<Resultaat 976 van 2074

>

p1
Hooggeachte Heer en Vriend!

Hierringesloten zend ik u het gevraagde handschrift van het prachtig gedicht van meester Gezelle die ik diep betreur niet te kunnen in muziekzetten voor de redenen die ik Ued heb voorgeleid, en mij als ernstig blijven voorstaan.

Mijn spijt is driedubbel: vooreerst, Ued als vriend niet te kunnen verplichten, ten tweeden, van het St Lodedewijks Collegie waar aan ik met hert en ziel verkleefd ben, niet te kunnen helpen tot het op = luisteren zijner prijsdeeling & ten derden, voor zoo een meesterlijk gedicht te moeten laten ontsnappen.

Aanvaard, Hooggeachte Heer en Vriend mijn hartelikste groetenissen
Karel Mestdagh

Register

Correspondenten

NaamRommel, Hendrik
Datums° Rumbeke, 08/06/1847 - ✝ Brugge, 16/07/1915
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; schooldirecteur; inspecteur
BioHendrik Rommel, zoon van Ivo Rommel, uurwerkmaker en schepen,te Rumbeke en Carolina Bossaert, studeerde aan het kleinseminarie te Roeselare (studeerde af in 1867). Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 23/12/1871. Hij studeerde verder aan de universiteit van Leuven. In oktober 1873 werd hij huisleraar bij de familie van Caloen en in september 1874 leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. In september 1883 werd hij principaal van het Sint-Lodewijkscollege tot 26/09/1896. Hij was betrokken bij de inrichting van de collegekapel. Hij liet ook een nieuwe studiezaal bouwen. Hij vroeg Gezelle geregeld om gelegenheidsgedichten voor festiviteiten in het Sint-Lodewijkscollege. Hij werkte mee aan Rond den Heerd en Biekorf. Op 14/03/1892 werd hij erekanunnik van de Brugse kathedraal. Hij was lid (1895-1915) en voorzitter van de Bibliotheekcommissie van de Stad Brugge. Op 26/09/1896 werd hij diocesaan inspecteur van de bisschoppelijke colleges en hij stichtte de “revue pratique de l’enseignement” voor de scholen in het bisdom Brugge (1896). Hij kreeg de titel doctor honoris causa aan de universiteit Leuven en hij werd titulair kanunnik van de Brugse kathedraal (26/03/1908).
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; aanvrager gelegenheidsgedichten
NaamMestdagh, Karel
Datums° Brugge, 22/10/1850 - ✝ Brugge, 10/03/1924
GeslachtMannelijk
Beroepcomponist; dirigent; organist; leraar
BioKarel Mestdagh, Brugs componist, organist en leraar, was een leerling aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, waar hij de invloed onderging van H. Verriest (Vlaams bewustzijn) en Pieter Busschaert (muziek). Hij studeerde muziek aan de Brugse muziekschool, en bij François-Auguste Gevaert en Peter Benoit. Na zijn muziekstudies in Leipzig (1868-1870) vestigde hij zich als landmeter. Hij zette zich in voor de herbronning van de liturgische muziek en de vervlaamsing van het muziekleven en -onderwijs. Hij was lid van het Muziekcomiteit van West-Vlaanderen dat ijverde voor een nationale muziek (Peter Benoit). In de lijn van een internationale beweging voor authentieke kerkmuziek, in België geleid door Lemmens en Tinel, gaf hij samen met Auguste Reyns het maandblad Harmoniae Sacrae (1871-1880) uit, met publicatie van motetten, missen en orgelstukken. In 1894 werd hij lid van de kunstminnende vereniging Chat Noir en in 1900 directeur en leraar contrapunt en fuga aan de Brugse muziekschool, waar hij de kwaliteit van het onderwijs gevoelig verbeterde. Hij was lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunst, en van de Nationale Raad voor de verbetering van hetmuziekonderwijs. Van 1911 tot 1923 was hij jurylid voor de toekenning van de Romeprijs voor compositie. Hij componeerde liederen op teksten van Gezelle.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecomponist Gezelleliederen
Bronnen http://svm.be/content/mestdagh-karel

Briefschrijver

NaamMestdagh, Karel
Datums° Brugge, 22/10/1850 - ✝ Brugge, 10/03/1924
GeslachtMannelijk
Beroepcomponist; dirigent; organist; leraar
BioKarel Mestdagh, Brugs componist, organist en leraar, was een leerling aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, waar hij de invloed onderging van H. Verriest (Vlaams bewustzijn) en Pieter Busschaert (muziek). Hij studeerde muziek aan de Brugse muziekschool, en bij François-Auguste Gevaert en Peter Benoit. Na zijn muziekstudies in Leipzig (1868-1870) vestigde hij zich als landmeter. Hij zette zich in voor de herbronning van de liturgische muziek en de vervlaamsing van het muziekleven en -onderwijs. Hij was lid van het Muziekcomiteit van West-Vlaanderen dat ijverde voor een nationale muziek (Peter Benoit). In de lijn van een internationale beweging voor authentieke kerkmuziek, in België geleid door Lemmens en Tinel, gaf hij samen met Auguste Reyns het maandblad Harmoniae Sacrae (1871-1880) uit, met publicatie van motetten, missen en orgelstukken. In 1894 werd hij lid van de kunstminnende vereniging Chat Noir en in 1900 directeur en leraar contrapunt en fuga aan de Brugse muziekschool, waar hij de kwaliteit van het onderwijs gevoelig verbeterde. Hij was lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunst, en van de Nationale Raad voor de verbetering van hetmuziekonderwijs. Van 1911 tot 1923 was hij jurylid voor de toekenning van de Romeprijs voor compositie. Hij componeerde liederen op teksten van Gezelle.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecomponist Gezelleliederen
Bronnen http://svm.be/content/mestdagh-karel

Briefontvanger

NaamRommel, Hendrik
Datums° Rumbeke, 08/06/1847 - ✝ Brugge, 16/07/1915
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; schooldirecteur; inspecteur
BioHendrik Rommel, zoon van Ivo Rommel, uurwerkmaker en schepen,te Rumbeke en Carolina Bossaert, studeerde aan het kleinseminarie te Roeselare (studeerde af in 1867). Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 23/12/1871. Hij studeerde verder aan de universiteit van Leuven. In oktober 1873 werd hij huisleraar bij de familie van Caloen en in september 1874 leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. In september 1883 werd hij principaal van het Sint-Lodewijkscollege tot 26/09/1896. Hij was betrokken bij de inrichting van de collegekapel. Hij liet ook een nieuwe studiezaal bouwen. Hij vroeg Gezelle geregeld om gelegenheidsgedichten voor festiviteiten in het Sint-Lodewijkscollege. Hij werkte mee aan Rond den Heerd en Biekorf. Op 14/03/1892 werd hij erekanunnik van de Brugse kathedraal. Hij was lid (1895-1915) en voorzitter van de Bibliotheekcommissie van de Stad Brugge. Op 26/09/1896 werd hij diocesaan inspecteur van de bisschoppelijke colleges en hij stichtte de “revue pratique de l’enseignement” voor de scholen in het bisdom Brugge (1896). Hij kreeg de titel doctor honoris causa aan de universiteit Leuven en hij werd titulair kanunnik van de Brugse kathedraal (26/03/1908).
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; aanvrager gelegenheidsgedichten

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamMestdagh, Karel
Datums° Brugge, 22/10/1850 - ✝ Brugge, 10/03/1924
GeslachtMannelijk
Beroepcomponist; dirigent; organist; leraar
BioKarel Mestdagh, Brugs componist, organist en leraar, was een leerling aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, waar hij de invloed onderging van H. Verriest (Vlaams bewustzijn) en Pieter Busschaert (muziek). Hij studeerde muziek aan de Brugse muziekschool, en bij François-Auguste Gevaert en Peter Benoit. Na zijn muziekstudies in Leipzig (1868-1870) vestigde hij zich als landmeter. Hij zette zich in voor de herbronning van de liturgische muziek en de vervlaamsing van het muziekleven en -onderwijs. Hij was lid van het Muziekcomiteit van West-Vlaanderen dat ijverde voor een nationale muziek (Peter Benoit). In de lijn van een internationale beweging voor authentieke kerkmuziek, in België geleid door Lemmens en Tinel, gaf hij samen met Auguste Reyns het maandblad Harmoniae Sacrae (1871-1880) uit, met publicatie van motetten, missen en orgelstukken. In 1894 werd hij lid van de kunstminnende vereniging Chat Noir en in 1900 directeur en leraar contrapunt en fuga aan de Brugse muziekschool, waar hij de kwaliteit van het onderwijs gevoelig verbeterde. Hij was lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunst, en van de Nationale Raad voor de verbetering van hetmuziekonderwijs. Van 1911 tot 1923 was hij jurylid voor de toekenning van de Romeprijs voor compositie. Hij componeerde liederen op teksten van Gezelle.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecomponist Gezelleliederen
Bronnen http://svm.be/content/mestdagh-karel

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - instituut/vereniging

NaamSint-Lodewijkscollege Brugge
BeschrijvingHet Sint-Lodewijkscollege werd vanaf 9 oktober 1834 als bisschoppelijk college ingericht in de gebouwen van de voormalige Duinenabdij aan de Potterierei. In 1846 verhuisde de school naar de hoek van de Noordzandstraat en de Dweersstraat, waar het steeds verder uitbreidde tot de site te klein werd. In 1972 verliet het college de binnenstad voor zijn huidige locatie. Gezelle volgde er lagere school van 1 oktober 1841 tot 17 augustus 1846. Hij had er onder meer les van Ferdinand Van de Putte. Na zijn terugkeer naar Brugge hield hij nauw contact met de school, o.m. via Leonard Lodewijk De Bo die hij op het Grootseminarie had leren kennen en via oud-leerlingen als Hugo Verriest. Zo kwam hij ook in contact met een nieuwe generatie leerkrachten als Edward Van Robays, Jan Craeynest en Cyriel Delaere met wie hij het tijdschrift Biekorf stichtte.
Datering1834
Links[odis], [wikipedia]

Titel - gedicht van Guido Gezelle

Titelo Enkele die nog staat, uit zoveel wondere steden
PublicatieTijdkrans (Verzameld dichtwerk, deel III), p. 423

Indextermen

Briefontvanger

Rommel, Hendrik

Briefschrijver

Mestdagh, Karel

Correspondenten

Rommel, Hendrik
Mestdagh, Karel

Naam - instituut/vereniging

Sint-Lodewijkscollege Brugge

Naam - persoon

Gezelle, Guido
Mestdagh, Karel

Naam - plaats

Brugge

Plaats van verzending

Brugge

Titel - gedicht van Guido Gezelle

o Enkele die nog staat, uit zoveel wondere steden

Titel10/05/1887, Brugge, Karel Mestdagh aan [Hendrik Rommel]
EditeurBart Vandekerkhove
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderMestdagh, Karel
Ontvanger[Rommel, Hendrik]
Verzendingsdatum10/05/1887
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens ; locatie origineel: brief is in het Stadsarchief Brugge (Archief van het Sint-Lodewijkscollege nr. 550)
Gepubliceerd inTijdkrans II, p.206 (vermelding); fragment in: Gezelle en Tinel. - door Arn. Ghesquiere. - uit : Biekorf Jrg 36 (1930) nr.10, p.291
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 210x135
wit, vierkant geruit
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|25597
Inhoud
IncipitHier ingesloten zend ik u het
Samenvatting op vraag van H. Rommel schreef Gezelle het gedicht: "De Brugsche Metten" (o Enkele die nog staat, Verz. dichtw., dl.4, p.423-425); Karel Mestdagh weigert om de muziek te schrijven
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.