<Resultaat 2284 van 2349

>

p1

Received of the Reverend Guido Gezelle the sum of fifty francs 50 frs. To be returned the 1st April 1873. -

Lucy Smith.-
Courtrai

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamWeguelin, Lucy; Smith, Lucy; Lady Smith; Bertram, Lucy
Datums° Brighton, 27/10/1839 - ✝ Bath, 1932
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioLucy Weguelin werd op 27 oktober 1839 geboren als buitenechtelijke dochter van dominee en rector of South Stoke, William Andrew Weguelin (1807-1892) en Emma Hankey (Hackney, 25/10/1812 - Londen, 10/11/1864). Ze werd op 15 januari 1840 gedoopt in Saint Mark, Kennington, London. William Weguelin vroeg om een echtscheiding op grond van overspel en hertrouwde kort daarna. In 1849 kreeg hij nog een zoon John Reinhard Weguelin (1849-1927), die bekend werd als schilder. In 1850 vervoegde hij de Oxford Movement en bekeerde hij zich tot het katholicisme. Lucy werd opgevoed door de gegoede familie Hankey aan moederszijde. Ze huwde met Ernest Albin Smith uit noodzaak op 7 juli 1862, Kensington, St Mary Abbots. Ze kreeg met hem vijf kinderen: Spencer Francis (Londen, 1863), Cecile-Ernest (Londen, 1866), Edith (Londen, 1869), Liliane (Brugge, 1872) en Mathilde (Bath, 1873). Nadat haar echtgenoot zijn ambt bij de posterijen om gezondheidsredenen moest opgeven, startte het gezin een zwerftocht die hen van stad tot stad bracht, telkens een schuldenberg achterlatend. Begin 1872 kwamen ze naar Brugge (ingeschreven op 06/02/1872). Ze werden buren van Gezelle die hun vertrouwenspersoon werd en hen financieel steunde. Nadat Gezelles reputatie in het gedrang kwam door hun gedrag en het geroddel van de dienstmeid, werd hij in september 1872 overgeplaatst naar Kortrijk. Enkele maanden later volgden ze hem om eind 1873 terug te keren naar Bath. Ernest Smith trok eind 1874 naar Australië. Lucy Weguelin zette haar zwervend leven voort met Charles Bertram (Norwide, 1849). Met hem kreeg ze twee kinderen: Charles (Ramsgate, 1877) en Hilda (Brighton, 1878). Op 10/12/1880 kwamen ze opnieuw in Brugge wonen vanuit Liverpool. Begin juli 1881 werden ze door de Brugse rechtbank uit hun woning gezet, omdat ze hun huur niet betaald hadden. In 1891 vestigde Lucy Smith zich in Scarborough onder de valse naam Mrs. Brooke. Nadat ze haar huis had ingericht en enkele maanden op krediet had geleefd, verdween ze plotseling zonder haar uitstaande schulden af te lossen. In 1891 woonde Lucy in bij haar zoon Cecil en zijn gezin in Manchester. Uit de gegevens van de volkstelling blijkt dat Charles en Lucy Bertram zich in 1901 in Cornwall bevonden. Samen met hen woonden hun zoon Charles Reginald en een dienstmeisje. In 1911 hadden ze zich verplaatst naar Bournemouth. In het voorjaar van 1932 overleed Lucy Bertram, Lady Smith, in Bath.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; biechteling; Engelse kolonie
BronnenDepuydt, Els. Guido Gezelle en Lady Smith: nieuwe vondsten en feiten. In: Biekorf: 119 (2019) 4, p. 385-403; Sint-Jan, R. van. Guido Gezelle's avonturen in de journalistiek. Tielt; Den Haag: Lannoo, [1954]; B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefschrijver

NaamWeguelin, Lucy; Smith, Lucy; Lady Smith; Bertram, Lucy
Datums° Brighton, 27/10/1839 - ✝ Bath, 1932
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioLucy Weguelin werd op 27 oktober 1839 geboren als buitenechtelijke dochter van dominee en rector of South Stoke, William Andrew Weguelin (1807-1892) en Emma Hankey (Hackney, 25/10/1812 - Londen, 10/11/1864). Ze werd op 15 januari 1840 gedoopt in Saint Mark, Kennington, London. William Weguelin vroeg om een echtscheiding op grond van overspel en hertrouwde kort daarna. In 1849 kreeg hij nog een zoon John Reinhard Weguelin (1849-1927), die bekend werd als schilder. In 1850 vervoegde hij de Oxford Movement en bekeerde hij zich tot het katholicisme. Lucy werd opgevoed door de gegoede familie Hankey aan moederszijde. Ze huwde met Ernest Albin Smith uit noodzaak op 7 juli 1862, Kensington, St Mary Abbots. Ze kreeg met hem vijf kinderen: Spencer Francis (Londen, 1863), Cecile-Ernest (Londen, 1866), Edith (Londen, 1869), Liliane (Brugge, 1872) en Mathilde (Bath, 1873). Nadat haar echtgenoot zijn ambt bij de posterijen om gezondheidsredenen moest opgeven, startte het gezin een zwerftocht die hen van stad tot stad bracht, telkens een schuldenberg achterlatend. Begin 1872 kwamen ze naar Brugge (ingeschreven op 06/02/1872). Ze werden buren van Gezelle die hun vertrouwenspersoon werd en hen financieel steunde. Nadat Gezelles reputatie in het gedrang kwam door hun gedrag en het geroddel van de dienstmeid, werd hij in september 1872 overgeplaatst naar Kortrijk. Enkele maanden later volgden ze hem om eind 1873 terug te keren naar Bath. Ernest Smith trok eind 1874 naar Australië. Lucy Weguelin zette haar zwervend leven voort met Charles Bertram (Norwide, 1849). Met hem kreeg ze twee kinderen: Charles (Ramsgate, 1877) en Hilda (Brighton, 1878). Op 10/12/1880 kwamen ze opnieuw in Brugge wonen vanuit Liverpool. Begin juli 1881 werden ze door de Brugse rechtbank uit hun woning gezet, omdat ze hun huur niet betaald hadden. In 1891 vestigde Lucy Smith zich in Scarborough onder de valse naam Mrs. Brooke. Nadat ze haar huis had ingericht en enkele maanden op krediet had geleefd, verdween ze plotseling zonder haar uitstaande schulden af te lossen. In 1891 woonde Lucy in bij haar zoon Cecil en zijn gezin in Manchester. Uit de gegevens van de volkstelling blijkt dat Charles en Lucy Bertram zich in 1901 in Cornwall bevonden. Samen met hen woonden hun zoon Charles Reginald en een dienstmeisje. In 1911 hadden ze zich verplaatst naar Bournemouth. In het voorjaar van 1932 overleed Lucy Bertram, Lady Smith, in Bath.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; biechteling; Engelse kolonie
BronnenDepuydt, Els. Guido Gezelle en Lady Smith: nieuwe vondsten en feiten. In: Biekorf: 119 (2019) 4, p. 385-403; Sint-Jan, R. van. Guido Gezelle's avonturen in de journalistiek. Tielt; Den Haag: Lannoo, [1954]; B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamWeguelin, Lucy; Smith, Lucy; Lady Smith; Bertram, Lucy
Datums° Brighton, 27/10/1839 - ✝ Bath, 1932
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioLucy Weguelin werd op 27 oktober 1839 geboren als buitenechtelijke dochter van dominee en rector of South Stoke, William Andrew Weguelin (1807-1892) en Emma Hankey (Hackney, 25/10/1812 - Londen, 10/11/1864). Ze werd op 15 januari 1840 gedoopt in Saint Mark, Kennington, London. William Weguelin vroeg om een echtscheiding op grond van overspel en hertrouwde kort daarna. In 1849 kreeg hij nog een zoon John Reinhard Weguelin (1849-1927), die bekend werd als schilder. In 1850 vervoegde hij de Oxford Movement en bekeerde hij zich tot het katholicisme. Lucy werd opgevoed door de gegoede familie Hankey aan moederszijde. Ze huwde met Ernest Albin Smith uit noodzaak op 7 juli 1862, Kensington, St Mary Abbots. Ze kreeg met hem vijf kinderen: Spencer Francis (Londen, 1863), Cecile-Ernest (Londen, 1866), Edith (Londen, 1869), Liliane (Brugge, 1872) en Mathilde (Bath, 1873). Nadat haar echtgenoot zijn ambt bij de posterijen om gezondheidsredenen moest opgeven, startte het gezin een zwerftocht die hen van stad tot stad bracht, telkens een schuldenberg achterlatend. Begin 1872 kwamen ze naar Brugge (ingeschreven op 06/02/1872). Ze werden buren van Gezelle die hun vertrouwenspersoon werd en hen financieel steunde. Nadat Gezelles reputatie in het gedrang kwam door hun gedrag en het geroddel van de dienstmeid, werd hij in september 1872 overgeplaatst naar Kortrijk. Enkele maanden later volgden ze hem om eind 1873 terug te keren naar Bath. Ernest Smith trok eind 1874 naar Australië. Lucy Weguelin zette haar zwervend leven voort met Charles Bertram (Norwide, 1849). Met hem kreeg ze twee kinderen: Charles (Ramsgate, 1877) en Hilda (Brighton, 1878). Op 10/12/1880 kwamen ze opnieuw in Brugge wonen vanuit Liverpool. Begin juli 1881 werden ze door de Brugse rechtbank uit hun woning gezet, omdat ze hun huur niet betaald hadden. In 1891 vestigde Lucy Smith zich in Scarborough onder de valse naam Mrs. Brooke. Nadat ze haar huis had ingericht en enkele maanden op krediet had geleefd, verdween ze plotseling zonder haar uitstaande schulden af te lossen. In 1891 woonde Lucy in bij haar zoon Cecil en zijn gezin in Manchester. Uit de gegevens van de volkstelling blijkt dat Charles en Lucy Bertram zich in 1901 in Cornwall bevonden. Samen met hen woonden hun zoon Charles Reginald en een dienstmeisje. In 1911 hadden ze zich verplaatst naar Bournemouth. In het voorjaar van 1932 overleed Lucy Bertram, Lady Smith, in Bath.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; biechteling; Engelse kolonie
BronnenDepuydt, Els. Guido Gezelle en Lady Smith: nieuwe vondsten en feiten. In: Biekorf: 119 (2019) 4, p. 385-403; Sint-Jan, R. van. Guido Gezelle's avonturen in de journalistiek. Tielt; Den Haag: Lannoo, [1954]; B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Naam - plaats

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Weguelin, Lucy

Correspondenten

Gezelle, Guido
Weguelin, Lucy

Naam - persoon

Gezelle, Guido
Weguelin, Lucy

Naam - plaats

Kortrijk

Plaats van verzending

Kortrijk

Titel[01/01/1873 t.p.q. - 01/04/1873 t.a.q.], Kortrijk
EditeurEls Depuydt
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Weguelin, Lucy]
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum[01/01/1873 t.p.q. - 01/04/1873 t.a.q.]
VerzendingsplaatsKortrijk (Kortrijk)
AnnotatieT.p.q. gereconstrueerd op basis van de brieftekst: na het vertrek van Lucy naar Kortrijk; t.a.q.: terugbetaling voor 1 april; ook in onderzoeksarchief Frank Baur (nr. Aanw. 533, map 9,6)
Fysieke bijzonderheden
Drager ?
wit
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 652 ; Aanw. 533, map 9,6
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26084
Geschiedenis 27/04/2021, Rijksarchief Kortrijk: Teruggave Antoon Viaene
Inhoud
IncipitReceived of the {<=Revd>[=Reverend]} Guido Gezelle the sum
Samenvatting Ontvangstbewijs van Lucy Smith "50 frs to be returned 01/04/1873"
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.