Guido Gezelle
Bedankt u van herten, maar is wederom, tot zijn grootsten spijt, belet door twee drie zaken die hij uit zijnen weg niet ruimen en kan. Hij bidt onschuldp2en biedt Mijn Heer,Mevrouw en de lieve kleenen zijne eerbiedigste groetenissen.
Ik meende voortaan vrij te zijn[1] maar de vrijheid schijnt voor anderen gemaakt!