<Resultaat 1959 van 2074

>

p1
Weledele Heer,

Danke u voor uw aanmoedigend schrijven,

Baron J. B. Bethune schrijft in Rond den Heerd sedert de stichting van dit tijdschrift (20 j.) onder den name van Jan Bruggeman. Zal U edele een lijst opsturen van artikels met dien name ondertekend. Baron J. B. Bethune is lid van de Vlaamsche Bibliophilen en heeft allen toegang in de oorkondenkamer van de Burgerlijke Weldadigheid (Hospices civils)[1] tot Gent. Hij bereidt een zeer belangrijke vlaamsche uitgave die hij daaruit gehaald heeft. Zal ze U edele in ‘t korte nog nader bekend maken. Tot een weinig later dan.

Ben onlangs te Doornyk op eene prijsdeelinge van Sint Lucas en Sint Gregorius scholen geweest, waar men een zeer keurig Kerstliedtjen zong,

“Chantons nolet, nolet, nolet."[2]

Men verzekerde mij dat Nolet zooveel bediedde als Noël-et het Kerstdagsken, den allerblijdsten Kerstdag.

Zou dat dan wel de zin zijn van uwen name Weledele Heer en vriend?

Zoo ja of zoo neen, toch wensch ik U edele een zaligen Nolet aanstaande en chantons Nolet zal op dien dag in ‘t geheugen klinken van

Ued. zeer toegenegen
Guido Gezelle
die U edele, bedankt.

Noten

[1] hospice civil = burgerlijk godshuis
[2] Bekend kerstliedje:

Chantons Nolet

Je me suis levé

Par un matinet

Que l’aube prenait

Son blanc mantelet.

Chantons Nolet Nolet Nolet.

Chantons Noël encore oh!

J’ai pris ma jaquette

Et mon haut bonnet

Et mon court manteau

De drap violet

Chantons Nolet Nolet Nolet.

Chantons Noël encore oh!

Je m’en fus au bois

Trouver Colinet.

“Que faites-vous là,

gentil garçonnet?”

Chantons Nolet Nolet Nolet.

Chantons Noël encore oh!

J’écoute chanter

Le rossignolet.

Jamais n’ai ouï

Chant si doucelet.

Chantons Nolet Nolet Nolet.

Chantons Noël encore oh!

Il dit en son chant

Un chant nouvelet,

C’est qu’en cette nuit

Est venu Nolet.

Chantons Nolet Nolet Nolet.

Chantons Noël encore oh!

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamNolet de Brauwere van Steeland, Jan
Datums° Rotterdam, 23/02/1815 - ✝ Vilvoorde, 21/06/1888
GeslachtMannelijk
Beroepauteur
VerblijfplaatsNederland
BioJan Nolet De Brauwere van Steelandt was een Belgisch-Nederlandse schrijver. Hij deed zijn humaniorastudies in Doornik en in Brugge. Later ging hij rechten studeren aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij behoorde tot de vriendenkring van Jan Frans Willems (1832 -1838). Daarna studeerde hij verder aan de Katholieke Universiteit Leuven bij kanunnik Jan Baptist David. Hij was auteur van meerdere epische gedichten en medewerker aan diverse tijdschriften. Hij was ook lid van het Brussels Taal- en Letterkundig Genootschap, voorzitter van het Taalverbond en lid van de Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde. Hij was voorvechter van het behoud van het Nederlands en nam nooit afstand van zijn Nederlandse nationaliteit. Hij was een vurig tegenstander van het taalparticularisme en van de verfransing in Vlaanderen. In polemische geschriften ging hij heftig tekeer ging het West-Vlaamse taalparticularisme.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde

Briefschrijver

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefontvanger

NaamNolet de Brauwere van Steeland, Jan
Datums° Rotterdam, 23/02/1815 - ✝ Vilvoorde, 21/06/1888
GeslachtMannelijk
Beroepauteur
VerblijfplaatsNederland
BioJan Nolet De Brauwere van Steelandt was een Belgisch-Nederlandse schrijver. Hij deed zijn humaniorastudies in Doornik en in Brugge. Later ging hij rechten studeren aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij behoorde tot de vriendenkring van Jan Frans Willems (1832 -1838). Daarna studeerde hij verder aan de Katholieke Universiteit Leuven bij kanunnik Jan Baptist David. Hij was auteur van meerdere epische gedichten en medewerker aan diverse tijdschriften. Hij was ook lid van het Brussels Taal- en Letterkundig Genootschap, voorzitter van het Taalverbond en lid van de Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde. Hij was voorvechter van het behoud van het Nederlands en nam nooit afstand van zijn Nederlandse nationaliteit. Hij was een vurig tegenstander van het taalparticularisme en van de verfransing in Vlaanderen. In polemische geschriften ging hij heftig tekeer ging het West-Vlaamse taalparticularisme.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde

Plaats van verzending

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

Naam(de) Béthune, Jean-Baptiste-Charles-François (Jean); (de) Béthune, Jan/Jean
Datums° Kortrijk, 25/04/1821 - ✝ Marke, 18/06/1894
GeslachtMannelijk
Beroeparchitect
BioJean Bethune was de oudste zoon van baron Felix Bethune, een Kortrijkse textielhandelaar en politicus. Hij was de broer van Félix en vader van Jean-Baptiste Bethune-de Villers. Hij huwde in 1848 met Emilie van Outryve d’Ydewalle. Hij was secretaris van de gouverneur van West-Vlaanderen en provincieraadslid (1848-1858). Hij woonde in Brugge (1845-1859), waar hij proost was van de Edele Confrerie van het H.-Bloed en een van de stichters van de Société d’Archéologie. Hij maakte een reis naar Engeland (1842-1843), waar hij kennis maakte met de neogotische architectuur van A.W. Pugin. Hij had ook invloedrijke Engelse vrienden zoals James Weale, Thomas Harper King en John Sutton. Begin 1859 verhuisde hij naar Gent waar hij in 1863 samen met James Weale en Jules Helbig de Gilde de Saint-Thomas et de Saint-Luc (de Sint-Lucasscholen) stichtte. Hij is de centrale figuur in de ontwikkeling van een katholieke, neogotische kunstbeweging in België tijdens de negentiende eeuw, meer bepaald in de architectuur. Hij was ook innoverend op het gebied van de glasraamkunst (onder invloed van John Hardman), de polychromie en de productie van neogotische devotieprenten. Enkele belangrijke realisaties zijn: het kasteel van Loppem, de abdij van Maredsous en de neogotische site van Vivenkapelle (Damme).
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; onderwerp van gelegenheidsgedicht; Gezelle was zijn biechtvade
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; J. Helbig, Le baron Bethune, fondateur des écoles Saint-Luc. Etude biographique, Rijsel-Brugge: Desclée De Brouwer, 1906; J.F. van Cleven, ‘The Eternal Château’: bouwgeschiedenis en kunsthistorische analyse van het neogotische kasteel van Loppem. In: V. van Caloen, J.F. van Cleven en J. Braet (red.), Het kasteel van Loppem, Oostkamp: Stichting Kunstboek, 2001, p.69-71
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Naam - plaats

NaamGent
GemeenteGent
NaamDoornik

Naam - instituut/vereniging

NaamMaetschappy der Vlaemsche Bibliophilen
BeschrijvingPhilip Blommaert en Constant Serrure richtten in 1839 deze Gentse vereniging van filologen en historici op. Ze wilden de oudere Nederlandse letterkunde weer bekend te maken door bibliofiele edities te verzorgen van literaire Middelnederlandse meesterwerken en historische documenten die alleen in handschrift bestonden.
Datering1839-1909
NaamSint-Lucasschool Doornik
BeschrijvingDe stichters van de Sint-Lucasscholen zijn leden van de Broeders van de christelijke scholen (orde gesticht door J. B. de la Salle). De eerste school werd in Gent opgericht in 1863 door broeder Marès Joseph (afkomstig uit Zottegem). Deze broeder Marès wordt hierbij gesteund door Baron J.-B. Béthune (1821-1894), een boegbeeld van de neogotische strekking binnen de 19e-eeuws kunst. In Doornik komt een tweede school in 1877. In Brugge was Bethune geestesgenoot van bisschop Joannes-Baptista Malou en van kanunnik Charles Carton (1802-1863). Het onderwijsconcept van de Broeders en van de Bethune is vakmanschap en kunst in de opleiding te combineren voor een industriële maatschappij en wel vanuit de neogotische kunststroming. De Bethunes visie was sterk beïnvloed door de ‘Gothic Revival’ en geïnspireerd door de katholieke godsdienst.
Datering1877
Links[wikipedia]
NaamSint-Gregoriusschool Doornik
BeschrijvingDeze school werd opgericht in 1880 in het kader van een beweging binnen de katholieke kerk die in liturgie terug ging naar de authentieke Romeinse kerkelijke muziek en de polyfonie. In deze school, in 1987 als academie erkend, worden organisten, koorleiders en koorzangers opgeleid.
Datering1880
Links[wikipedia]

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelRond den Heerd. Een leer-en leesblad voor alle lieden.
Links[gezelle.be]

Titel[16/12/1886 t.p.q. - 25/12/1886 t.a.q.], [Kortrijk], Guido Gezelle aan [Jan Nolet de Brauwere van Steeland]
EditeurStefaan Maes; Afschrift
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderGezelle, Guido
Ontvanger[Nolet de Brauwere van Steeland, Jan]
Verzendingsdatum[16/12/1886 t.p.q. - 25/12/1886 t.a.q.]
VerzendingsplaatsKortrijk (Kortrijk)
AnnotatieLocatie origineel onbekend: brief is enkel beschikbaar in afschrift van F. Baur; datering: antwoord op brief van Jan Nolet de Brauwere aan Guido Gezelle van 16/12/1886; plaats gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden kopie van F. Baur (typoscript)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 533, map 8,1
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|25997
Inhoud
IncipitDanke u voor uw aanmoedigend schrijven,
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.