<Resultaat 1931 van 2074

>

p1
franco[1]
Domicella Cordelia
Vandewiele
Cortraci
in Vico Beguinagii,
antiquitus Canonicatús.[2]
 
p2

GUIDO GEZELLE[3]

van ‘s Konings vl. Taalkamer

Cum maxima gratitudine rescribo sperans et optans omnia bona in Christo filiae et matri et nepoti.[4]

Secundum positionem ejus dicetur Sancta Missa.[5]

p1
Marie Victoor
du béguinage
Courtrai
 
p2

Filia tua[6] petit te ut offeras sanctam missam pro anima n fratrum suum Petro[7] ad Dominica 1a Augusti, Festum S. Petri ad vincula[8]

Noten

[1] In blauw potlood bijgeschreven.
[2] De correcte aanspreking is: ’Domicellae Cordeliae’.

Vertaling Paul Thoen (Latijn): Aan Juffrouw Cordelia Vandewiele te Kortrijk in de Begijnhofstraat, voorheen in de Kapittelstraat.

Opmerkelijk is hoe hier het actuele adres van Cordelia wordt gevolgd door het adres van haar ouderlijke thuis.

[3] Dit kaartje wordt samen met een briefje bewaard waarop eveneens een Latijnse tekst staat waarin sprake is van een mis. Deze documenten houden niet noodzakelijk verband met elkaar.
[4] Vertaling Paul Thoen (Latijn): Met de grootste dankbaarheid antwoord ik, alle goeds in Christus wensend en hopend voor de dochter en de moeder en de kleinzoon.
[5] Vertaling Paul Thoen (Latijn): Volgens zijn stand zal er een heilige mis gelezen worden.
[6] Mogelijk is dit een briefje dat Cordelia in eigen persoon schreef aan Gezelle. Deze kon het niet nalaten haar tekst te verbeteren.
[7] Cordelia had inderdaad een broer, Pierre genaamd, die in 1883 overleden was. Mogelijk vroeg ze voor hem een herdenkingsmis aan bij Gezelle.
[8] Vertaling Paul Thoen (Latijn): Jouw dochter vraagt je een mis op te dragen voor de ziel(enrust) van haar broer Pieter op zondag 1 augustus, het feest van Sint-Pieters-Banden.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVan De Wiele, Cordelia
Datums° Kortrijk, 18/06/1840 - ✝ Kortrijk, 16/02/1929
GeslachtVrouwelijk
Beroepsecretaresse; verzekeringsagente
BioCordelia was de dochter van de muziekleraar Jean Louis Van De Wiele (1795-1866) en Virginie Eykens (1797?-1861) uit de Kapittelstraat te Kortrijk. Haar vader was muziekleraar geweest in de H. Geestschool, en op haar beurt leverde ze zelf de 'cahiers de solvège' of notenleerschriftjes aan de harmonie van deze school. Ze werkte als verzekeringsagente bij de maatschappij 'Securitas' uit Antwerpen. Ze woonde jarenlang in de Begijnhofstraat te Kortrijk en was gedurende een kwarteeuw Gezelles secretaresse (1874-1899). Ze verrichtte ontzettend veel werk voor Gezelles Woordentas. Ze was hem behulpzaam bij zijn correspondentie en ze was ook persoonlijk betrokken bij de uitgave van de Duikalmanak (1886-1897).
Relatie tot Gezellezanter (WDT); secretaresse van Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III ; Julien Vermeulen, Een vakman in de Kortrijkse binnenstad, 2015, p.56

Briefschrijver

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefontvanger

NaamVan De Wiele, Cordelia
Datums° Kortrijk, 18/06/1840 - ✝ Kortrijk, 16/02/1929
GeslachtVrouwelijk
Beroepsecretaresse; verzekeringsagente
BioCordelia was de dochter van de muziekleraar Jean Louis Van De Wiele (1795-1866) en Virginie Eykens (1797?-1861) uit de Kapittelstraat te Kortrijk. Haar vader was muziekleraar geweest in de H. Geestschool, en op haar beurt leverde ze zelf de 'cahiers de solvège' of notenleerschriftjes aan de harmonie van deze school. Ze werkte als verzekeringsagente bij de maatschappij 'Securitas' uit Antwerpen. Ze woonde jarenlang in de Begijnhofstraat te Kortrijk en was gedurende een kwarteeuw Gezelles secretaresse (1874-1899). Ze verrichtte ontzettend veel werk voor Gezelles Woordentas. Ze was hem behulpzaam bij zijn correspondentie en ze was ook persoonlijk betrokken bij de uitgave van de Duikalmanak (1886-1897).
Relatie tot Gezellezanter (WDT); secretaresse van Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III ; Julien Vermeulen, Een vakman in de Kortrijkse binnenstad, 2015, p.56

Plaats van verzending

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

Naamonbekend
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVan De Wiele, Cordelia
Datums° Kortrijk, 18/06/1840 - ✝ Kortrijk, 16/02/1929
GeslachtVrouwelijk
Beroepsecretaresse; verzekeringsagente
BioCordelia was de dochter van de muziekleraar Jean Louis Van De Wiele (1795-1866) en Virginie Eykens (1797?-1861) uit de Kapittelstraat te Kortrijk. Haar vader was muziekleraar geweest in de H. Geestschool, en op haar beurt leverde ze zelf de 'cahiers de solvège' of notenleerschriftjes aan de harmonie van deze school. Ze werkte als verzekeringsagente bij de maatschappij 'Securitas' uit Antwerpen. Ze woonde jarenlang in de Begijnhofstraat te Kortrijk en was gedurende een kwarteeuw Gezelles secretaresse (1874-1899). Ze verrichtte ontzettend veel werk voor Gezelles Woordentas. Ze was hem behulpzaam bij zijn correspondentie en ze was ook persoonlijk betrokken bij de uitgave van de Duikalmanak (1886-1897).
Relatie tot Gezellezanter (WDT); secretaresse van Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III ; Julien Vermeulen, Een vakman in de Kortrijkse binnenstad, 2015, p.56
NaamVan de Wiele, Pierre Adolphe
Datums° Kortrijk, 25/12/1820 - ✝ Brussel, 1883
GeslachtMannelijk
Beroepdeurwaarder
BioPierre Adolphe Van de Wiele werd op 25 december 1820 in Kortrijk geboren als zoon van muziekleraar Jean Louis Van De Wiele (1795-1866) en Virginie Eykens (1797?-1861). Aldus was hij een broer van Cordelia Van de Wiele. Hij was deurwaarder in de rechtbank van Brussel. Hij trouwde op 7 mei 1855 met Adèle Marie Dendievel (Kortrijk, 1825 – Brussel, 1899), dochter van zadelmaker Guillaume François Dendievel en Isabelle Anne Marie Andrieux. Pierre stierf in Brussel in 1883 en was, net als zijn zoon Raphael, vrijmetselaar.
Bronnen https://nl.geneanet.org; J. de Mûelenaere, 'Bij een portrettekening van Cordelia Vande Wiele’, in: De Leiegouw, 1972, p.326; La Belgique Maçonnique, Brussel, 1887, p.173.

Naam - plaats

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - instituut/vereniging

NaamDe Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde
BeschrijvingDit wetenschappelijk genootschap bestudeert en stimuleert de Nederlandse taal- en literatuur. Na een lange voorgeschiedenis werd het opgericht bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1886 als Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. De activiteiten omvatten onder meer maandelijkse bijeenkomsten met wetenschappelijke en letterkundige besprekingen, prijsvragen en publicaties. Guido Gezelle was één van de stichtende leden. Dit was een belangrijke erkenning van zijn werk. Hij was betrokken bij verschillende prijsvragen en schonk ook een deel van zijn boeken aan de academie.
Datering1886-heden
Links[wikipedia]

Titel[10/07/1886 t.a.q. - 01/08/1886 t.p.q.], [Kortrijk], Guido Gezelle aan Cordelia Van De Wiele
EditeurKarel Platteau
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderGezelle, Guido
OntvangerVan De Wiele, Cordelia
Verzendingsdatum[10/07/1886 t.a.q. - 01/08/1886 t.p.q.]
VerzendingsplaatsKortrijk (Kortrijk)
AnnotatiePlaats en datering gereconstrueerd op basis van artikel in Gezelliana, oud nr. G. Gen. II, 3.
Gepubliceerd inCordelia vande Wiele. Secretaresse van Guido Gezelle. - Jozef Boets. uit: Gezelliana. Jrg.1 (1970), p.83-84
Fysieke bijzonderheden
Drager 68x106 ; omslag: 72x111; bijlage: 66x79
wit ; omslag en bijlage: wit
papiersoort: recto bedrukt en beschreven, inkt; blauw potlood
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden gedrukt op recto naamkaartje: Guido Gezelle // van 's Konings Vl. Taalkamer
briefomslag bewaard, met adres, zonder postzegel
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 61
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|24879
Geschiedenis 2013: Schenking van het Guido Gezellegenootschap
Inhoud
IncipitCum maxima gratitudine
Samenvatting opdragen van mis voor Petrus Van De Wiele
Tekstsoortnaamkaart
TalenLatijn
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.