de stad Niles, waar hij zich de taal, de plaatselijke cultuur en het katholieke pastorale leven eigen maakte. In 1860 werd hij benoemd tot rector van het American College in Leuven, waardoor hij naar België terugkeerde. De verwachtingen waren hooggespannen. Hij moest het vertrouwen winnen van mogelijke sponsors, de begroting op orde stellen, erkenning afdwingen van de Vaticaanse Congregatie voor het verspreiden van het geloof en de Belgische bisschoppen overtuigen om hun seminaristen naar gevaarlijke missieposten in Noord-Amerika te laten vertrekken. Ook nadat ze naar Amerika waren getrokken, bleef Jan De Neve een intense briefwisseling met hen onderhouden. De intensiteit van deze taak bracht hem echter tot op de rand van een zenuwinzinking. Een zelfmoordpoging leidde tot zijn ontslag en hij verbleef gedurende zeven jaar ‘gedwongen’ in een sanatorium te Diest. Vanaf 1881 bezocht De Neve de Amerikaanse en Belgische bisschoppen en priesters om ‘restitutio in integrum’ te bekomen en opnieuw rector te worden. Ondanks de tegenstand vanuit Amerika, waar men het gebrek aan externe controle vreesde, ging hij toch terug aan de slag en vrijwaarde hij het bestaan van het college voor de toekomst. Moegestreden en een zenuwinzinking nabij nam hij in 1891 ontslag. Hij ging op rust in een home voor priesters te Lier, waar hij op 11 april 1898 stierf.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenK.A. Codd, A Favored Portion of the Vineyard. A Study of the American College Missionaries on the North Pacific Coast 1857-1907. Dr. thesis KULeuven, 2007 ( https://docplayer.net/48380550-A-favored-portion-of-the-vineyard.html ); https://www.encyclopedia.com/religion/encyclopedias-almanacs-transcripts-and-maps/de-neve-john; https://nl.wikipedia.org/wiki/Amerikaans_College;
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamLoys, Alphonsus Eugenius
Datums° Gent, 28/09/1832 - ✝ Roeselare, 28/12/1912
GeslachtMannelijk
BioAlfons Loys werd geboren te Gent op 28 september 1832 als zoon van Desiderius, majoor bij de Franse rijkswacht, en Juliana Waignien. Hij studeerde Latijn aan het bisschoppelijk college van Menen, en kwam er terug als leraar in september 1855. Op 22 december van dat jaar werd hij tot priester gewijd in Brugge. Hij werd achtereenvolgens onderpastoor in de Sint-Blaaskerk te Jabbeke (1859), in de Sint-Maartenskerk te Ardooie (1861), in de Sint-Michielskerk te Roeselare (1865), legeraalmoezenier van het garnizoen in Brugge (1872), pastoor in de Sint-Medaarskerk van Eernegem (1874), en ten slotte pastoor-deken van de Sint-Michielskerk te Roeselare (1877). Een uitgebreid in memoriam in ‘Het Iseghemsche Volk’ omschreef hem als vriendelijk en goedhartig van aard, terwijl hij door zijn fiere houding en scherpe blik gezag uitstraalde. Na de afkondiging van de wet Humbert door de liberale regering Frère-Oban in 1879 ijverde hij strijdvaardig voor het katholiek onderwijs en de vrijheid van godsdienst in Roeselare. De herstellingswerken van de Sint-Michielskerk werden door hem geconcipieerd en georganiseerd, maar door zijn dood heeft hij de voltooiing ervan niet meer kunnen aanschouwen. Gotische kerkgewaden en plechtige gezangen gaven zijn misvieringen de nodige luister. Rijk en arm stond hij bij met raad en daad. Na een slepende ziekte overleed hij op zaterdag 28 december 1912.
Links[odis]
Bronnen https://www.yumpu.com/nl/document/read/19847134/03-01-1913-ten-mandere-izegem (Dood van Zeer Eerw. Heer Loys, in: 'Het Iseghemsche Volk' (03/01/1913)); https://www.delcampe.net/en_GB/collectables/devotion-images/eerwaarde-alfons-loys-gent-1832-roeselare-1912-leraar-college-menen-aalmoezenier-leger-brugge-jabbeke-ardooie-eernegem-1833751392.html?refresh=bids#tab-bids;
NaamVan Den Broucke, Carolus Josephus
Datums° Eernegem, 04/07/1827 - ✝ Moorslede, 03/02/1901
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; coadjutor; onderpastoor
BioCarolus Josephus Van den Broucke werd op 4 juli 1827 te Eernegem geboren als zoon van de bakker Carolus Josephus (1781-1866) en Isabella Theresia Carbonez (1786-1837). Op 28 mei 1856 werd hij te Brugge tot priester gewijd en in datzelfde jaar tot coadjutor benoemd in de Sint-Lambertuskerk van Oedelem. Kort voor Kerstmis van 1858 werd hij aangesteld als onderpastoor van de Sint-Martinuskerk te Moorslede. In 1882 stond hij mee aan de wieg van Koninklijke Harmonie De Verenigde Vrienden. Op 14 juli 1900 nam hij ontslag als onderpastoor en hij stierf op 3 februari 1901.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen https://www.harmoniemoorslede.be/historiek.html; https://nl.geneanet.org/
NaamVan Renterghem, Julie; sister Mary Mathilda; zuster Elias
GeslachtVrouwelijk
BioJulie Van Renterghem werd op 1 mei 1848 te Moorslede geboren als dochter van Charles (1816-1853) en Barbara Coleta Van Gheluwe (1818-1854). Ze was enig kind en werd op 6-jarige leeftijd wees. Uit haar correspondentie blijkt dat ze in de jaren 1860 op pensionaat studeerde. Vanaf 1859 konden religieuzen aan de normaalschool van de Dames van Sint-Andreas in Brugge zich voorbereiden op een taak als onderwijzeres dankzij gedegen godsdienstlessen en een cursus moderne pedagogiek. De vakken Frans en occasionele lessen Engels door Guido Gezelle lieten hen toe later in het buitenland te communiceren met de plaatselijke bevolking. Julie komt niet voor in de oud-leerlinglijsten van deze school, al blijkt uit haar briefwisseling dat ze bekend was met enkele zusters (Julie Van De Pitte en Theresia Persyn) en met de overste van de Dames van Sint-Andreas (Sylvia Dullaert). Omdat ze missiezuster wilde worden, vroeg ze daarbij aan Gezelle om een geschikte missiepost. Verder deelde ze enkele gemeenschappelijke kennissen met hem, waaronder Jan De Neve, rector van het Amerikaans college te Leuven, Camillus Maes, pastoor in Mount Clemens, en Edmond Wallays, oud-leerling van het Klein Seminarie Roeselare en missionaris in Maleisië. Uiteindelijk belandde Julie in 1870 in Amerika, in het ‘Couvent du coeur Immaculé de Marie’ in Monroe. Ze deed er haar noviciaat en ‘nam het habijt aan’ als sister Mary Mathilda. Vermoedelijk is haar passage daar van korte duur geweest. Er zijn in ieder geval geen sporen van haar teruggevonden in de archieven van het IHM klooster in Monroe. Bovendien is terug te vinden dat ze in 1872 intrad bij de Maricolen te Brugge, waar ze in 1874 haar geloften aflegde en de kloosternaam ‘Elias’ aannam. Ze verbleef in het klooster van Sijsele. Aangezien de zusters onderwijs verstrekten voor meisjes uit de burgerij en de armere bevolking, kan verondersteld worden dat ze les gaf. Ze stierf uiteindelijk op 4 maart 1891, op vrij jonge leeftijd, in het moederklooster te Brugge.
Links[odis]
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/archiefbank; https://nl.geneanet.org/; https://www.familysearch.org/ark:/61903/1:1:QJ1S-C95G
NaamWallays, Edmond
Datums° Leffinge, 31/08/1842 - ✝ Penang (Malesië), 26/07/1929
GeslachtMannelijk
Beroepmissionaris; directeur
VerblijfplaatsMaleisië
BioWallays was leerling van Guido Gezelle aan het kleinseminarie te Roeselare (1857-1861), en verbleef er als kostganger zoals zijn broer Ludovicus. Hij studeerde er filosofie in 1862. Op 10 juli 1865 werd hij tot priester gewijd te Parijs, en hij studeerde er verder aan La Société des Missions Etrangères, waar op dat ogenblik drie Vlaamse studenten school liepen. Na zijn Parijse studies kon Wallays in het najaar van 1865 vertrekken naar Shangai. Zijn verblijf daar was van korte duur want, in 1866 werkte Wallays aan het seminarie van Pulo Penang in Maleïsie. Dit seminarie was een opleidingscentrum van Les Missions Etrangères voor zendelingen in het Verre Oosten. Van dit seminarie werd Wallays directeur en in 1885 superieur. Tijdschrift Biekorf meldde in 1891 dat Wallays terugkeerde naar België om te herstellen van een leverziekte. In april 1894 nam hij ontslag als superieur.
Relatie tot Gezellecorrespondent; oud-leerling kleinseminarie Roeselare; lid van Gezelles confraternity
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Reizen in den Geest, p.136-137; https://www.irfa.paris/fr/notices/notices-necrologiques/wallays-1842-1925; https://www.zwinstreek.eu/component/content/article/202-geschiedenis/heemkundige-kringen/publicaties-heemkunde/12524-burgemeester-dokter-desire-wallays-1895-1904-westkapene-kleindochters-op-zoek-naar-hun-roots-2004-03
NaamDumolin, Camilla Constantia; Dumolin, Camille
Datums° Vladslo, 06/07/1807 - ✝ Brugge, 21/06/1886
GeslachtVrouwelijk
Beroephandelaar
BioCamilla Constantia Dumolin werd geboren op 6 juli 1807 in Vladslo. Ze woonde bij weduwe Theodora Reyngout-Van Poucke (vermoedelijk haar tante), die op het Sint-Jansplein 7 te Brugge een wijnhandel had. In 1860 nam ze de zaak over tot haar dood op 21 juni 1886. Ze bleef ongehuwd. Gezelle ging vaak eten op het plein, ook wel de Kiekenmarkt genoemd, en was een frequent bezoeker van de wijnhandel (zie briefwisseling met Leopold Slosse). Florence Gezelle liet via haar de post aan Guido Gezelle bezorgen zodat ze niet onderschept werd door de meid Stéphanie Hendryckx.
NaamVanrenterghem, Henry
Datums° Zwevezele, 14/02/1816 - ✝ Mount Clemens, 20/11/1869
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; missionaris
VerblijfplaatsAmerika
BioHenry Vanrenterghem werd geboren op 14 februari 1816 in Zwevezele als zoon van Amand Vanrenterghem (1783-1831) en Therese Hoet (1781-1827). Op 22 maart 1845 werd deze missionaris tot priester gewijd door Pieter-Paul Lefevere, bisschop van Detroit. Lefevere was oud-leerling van het Klein Seminarie in Roeselare en verwant met de familie Gezelle. Vanrenterghems eerste missiepost bevond zich op Mackinac Island (Michigan). Maar doordat het gure winterklimaat van dit noordelijk eiland te veel van zijn zwakke gezondheid en krachten had gevergd, werd hij in 1846 door Lefevere overgeplaatst naar de meer zuidelijk gelegen Mount Clemens, nabij Detroit. Daar werd hij pastoor van de Sint-Pieterskerk en moest hij een parochie bedienen die zich over een gebied van 60 mijl uitstrekte. Deze jonge herder reisde uren, dagen te voet, te paard of per boot langs dichte wouden en zompige moerassen om de erediensten en sacramenten te verzorgen en ‘verloren schapen’ terug bij de kudde te brengen. In 1858 ging hij op bedelronde in België en investeerde deze gelden in de Sint-Pieterskerk met aangrenzend klasgebouw. Zijn niet aflatend doorzettingsvermogen dwong respect af van de plaatselijke bevolking. Men noemde Father Vanrenterghem ‘le petit bon père’. Moegestreden en ziek stierf hij op 20 november 1869.
Relatie tot Gezellecollega
Bronnen https://detroitchurchblog.blogspot.com/2017/11/; https://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/nbwv/#page=252&accessor=accessor_index&source=4; https://nl.geneanet.org/archives/ouvrages?action=detail&book_type=livre&livre_id=75674&page=188&name=VAN+RENTERGHEM&with_variantes=0; J. Bittremieux & J. Van der Heyden, The right reverend Camillus P. Maes, bishop of Covington. In: Records of the American Catholic Historical Society of Philadelphia, Vol. 33 (1922), No. 2, p. 97-143 (https://www.jstor.org/stable/44208573); Rond den Heerd 5 (1870) 18, p. 143-144; Rond den Heerd 5 (1870) 36, p. 286-287.; https://nl.geneanet.org/;
NaamWallays, Desiré Bernardus
Datums° Leffinge, 26/06/1852 - ✝ Westkapelle, 20/01/1905
GeslachtMannelijk
Beroeparts; burgemeester
BioDesiré Bernardus Wallays werd geboren op 26 juni 1852 te Leffinge. Na zijn humaniora in het Klein Seminarie te Roeselare studeerde hij aan de universiteit van Leuven en Gent waar hij het diploma van ‘Geneesheer, chirurgie en verloskunde’ behaalde. Hij huwde op 20 augustus 1885 met Nathalie Vandesande (1864-1914); ze kregen zeven kinderen. In 1887 vestigde hij zich als geneesheer in Westkapelle en in 1894 in Knokke. Toen daar een gedeelte van het strand van staatswege uitgebaat mocht worden, werd hij er in 1893 hoofd van de badendienst. Hij begon al snel aan een politieke loopbaan. In 1890 werd hij verkozen tot gemeenteraadslid, en in 1895 als burgemeester van Westkapelle. Hij behield deze functie tot 1904. Hij slaagde erin om samen met de kerkfabriek voldoende gelden vrij te maken voor de uitvoering van de herstellingswerken aan de Sint-Niklaaskerk van Westkapelle. Dokter Wallays stierf op 20 januari 1905 en stond bekend als een liberale christen.
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie Roeselare
BronnenJ. Couwyzer & C. Dewilde, Burgemeester-Dokter Désiré Wallays (1895-1904) Westkapelle. Kleindochters op zoek naar hun "Roots". In: Rond de Poldertorens 03, 2004, p. 114-130 (https://www.zwinstreek.eu/images/publicaties/rdp200403p114-130.pdf)
NaamJoye, Nathalia Eugenia
Datums° Roeselare, 13/03/1821 - ✝ Roeselare, 20/08/1900
GeslachtVrouwelijk
Beroepwinkelierster
BioNathalia Eugenia Joye werd op 13 maart 1821 geboren te Roeselare als dochter van Pierre Joye (1792-1873) en Eugenia Deblaere (1787-1875). Ze was winkelierster en bleef ongehuwd. Op 20 augustus 1900 overleed ze.
Bronnen https://nl.geneanet.org/;

Naam - plaats

NaamMoorslede
GemeenteMoorslede

Titel - werk van Guido Gezelle

Titelt Jaer 30 of politieke wegwyzer voor treffelyke lieden.
Links[gezelle.be]

Titel2[3 ?]/12/1868, Moorslede, Julie Vanrenterghem (= Zuster Mary Mathilda) aan [Guido Gezelle]
EditeurMiet Hubrechts; Marc Carlier (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderVan Renterghem, Julie
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum2[3 ?]/12/1868
VerzendingsplaatsMoorslede (Moorslede)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager papiersoort: 4p., inkt
Staat volledig
Toevoegingen zijde 1 doorgehaald; op zijde 1: Vogels (blauw potlood, beide hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief11040 (445)
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|20712
Inhoud
IncipitI wish you a very hap
Samenvatting Edmond Wallays; 't Jaer 30; De Neve
Tekstsoortbrief
TalenFrans; Engels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.