In uwen laatsten numero, bl. 311[2] vraagt gij achter verklaringe of liever achter eene verstaanbare lezinge van dit niet wel op- of uitgeschreven vers
“Door het kwaad uit ever grezen,”[3]
Volgens mijn gedacht is grezen daar voor gerezen, en de r van ever is daarbij gevallen bij misverstaan van den zin; dus staat er ever voor Eva.
Bijgevolg
Door het kwaad uit ever grezen,
moet zijn
Door het kwaad uit Eva gerezen.
Dat en moet ons niet verwonderen van woordenklanken slecht verbeeld te zien, bijzonderlijk als de zin der woorden niet wel gevat en wordt; noch van spellingfauten in zulke geschreven gebeden tegen te komen: hoevele zijn der die zelfs den Onze Vader zonder missen zouden van buiten schrijven?
Zou men nu van deze zoo gedane veranderinge, die noch gerokken noch gewrongen en is, maar nog al natuurlijk schijnt, niet de eene of de andere reden tot steun of grond kunnen vinden?
Ik hope 't ten minsten, met de twee eerste strophen wat van bij te bezien.
Jesus, ik groete uw gebenedijde rechte hand,
Vreedelijk aan het Kruise geplant :
Stelt ons onder uw uitverkoren,
Die GIJ door uw KRUIS hebt HERBOREN.
2de STROPHE
Jesus, ik groete uw gebenedijde slinke hand,
Doorwondig, bloedig van alien kant,
Door het KWAAD uit EVA GEREZEN,
Wilt ons, Heere, van alle zonden genezen.
Belet en vergelijkt nu overhands de woorden van het 4e vers der 1e strophe en van het 3e vers der 2e strophe.
GIJ (Heere Jesus), Zaligmaker en Herbouwer van den diep vervallen mensch.EVA, moeder van 't vervallen menschdom.
KRUIS CHRISTI, ware Boom des levens.
KWAAD, zonde, oorzake van de dood, “Per peccatum mors.”
HERBOREN, uit God geboren : leven der gratie.
UITGEREZEN uit EVA, geboorte der menschenkinderen, met de erfelijke vlekke, dood voor Gods oogen.
Om den samenhang der gedachten nog beter te vatten en te verstaan, beschaft liever ne keer wel geheel de twee eerste strophen.
De eerste strophe is de groetenisse van Jesus gebenedijde rechte hand.
De rechte hand is het zinnebeeld van liefde en vrede, van zegen en geluk. Ook worden ons hier, in de smeekinge der christene ziele, voor oogen gesteld de ontelbare scharen der uitverkoren, die in den jongsten dag aan Jesus gezegende rechtere hand zullen staan.
Te gelijker tijd wordt ons herinnerd de zaligmakende bronne dier eeuwige gelukzaligheid, de herboorte, het leven der genade, verworven en geschonken door Onzen Heer Jesus Christus, die ons de macht gegeven heeft van Gods kinderen te worden en van het inderdaad te zijn; en dat, niet ten prijze van goud of zilver, maar van zijn dierbaer goddelijk bloed, door zijn heilig Kruis, dien waren blijden levensboom, waarvan de heilige Kerke zingt
Dierbaar Kruis, ô Boom verheven,Schoonste Boom van 't aardsche Dal,
Zulken, als nooit heeft gegeven
Noch ooit de aarde geven zal;
Die gedregen heeft het Leven,
Den Verlosser van den Al.
De tweede strophe is de groetenisse van Jesus gebenedijde slinkere hand. De slinkere hand bediedt ongunste, ongeluk, verwerpinge. Ook zijn het hier geheel andere herinneringen. 't Is de betreurde val onzer eerste ouders, de zuivere bron in haren oorsprong vergiftigd, de bron in den wortel bedorven, aan de spruiten de bederving mededeelende, de herhaalde val van den kranken mensch. En inderdaad, ofschoon uit den ellendigen staat van afkeer tot kinderen Gods aangenomen, van de dood tot het leven gebracht, blijven wij toch Eva's arme verbannen kinderen, Exules filii Evae, van jongs af tot het kwaad genegen en door menige zonde gewond, en bijgevolg zijn wij ten allen tijde genoodzaakt tot den Heere Jesus te roepen, den medoogenden Samaritaan, opdat Hij de wonden onzer ziele zou heelen en genezen, ons verkwikken en vermaken : Wilt ons, Heere, van alle zonden genezen.
Misschien zullen anderen al andere wegen op het zelve punt uitkomen, kwamen zij op een ander, ziet alwaar de schale belt.
In verbei dat wij den oorspronkelijken waren text eentwaar tegenkomen, blijve