Verschiet niet bij het openen van mijnen brief, want hij dient maar om u te bedanken over uwe zeer groote bereidzaamheid om mij dienst te bewijzen.[3] Ik geloof het, dat gij overlast zijt. Geheel de wereld komt immers aan uwe kazakke trekken, maar, te rechte of ten onrechte, ik beelde mij altijd in, dat, al kostet gij de hele wereld van uw geeren schudden, ik er nog zou blijven aan hangen. Schrijf mij ('t is weêral van schrijven!) welken dag ik U en Hugo mag verwachtende zijn om te dinéren en te rusten. - De verbeteringen zijn gedaan in al de Prospectussen[4] uitgenomen die der Vlagge die alsdan al gedrukt waren. Ik zende een prosp(ectus) naar Winkler[5] maar durve mij niet verstouten hem ruchtbaarheid in N(oord) Nederland te verzoeken: ik ben er te weinig kennisse meê. Gij zult daar wel een woordeke van spreken in uwen naasten brief naar hem.
Zal alles doen volgens gij mij raadt en kan u niet zeggen hoe dankbaar ik u ben over al hetgeen gij voor mij doet.