<Resultaat 14 van 2074

>

p1
Lieve Louise

Ik neem deze korte ogenblyken waer om u nog eenige woorden te schryven om u te versterken en des te beter te vestigen in uwe vocatie Lieve Louise, deze 9 dagen die den Feestdag van den h. Joseph[1] voorgaen bidden wy bezonderlyk God om door de voorspraek van dien heiligen, den wil van God te mogen kennen nopens uwen Levensstaet en omdat gy dien bekwamelyk kennende denzelven zoud volgen en dies betrachten eene ware religieuse[2] te worden. Daerom Louise vervoegd uwe gebeden by onze opdat wy mogen verhoord worden. Want wy zyn niets zonder God.

Mr. Van Caillie by wy (correctie wie)[3] gy geweest zyt heeft my geschreven dat gy niet meer moest schryven. Maer nogtans zoude ik my geern een letterken geschrift hebben na den Feestdag van St. Joseph opdat wy thans nog uwe gevoelens mogen kennen, als gy volherdig blyft. Ik durf verhopen dat gy korts na Paeschen conditien en schikkingen zult mogen maken om aenveerd te worden. Hetgeen ik nog te verzoeken heb Lieve Louise, is dat den tyd die gy nog hebt of kunt uitsplyten, dat gy de handwerken nog zoud leeren de gy niet kond.

Verders vele groetenissen van Mr. Pastoor en van ons alle aen uwe Geëerde Vader en Moeder, Broeders[4] en Zuster. Ik heb geen tyd meer
Uwe Dienaresse
Soeur Aloïsia Overste.

Noten

[1] De feestdag van Sint-Jozef valt op 19 maart.
[2] Louise wilde toe treden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede.
[3] Toevoeging door de transcribent.
[4] Guido, Romain en Jozef Gezelle.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandina, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (5.1.1869-23.6.1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be
NaamDhalewein, Felicitas Constantia; Aloysia (zuster); Aloïsia (zuster)
Datums° Marke, 25/11/1818 - ✝ Lendelede, 19/09/1874
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster, kloosteroverste
BioFelicitas Constantia Dhalewein of D’halewein werd op 25 november 1818 te Marke geboren als dochter van Petrus Ignatius Dhalewein of D’halewein (Marke, 1763-1846), landbouwer, raadslid en schepen in Marke, en Constantia Declercq (Lauwe, 1783 – Marke, 1862). Ze bracht haar jeugd door op de hoeve Priesterage langs de Marktstraat in Marke en trad in 1837 in bij de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo in Lendelede. Ze werd er geprofest in 1838 en werd moeder overste in 1847. Ze droeg de naam Zuster Aloysia en stierf er op 19 september 1874.
Bronnen https://blog.seniorennet.be/michelfaillie/; https://search.arch.be/nl/;

Briefschrijver

NaamDhalewein, Felicitas Constantia; Aloysia (zuster); Aloïsia (zuster)
Datums° Marke, 25/11/1818 - ✝ Lendelede, 19/09/1874
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster, kloosteroverste
BioFelicitas Constantia Dhalewein of D’halewein werd op 25 november 1818 te Marke geboren als dochter van Petrus Ignatius Dhalewein of D’halewein (Marke, 1763-1846), landbouwer, raadslid en schepen in Marke, en Constantia Declercq (Lauwe, 1783 – Marke, 1862). Ze bracht haar jeugd door op de hoeve Priesterage langs de Marktstraat in Marke en trad in 1837 in bij de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo in Lendelede. Ze werd er geprofest in 1838 en werd moeder overste in 1847. Ze droeg de naam Zuster Aloysia en stierf er op 19 september 1874.
Bronnen https://blog.seniorennet.be/michelfaillie/; https://search.arch.be/nl/;

Briefontvanger

NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandina, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (5.1.1869-23.6.1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be

Plaats van verzending

NaamLendelede
GemeenteLendelede

Naam - persoon

NaamDe Vriese, Monica
Datums° Wingene, 31/03/1804 - ✝ Heule, 30/04/1875
GeslachtVrouwelijk
BioGuido Gezelles moeder was een boerendochter, die opgroeide op een kleine boerderij, het “Walleke” te Wingene. Via haar zus Clara, die als religieuze werkte in het Gentse Bijlokehospitaal, leerde Monica De Vriese Pieter-Jan Gezelle kennen, die er werkzaam was als tuinman. Ze trouwden op 2 juni 1829 en woonden in de Rolweg te Brugge. Als huwelijkscadeau kreeg ze zestien cent mee en de stam van een kriekenboom om er meubels uit te zagen. Guido Gezelle werd elf maanden na hun huwelijk geboren op 01/05/1830. Voor de bevalling had ze haar testament opgemaakt, dat zich nu nog in het Gezellearchief bevindt. Na Guido kregen Monica en Pieter-Jan nog zeven kinderen waarvan er slechts vier in leven bleven. Ze verhuisde in januari 1849 naar de overkant van de de Rolweg (nr. 43). In 1871 verhuisde ze samen met haar tachtigjarige, zieke man naar Heule en nam er haar intrek bij hun dochter Louise. Ze stierf er op 30 april 1875.
Relatie tot Gezellefamilie: moeder van Guido Gezelle
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Jozef Aloysius Hyacinthus
Datums° Brugge, 12/02/1840 - ✝ Stene, 18/06/1903
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kloosterdirecteur; onderpastoor; pastoor
BioJozef, de jongste broer van Guido Gezelle, studeerde aanvankelijk te Brugge en later te Roeselare en te Turnhout. In Leuven volgde hij een opleiding aan het Amerikaans Seminarie. Net zoals zijn broer wilde Jozef immers naar Engeland trekken om er het katholieke geloof te verkondigen. In 1863 reisden de broers tevergeefs naar Engeland om daar een geschikt seminarie te vinden. In 1863-1864 was Jozef ingeschreven in het Engels Seminarie te Brugge. Op 22 december 1866 werd hij tot priester gewijd en na een kort intermezzo als onderpastoor in Passendale werd hij in augustus 1867 directeur van Saint-George’s Retreat, een klooster en een instelling voor geesteszieken in Burgess Hill te Southwark. Faict riep hem echter eind december terug. Hij werd vervolgens onderpastoor in Lendelede (1868-1878), Klerken (1878-1887) en Zillebeke (1887-1898). Mede dankzij zijn broer kon hij ten slotte pastoor worden in Stene bij Oostende (hij werd er op 21 september 1898 benoemd), waar hij uiteindelijk overleed op 18 juni 1903.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); familie: broer van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandina, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (5.1.1869-23.6.1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be
NaamGezelle, Pieter-Jan
Datums° Heule, 29/09/1791 - ✝ Heule, 27/05/1871
GeslachtMannelijk
Beroephovenier
BioDe vader van Guido Gezelle was afkomstig van Heule en werkte aanvankelijk als tuinman in het kleinseminarie te Roeselare. Na de sluiting ervan door het Nederlandse bewind was hij werkzaam in de Bijloke te Gent. Op zevenendertigjarige leeftijd ging hij wonen in de Rolweg te Brugge waar hij hovenier werd van de familie Th. Van de Walle-Van Zuylen. Op 2 juni 1829 trouwde hij met Monica De Vriese. Om bij te verdienen was hij ook tuinman in het Brugse grootseminarie van Brugge, had hij een eigen boomkwekerij en werd hij ook opzichter bij een bebossingexperiment langs de kust. Na de dood van Theodoor Van de Walle in 1848 stelde de barones een andere tuinman aan. Zo verhuisde Pieter-Jan op 24 januari 1849 naar de overkant van de Rolweg. In 1871 verbleef hij met zijn vrouw bij zijn dochter Louise in Heule waar hij in mei overleed
Relatie tot Gezellefamilie: vader van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be
NaamGezelle, Romaan
Datums° Brugge, 13/01/1832 - ✝ Brugge, 01/01/1899
GeslachtMannelijk
Beroepvuurwerkmaker
BioRomaan ging samen met zijn broer Guido naar het Duinencollege in Brugge. Toen Guido Gezelle in 1846 naar het kleinseminarie te Roeselare ging, bleef hij thuis om te helpen. In 1862 woonde hij in het Brugse Genthof en werd er 'vuurwerkaansteker' bij een afbraakbedrijf. Tijdens dit jaar raakte hij zwaar gewond bij slopingswerken aan de Brugse Katelijnepoort. Een van zijn benen dreigde geamputeerd te worden tijdens zijn verzorging in het St.-Janshospitaal. Romaan bleef kreupel, maar werd na zijn herstel vuurwerkmaker. Hij zette ook vogels en andere kleine dieren op. Op 4 mei 1865 trouwde hij met Philomena De Smet en verhuisde in augustus van dit jaar naar de Sint-Jorisstraat 34. Op 1 januari 1899 overleed Romaan. Guido Gezelle, die toen nog te Kortrijk verbleef, werd door zijn neef Caesar op de hoogte gebracht via een telegram met het bericht “vader overleden”. Nog op dezelfde dag schreef Gezelle voor zijn overleden broer een gelijknamig gedicht. Het Gezellearchief bewaart zowel het telegram als een gedrukte versie van het gedicht. Het overlijden van zijn broer betekende voor Gezelle een zware slag en zo dichtte hij nog 'Requiescat in pace!' en 'Uit de diepten'.
Relatie tot Gezellefamilie: broer van Guido Gezelle; correspondent; gelegenheidsgedicht
Bronnen http://www.gezelle.be
NaamVan Coillie, Fredericus Ferdinand
Datums° Beveren (Roeselare), 06/02/1804 - ✝ Brugge, 04/11/1884
GeslachtMannelijk
Beroeponderpastoor; pastoor
BioFredericus Ferdinand Van Coillie werd op 6 februari 1804 te Beveren-Roeselare geboren als zoon van Jan Hendrik Van Coillie (1757-1831) en Regina Victorina Vandewaeter (1759-1838). Hij ontving zijn priesterwijding te Mechelen op 2 augustus 1827, werd onderpastoor te Izegem (1827), en van 1841 tot 1882 pastoor van de Sint-Gilliskerk te Brugge. In 1853 werd hij ook deken van Brugge-Noord en in 1867 erekanunnik van het bisdom Brugge. Verder was hij stichter van de Congregatie van de Dienstmaagden van de Zaligmaker, Brugge/Heule (1854) en van de Congregatie van de Zusters van de Onbevlekte Ontvangenis, Heist (1859). Op 4 november 1884 overleed hij in zijn huis in de Annunciatenstraat E35 (57-64).
Links[odis]
Bronnen https://gw.geneanet.org/lukva1?n=van+coillie&oc=&p=fredericus+ferdinand; E. Rembry, De bekende pastors van Sint-Gillis te Brugge (1311-1896), met aanteekeningen over kerk en parochie. Brugge: De Scheemaecker-Van Windekens, 1890-1896, p.422-604.
NaamDhalewein, Felicitas Constantia; Aloysia (zuster); Aloïsia (zuster)
Datums° Marke, 25/11/1818 - ✝ Lendelede, 19/09/1874
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster, kloosteroverste
BioFelicitas Constantia Dhalewein of D’halewein werd op 25 november 1818 te Marke geboren als dochter van Petrus Ignatius Dhalewein of D’halewein (Marke, 1763-1846), landbouwer, raadslid en schepen in Marke, en Constantia Declercq (Lauwe, 1783 – Marke, 1862). Ze bracht haar jeugd door op de hoeve Priesterage langs de Marktstraat in Marke en trad in 1837 in bij de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo in Lendelede. Ze werd er geprofest in 1838 en werd moeder overste in 1847. Ze droeg de naam Zuster Aloysia en stierf er op 19 september 1874.
Bronnen https://blog.seniorennet.be/michelfaillie/; https://search.arch.be/nl/;
NaamMoerman, Pierre Armand; Moerman, Petrus
Datums° Anzegem, 06/02/1806 - ✝ Lendelede, 06/02/1877
GeslachtMannelijk
Beroeponderpastoor; pastoor; deservitor
BioPierre Armand Moerman werd op 6 februari 1806 geboren te Anzegem als zoon van landbouwer Jean Baptiste Moerman (1742-1820) en Catherine Putman (°1766). Op 23 maart 1833 werd hij in Gent tot priester gewijd, om later dat jaar onderpastoor te worden in Westkapelle. In 1837 werd hij onderpastoor in Sint-Denijs, en in 1845 onderpastoor van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk. Vanaf 1851 was hij deservitor in de Sint-Blasiuskerk te Lendelede, waarvan hij vanaf 1854 ook effectief pastoor was tot aan zijn dood in 1877.
Links[odis]
Bronnen https://gw.geneanet.org/putmanp?lang=nl&iz=577&p=pierre+armand&n=moerman

Naam - instituut/vereniging

NaamCongregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo, Lendelede
BeschrijvingIn 1811 stichtte Jacobus De Beir (1763-1854), pastoor van Lendelede, een zustergemeenschap in zijn dorp, dewelke in 1838 een officiële erkenning verwierf als de Congregatie van Zusters van Liefde. Later werd hun naam gewijzigd in Zusters van de H. Vincentius a Paulo. Vanuit hun Vincentiaanse spiritualiteit hielden de zusters zich met name bezig met onderwijs en bejaardenzorg. Dit was ook zo in Lendelede, waar ze een belangrijk aandeel hadden in de ontwikkeling van kleuter-, lager- en middelbaar onderwijs. Naderhand werden bijkloosters gesticht in Ledegem, Geluwe, Houthulst en Kooigem. Dat van Houthulst werd rond 1870 een autonome congregatie. In de 20ste eeuw aanvaardde de congregatie ook een missieopdracht in Rwanda. Tijdens de Schoolstrijd (1879-1884) werden de zusters een tijdlang uit hun klooster en school gezet door het gemeentebestuur. Uiteindelijk konden ze terugkeren en slaagden ze er ook in de gebouwen, die door stichter De Beir aan het lokale armenbestuur waren geschonken, aan te kopen. Vanaf 1940 richtten de zusters in Lendelede zich op middelbaar onderwijs. In 1945 namen ze ook het lokale C.O.O.-rusthuis over.
Datering1811-heden
Links[odis]

Titel10/03/1857, Lendelede, [Felicitas Constantia Dhalewein] (= Zuster Aloysia) aan [Louise Gezelle]
EditeurRik Van Gorp; Marc Carlier (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Dhalewein, Felicitas Constantia]
Ontvanger[Gezelle, Louise]
Verzendingsdatum10/03/1857
VerzendingsplaatsLendelede (Lendelede)
AnnotatieLocatie origineel onbekend: brief is enkel beschikbaar in afschrift van Frank Baur.
Fysieke bijzonderheden
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden kopie van Frank Baur
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 533, map 3,19 M
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26213
Inhoud
IncipitIk neem deze korte ogenblijken waer om u nog eenige woorden te
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.