Ik heb Mireio van Mistral met groot genoegen gelezen, maar niet vertaald.[1]
De vertaling van Dante,[2] daar gij naar vraagt, is van den eerw. heer Haeghebaert, nu Pater Haghebaert, van de Predikeren, te Leuven.
Ik heb Longfellows Hiawatha overgedicht in 't vlaamsch; uitgave van ‘t Davidsfonds[3] The Wanderers in Egypt van Neale (doolaards in Egypten 5e uitgave[4] De Meester, Rousselaere); The little Duke (Van den kleenen Hertog, De Meester[5]) en een meesterstuk van Halbertsma, uit het Friesch (in Biekorf).[6]
Stroomsgemoed[7] weenen zegt men hier, en anders niet; dat is weenen zonder ophouden. Stroomsgemoed blijven zitten is, naar mijn verstaan, blijven zitten zonder opstaan, lange blijven zitten. Zoo zeggen wij slagwater[8] klappen, dwers-deur-nat bekeven worden, enz.p2Stosse kinderen is mij stootsche[9] (bolle) kinderen; wij zouden zeggen voor stootsche, klankverkort, stotsge; zoo zeggen wij dotsge voor doodsche, enz.
't Geen gij aftwijfelen misspelt spreken wij aftweefelen, vrgl. meetweefelen, vertweefelen; dus ware bij u aftweifelen. Zeker mag het woord geschreven worden; zelfs met ij vindt men in Holland gebruikt.
Schadderen zal wel schadden steken beteekenen, plaggen, veenturf steken. Schadderäär[10] is mij voddenboer, arme, geringe boer. 't Is van uwe omstreken eigen te zeggen b.v. pade voor padde, klade voor kladde, schaderäär voor schadderäär.
In de Kempen zegt men: die boom is ring,[11] d.i. fransch cadranné; voor ringmuur vindt men ook riemuur. De Bo besluit daaruit, en te recht meen ik, dat het woord vroeger ringschalig, en niet (l = ld) ringschaaldig was. Een boom is rieschalig, bij ons p3ook rieschaalde, als de jaarlijks aan gewassen houtringen, afsplijten, en van elkander los worden.
Ik zal de woorden of woordengedaanten die gij zoo goed zijt mij bekend te maken in Loquela drukken, en ik houde mij vriendelijk aanbevolen om nog verderen voorraad.
Ben in onderhandelinge met eenen Americaander om eene andere uitgave van Hiawatha te laten drukken, met prenten.[12]