<Resultaat 1898 van 2074

>

Lemmens, Aurélie + Carlier, Marc (research) + De Baets, Peter (research)

p1Jesus Mary Joseph
Cloister of Nazareth

Dear Father Gazzelle

I think I have often heard Mama say that you knew something about the Convent in Stockholm[1] if so I should be so grateful if you would let me know the address & name of the Superioress, as I very much want my cousin, who is a Protestant to see it, & she has enquired but was told there was no such thing, only a p2Catholic School.

Perhaps if you have an occasion[2] of writing to the Superioress between this & the winter you would mention Countess Ida Bonde to her & ask her to receive her kindly, & also recommend her to her prayers, I am so very interested in all that relates to Sweden but can never, hear any thing about that Convent from anyone, & all the time I was there I never even heard it mentioned. Hoping I am not troubling you, I earnestly recommend p3myself to your kind prayers

Believe me
Yours very sincerely in Jesus Christ
Sister Mary Fidelis

Noten

[1] Vermoedelijk bestaat dit klooster niet, er is geen spoor van te vinden.
[2] Foutief voor ‘occassion’.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamThomas, Marion Violet; Mary Fidelis (zuster)
Datums° Norfolk, 03-04/1849 - ✝ Brugge, 29/04/1906
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
VerblijfplaatsEngeland
BioMarion Violet Thomas of Zuster Mary Fidelis werd geboren in maart of april 1849 en gedoopt te Langham Manor, Norfolk, Engeland op 3 april 1849 als de dochter van uitvinder William Lynall Thomas (Londen, 13/12/1818-Sint-Kruis Brugge 05/02/1888) en Blanche Charlotte Marryat (Ceylon, 1826/27 – Brugge, 04/08/1910) die in Londen huwden op 6 september 1843. Ze liep school in het Engels Klooster te Brugge van 1 juli 1870 tot 15 juni 1871 en werd in de katholieke kerk opgenomen op 14 augustus 1870. Ze deed haar intrede in het klooster op 13 juli 1871 en werd geprofest op 23 april 1873. Zuster Mary Fidelis overleed in het Engels Klooster in Brugge op 29 april 1906.
Relatie tot GezelleEngels Klooster; correspondent
BronnenArchief Engels Klooster Brugge; Ancestry; Archiefbankbrugge

Briefschrijver

NaamThomas, Marion Violet; Mary Fidelis (zuster)
Datums° Norfolk, 03-04/1849 - ✝ Brugge, 29/04/1906
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
VerblijfplaatsEngeland
BioMarion Violet Thomas of Zuster Mary Fidelis werd geboren in maart of april 1849 en gedoopt te Langham Manor, Norfolk, Engeland op 3 april 1849 als de dochter van uitvinder William Lynall Thomas (Londen, 13/12/1818-Sint-Kruis Brugge 05/02/1888) en Blanche Charlotte Marryat (Ceylon, 1826/27 – Brugge, 04/08/1910) die in Londen huwden op 6 september 1843. Ze liep school in het Engels Klooster te Brugge van 1 juli 1870 tot 15 juni 1871 en werd in de katholieke kerk opgenomen op 14 augustus 1870. Ze deed haar intrede in het klooster op 13 juli 1871 en werd geprofest op 23 april 1873. Zuster Mary Fidelis overleed in het Engels Klooster in Brugge op 29 april 1906.
Relatie tot GezelleEngels Klooster; correspondent
BronnenArchief Engels Klooster Brugge; Ancestry; Archiefbankbrugge

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamMarryat, Blanche Charlotte
Datums° Ceylon (Sri Lanka), 1826 of 1827 - ✝ Brugge, 04/08/1910
GeslachtVrouwelijk
Beroepauteur
VerblijfplaatsSri Lanka; Engeland
BioBlanche Charlotte Marryat werd geboren in Ceylon in 1826 of 1827 als dochter van Frederick Marryat (1792-1848), kapitein bij de Royal Navy en bekend gebleven romanschrijver en Catherine Shairp (1796-1882). Op 06/09/1843 te Londen huwde Blanche met William Lynall Thomas (13/12/1818 - 05/02/1888), een uitvinder van wapens, later grondeigenaar en rentenier. William Lynall en Blanche Charlotte leefden in 1845 in Firenze waar een dochter Alda werd geboren. In 1846 woonden ze in Brugge waar hun dochter Eveline op 4 september 1846 geboren werd in de Hoedenmakersstraat. Het gezin vinden we terug in 1847 in Sint-Baafs. In 1849 wordt Marion Violet (later Zuster Mary Fidelis) geboren in Langham Manor, het landgoed dat door grootvader Frederick Marryat was aangekocht. Op 28/02/1852 wordt in Londen dochter Frederica Lilian Thomas geboren. Zij wordt net als Marion Violet kloosterzuster in het Engels Klooster in Brugge waar ze overlijdt op 25/06/1880. Volgens de census van 1861 woont het gezin in Portsea, Hampshire. Het gezin moet dan weer naar Brugge teruggekeerd zijn. Blanche schreef een roman ‘Briars and Thorns’, die verscheen in 1867. Ze overleed in Brugge op 4/08/1910.
BronnenAncestry; Archiefbankbrugge
NaamBonde, Ida Julia Mathilda Ebba Georgina
Datums° Mörkö, 03/03/1868 - ✝ Honnef, 20/11/1896
GeslachtVrouwelijk
Beroepgravin
VerblijfplaatsZweden
BioIda Julia Mathilda Ebba Georgina Bonde werd geboren te Mörkö op 3 maart 1868 als dochter van Ida Horatia Charlotta Marryat (Parijs, 16/05/1843-07/10/1910), dochter van Horace Marryat en Mathilda Elisabeth Somerset, en de Zweedse graaf Gustaf Fredrik Bonde af Björno (18/03/1842-03/02/1909), die trouwden op 19 september 1863. Ida Horatia was de nicht van Hilda Somerset (30/08/1972-16/05/1965), de dochter van Edward Arthur Somerset (de broer van Mathilda Somerset) en Agatha Miles. Hilda “became a nun for the Sisters of Mercy, Community of the Sisters of the Church” (Religieuse des soeurs de la Miséricorde). Ida Bonde was de nicht van Marion Violet Thomas, Zuster Mary Fidelis (de grootvader van Ida is Horrace Marryat, de broer van Frederick Marryat, de grootvader van Zuster Mary Fidelis). Ida Bonde trouwde op 5 september 1885 te Hörningsholm met Ernst Gustaf Florman (07/11/1858-09/01/1936). Ze overleed aan TBC in een Duits sanatorium te Honnef op 20 november 1896.
BronnenAncestry; Geneanet

Naam - instituut/vereniging

NaamEngels Klooster
BeschrijvingHet Engels Klooster is gevestigd aan de Carmersstraat en wordt sinds de stichting in 1629 bewoond door de Kanunnikessen van Windesheim, met een korte onderbreking in de Franse tijd. De van oorsprong Nederlandse congregatie ontstond eind veertiende eeuw onder invloed van de moderne devotie en kreeg al gauw bijhuizen in Vlaanderen. Tijdens de vervolgingen in Engeland ontving het klooster in Leuven zoveel Engelse roepingen dat daar in 1609 een eerste Engels klooster is opgericht. Op 14 september 1629 kwamen vanuit Leuven vijf Engelse zusters het Klooster van Nazareth in Brugge stichten. Pas in 1886 kon een klooster in Engeland worden gevestigd: Our Lady’s Priory (tot in 1978 te Hayward’s Heath). De religieuzen leven volgens de regel van Sint-Augustinus. Van bij de aanvang tot 1973 hielden ze een pensionaat open waar ze Engelse katholieke meisjes opleiden. Guido Gezelle was vanaf 30 maart 1899 tot zijn dood rector van het Engels Klooster en leraar aan de kostschool.
Datering14/09/1629-heden
Links[wikipedia]
NaamFranska Skolan
BeschrijvingFranska Skolan (Franse school) is een privéschool in Stockholm (Zweden) die werd opgericht in oktober 1862 door de Belgische Madame de Champs en de Italiaanse mademoiselle Modelon. Franska Skolan was oorspronkelijk een meisjesschool van de rooms-katholieke religieuze congregatie Sisters of St. Joseph uit Frankrijk. Er kwamen voortdurend zusters uit Frankrijk om Frans te onderwijzen en Zweedse leerkrachten onderwezen de leerlingen in het Zweeds. In 1868 verhuisde de school van Kammakargatan 36 naar Drottninggatan 108. In 1911 verhuisde de school naar Döbelnsgatan 9. Sinds 1973 gaan zowel meisjes als jongens naar de school.
Datering1862-heden
Links[wikipedia]

Titels.d., [Brugge], [Marion Violet Thomas] (= Zuster Mary Fidelis) aan [Guido Gezelle]
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Thomas, Marion Violet]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatums.d.
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatiePlaats gereconstrueerd op basis van de kloosternaam: Cloister of Nazareth; adressaat gereconstrueerd op basis van de aanhef; ook kopie in onderzoeksarchief Frank Baur (nr. Aanw. 533, map 9,5)
Fysieke bijzonderheden
Staat volledig
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 660 ; Aanw. 533, map 9,5
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26083
Geschiedenis 27/04/2021, Rijksarchief Kortrijk: Teruggave Antoon Viaene
Inhoud
IncipitI think I have often
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.