[2] Dit slaat wellicht op de bibliografie van Stallaert. Hij had ze vermoedelijk aan Gezelle bezorgd en ze was vrij omvangrijk:
Verhandeling over den toestand der kunsten en wetenschappen in België onder de bestiering van Philips den Goede, hertog van Burgundië (1449-1467), bekroond, Brugge 1852;
Leesoefening voor de jeugd, Gent 1854 tot 1882, 12 uitgaven;
Jan des Roches, zyne verhandeling over de oude en middeneeuwsche tael der Belgen, Brussel 1856;
Spelling der Nederduitsche tael. Regels door de koninklyke commissie aengenomen, Brussel;
Keurdichten uit de XVIe eeuw: I. Jonker Jan van der Noot, met een bericht over zyn leven en zyne werken, alsmede een glossarium der byzonderste woorden, uitdrukkingen en taelvormen, Gent 1857;
Beschryf van de Betooging en het Banket van den 25 April 1859 ter eere der Vlaemsche Taelcommissie, Brussel 1859;
Geschiedenis van hertog Jan den eerste van Brabant, Gent 1859; Geleegsnamen in Brabant, Leuven 1863;
Verslag van den Jury, gelast met de toewijzing van den vijfjaarlijkschen prijs der Vlaamsche letterkunde, voor het tijdvak 1860 tot 1864, Brussel, 1865;
Dichterlijke nalatenschap van Jan Frans Stallaert, met inleiding en levensbericht, Merchtem, 1868;
Het Keurboek der stad Diest, Gent, 1885;
Het Keurboek der stad Diest, overgebracht in de hedendaagsche taal, Diest 1885-1886;
Jan Baptista Houwaert, beschouwd als dichter en als staatsburger, Gent, 1885;
Glossarium van verouderde rechtstermen, kunstwoorden en andere uitdrukkingen, uit Vlaamsche, Brabantsche en Limburgsche oorkonden, Leiden 1886-1887;
De Sevenste Blidcap van Maria, Misteriespel der XVe eeuw, Gent 1887;
Verder tal van geschied- en taalkundige artikels in Nederlandsche tijdschriften, en enkele Fransche werken over het onderwijs en over de Vlaamsche taal, zooals het Glossaire des termes de pratique et des mots vieillis de l'ancienne langue flamande, Gand 1884.