Kortrijk Goe Vrijdag 1888.
Achtbare Heer en Goede vriend,
Ik bedanke u wegens uw zoo vriendelijk en troostbaar schrijven! God zij gedankt, het gaat beter. Ik heb bezocht geweest van ontsteking in de blaas, enz. dus heb ik krachten verloren die traagskens terug keeren; de geneesheer heeft mij al ’t gene ik liefste deed verboden. Ik hope, achtbare Heer en goede vriend, dat het ook beter gaat met u en dat gij u[1] bij dit ongunstig weder, wel zwicht en doet bezorgen, op dat wij in ’t korte malkaar welvarend en werkbaar terug zien.
In die hope wensche ik u al de uwen een zaligen Paaschen aanstaande en blijve
Uw toegenegen
Guido Gezelle