<Resultaat 266 van 2074

>

p1
Monsieur le Vicaire,

Veuillez me communiquer la reponse que le conseil de fabrique a fait à la demande que vous lui avez adressée pour obtenir le supplément de pension refusé par la Régence.

Veuillez recevoir, Monsieur le Vicaire, l’assurance de mon sincère dévouement
A Wemaer Vicaire Général
Mr. Vanhouver Vicaire à Ste Walburge.

Register

Correspondenten

NaamWemaer, Antoon-Jan-Philip
Datums° Brugge, 02/01/1812 - ✝ Brugge, 17/12/1875
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; rector; ere-kanunnik; vicaris-generaal
VerblijfplaatsRome (Italië)
BioAntoon Wemaer werd geboren te Brugge op 23 januari 1812 als zoon van Antonius Wemaer en Maria Heene. Na zijn lagere school te Brugge volgde hij les bij de Minderbroeders te Tielt. Toen ook dat college sloot in 1825, keerde hij naar het stedelijk atheneum van Brugge terug, om ten slotte zijn middelbaar onderwijs af te ronden aan het kleinseminarie te Roeselare. Op 19 december 1835 werd hij tot priester gewijd door bisschop Boussen. Hij was toen anderhalve maand aan de slag als surveillant aan het kleinseminarie te Roeselare. In 1840 werd hij professor kerkelijke geschiedenis en liturgie aan het Brugse Grootseminarie, in 1843 inspecteur van de scholen van het district Brugge. Wemaer was amper 38 jaar oud, toen hij op 14 oktober 1850 directeur werd van het Grootseminarie te Brugge, waar hij seminarist Gezelle als biechtvader begeleidde. In 1854 werd hij erekanunnik en in 1866 cantor van de Brugse kathedraal. Hij speelde ook een belangrijke rol in het comité van de pauselijke werken en de fondsenwerving via de Sint-Pieterspenning. Zo bouwde hij contacten op in hogere katholieke kringen. Zijn engagement voor de pauselijke werken werd in 1866 beloond met de eretitel huisprelaat van paus Pius IX. In 1870 werd hij apostolisch protonotaris, een van de hoogste erefuncties die een priester kon krijgen. Vanuit zijn positie aan het Grootseminarie overzag hij de recrutering, vorming en inzet van nieuwe priesters, met wie hij ook later hartelijke contacten onderhield. Hij gaf Gezelle advies bij het omgaan met leerlingen in Roeselare en betrok hem bij de Noordpoolmissie. Hij bemiddelde ook tussen Gezelle, zijn ouders en het bisdom in verband met Gezelles missiedroom. Vanaf 1864 stond hij de nieuwe bisschop Faict bij als vicaris-generaal. Als vicaris-generaal zette hij zich in voor het onderwijs, het pers- en publicatiebeleid, voor neogotische kunstenaars en voor de ontwikkeling van religieuze praktijken en kringen. Gezellebiograaf Walgrave typeerde hem als volgt: “Voor kunstenaars, schrijvers, studenten was hij een Maecenas; groote sommen besteedde hij jaarlijks aan de verspreiding van het onderwijs in alle vormen: scholen, boekerijen, dag- en weekbladen. Er was niemand, zelfs de grootste pastoorsvreter van Brugge niet, die dezen minzamen prelaat hadde durven aanranden. Zijne liefdadigheid had hem voor allen geheiligd.” Hij stuurde Gezelle achter de schermen bij de redactie van 't Jaer 30 en begeleidde hem als redacteur van Rond den Heerd en de Spoker’s Almanak. In 1869 werd hij benoemd tot aartspriester. Hij spande zich in voor de verering van Onze Lieve Vrouw van Assebroek en Sint-Arnoldus van Tiegem. Hij was de drijvende kracht achter de Jubilea van Godelieve van Gistel en Sint-Walburga (Brugge en Veurne), waaraan Gezelle meewerkte. Wemaer zou in functie blijven tot zijn vroege dood op 17 december 1875 in zijn woning op de Dijver C 12 te Brugge, de oude proosdij van de O.L.Vrouwekerk.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/
NaamVan Houver, Philippe
Datums° Westouter, 03/10/1792 - ✝ Brugge, 18/11/1867
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; pastoor
BioPhilippe Van Houver was de zoon van Petrus en Maria Beuns. In 1813 weigerde hij als seminarist de benoeming van de la Brue te erkennen en werd hij naar Wezel verbannen. Hij ontving zijn priesterwijding op 23 december 1815 te Doornik. Hij was onderpastoor te Vlamertinge (08/07/1816) en pastoor te Poperinge (30/06/1824). Op 17 september 1834 werd hij pastoor te Brugge op de Sint-Walburgaparochie waar Guido Gezelle later ook onderpastoor was.
Links[odis]

Briefschrijver

NaamWemaer, Antoon-Jan-Philip
Datums° Brugge, 02/01/1812 - ✝ Brugge, 17/12/1875
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; rector; ere-kanunnik; vicaris-generaal
VerblijfplaatsRome (Italië)
BioAntoon Wemaer werd geboren te Brugge op 23 januari 1812 als zoon van Antonius Wemaer en Maria Heene. Na zijn lagere school te Brugge volgde hij les bij de Minderbroeders te Tielt. Toen ook dat college sloot in 1825, keerde hij naar het stedelijk atheneum van Brugge terug, om ten slotte zijn middelbaar onderwijs af te ronden aan het kleinseminarie te Roeselare. Op 19 december 1835 werd hij tot priester gewijd door bisschop Boussen. Hij was toen anderhalve maand aan de slag als surveillant aan het kleinseminarie te Roeselare. In 1840 werd hij professor kerkelijke geschiedenis en liturgie aan het Brugse Grootseminarie, in 1843 inspecteur van de scholen van het district Brugge. Wemaer was amper 38 jaar oud, toen hij op 14 oktober 1850 directeur werd van het Grootseminarie te Brugge, waar hij seminarist Gezelle als biechtvader begeleidde. In 1854 werd hij erekanunnik en in 1866 cantor van de Brugse kathedraal. Hij speelde ook een belangrijke rol in het comité van de pauselijke werken en de fondsenwerving via de Sint-Pieterspenning. Zo bouwde hij contacten op in hogere katholieke kringen. Zijn engagement voor de pauselijke werken werd in 1866 beloond met de eretitel huisprelaat van paus Pius IX. In 1870 werd hij apostolisch protonotaris, een van de hoogste erefuncties die een priester kon krijgen. Vanuit zijn positie aan het Grootseminarie overzag hij de recrutering, vorming en inzet van nieuwe priesters, met wie hij ook later hartelijke contacten onderhield. Hij gaf Gezelle advies bij het omgaan met leerlingen in Roeselare en betrok hem bij de Noordpoolmissie. Hij bemiddelde ook tussen Gezelle, zijn ouders en het bisdom in verband met Gezelles missiedroom. Vanaf 1864 stond hij de nieuwe bisschop Faict bij als vicaris-generaal. Als vicaris-generaal zette hij zich in voor het onderwijs, het pers- en publicatiebeleid, voor neogotische kunstenaars en voor de ontwikkeling van religieuze praktijken en kringen. Gezellebiograaf Walgrave typeerde hem als volgt: “Voor kunstenaars, schrijvers, studenten was hij een Maecenas; groote sommen besteedde hij jaarlijks aan de verspreiding van het onderwijs in alle vormen: scholen, boekerijen, dag- en weekbladen. Er was niemand, zelfs de grootste pastoorsvreter van Brugge niet, die dezen minzamen prelaat hadde durven aanranden. Zijne liefdadigheid had hem voor allen geheiligd.” Hij stuurde Gezelle achter de schermen bij de redactie van 't Jaer 30 en begeleidde hem als redacteur van Rond den Heerd en de Spoker’s Almanak. In 1869 werd hij benoemd tot aartspriester. Hij spande zich in voor de verering van Onze Lieve Vrouw van Assebroek en Sint-Arnoldus van Tiegem. Hij was de drijvende kracht achter de Jubilea van Godelieve van Gistel en Sint-Walburga (Brugge en Veurne), waaraan Gezelle meewerkte. Wemaer zou in functie blijven tot zijn vroege dood op 17 december 1875 in zijn woning op de Dijver C 12 te Brugge, de oude proosdij van de O.L.Vrouwekerk.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/

Briefontvanger

NaamVan Houver, Philippe
Datums° Westouter, 03/10/1792 - ✝ Brugge, 18/11/1867
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; pastoor
BioPhilippe Van Houver was de zoon van Petrus en Maria Beuns. In 1813 weigerde hij als seminarist de benoeming van de la Brue te erkennen en werd hij naar Wezel verbannen. Hij ontving zijn priesterwijding op 23 december 1815 te Doornik. Hij was onderpastoor te Vlamertinge (08/07/1816) en pastoor te Poperinge (30/06/1824). Op 17 september 1834 werd hij pastoor te Brugge op de Sint-Walburgaparochie waar Guido Gezelle later ook onderpastoor was.
Links[odis]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamWemaer, Antoon-Jan-Philip
Datums° Brugge, 02/01/1812 - ✝ Brugge, 17/12/1875
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; rector; ere-kanunnik; vicaris-generaal
VerblijfplaatsRome (Italië)
BioAntoon Wemaer werd geboren te Brugge op 23 januari 1812 als zoon van Antonius Wemaer en Maria Heene. Na zijn lagere school te Brugge volgde hij les bij de Minderbroeders te Tielt. Toen ook dat college sloot in 1825, keerde hij naar het stedelijk atheneum van Brugge terug, om ten slotte zijn middelbaar onderwijs af te ronden aan het kleinseminarie te Roeselare. Op 19 december 1835 werd hij tot priester gewijd door bisschop Boussen. Hij was toen anderhalve maand aan de slag als surveillant aan het kleinseminarie te Roeselare. In 1840 werd hij professor kerkelijke geschiedenis en liturgie aan het Brugse Grootseminarie, in 1843 inspecteur van de scholen van het district Brugge. Wemaer was amper 38 jaar oud, toen hij op 14 oktober 1850 directeur werd van het Grootseminarie te Brugge, waar hij seminarist Gezelle als biechtvader begeleidde. In 1854 werd hij erekanunnik en in 1866 cantor van de Brugse kathedraal. Hij speelde ook een belangrijke rol in het comité van de pauselijke werken en de fondsenwerving via de Sint-Pieterspenning. Zo bouwde hij contacten op in hogere katholieke kringen. Zijn engagement voor de pauselijke werken werd in 1866 beloond met de eretitel huisprelaat van paus Pius IX. In 1870 werd hij apostolisch protonotaris, een van de hoogste erefuncties die een priester kon krijgen. Vanuit zijn positie aan het Grootseminarie overzag hij de recrutering, vorming en inzet van nieuwe priesters, met wie hij ook later hartelijke contacten onderhield. Hij gaf Gezelle advies bij het omgaan met leerlingen in Roeselare en betrok hem bij de Noordpoolmissie. Hij bemiddelde ook tussen Gezelle, zijn ouders en het bisdom in verband met Gezelles missiedroom. Vanaf 1864 stond hij de nieuwe bisschop Faict bij als vicaris-generaal. Als vicaris-generaal zette hij zich in voor het onderwijs, het pers- en publicatiebeleid, voor neogotische kunstenaars en voor de ontwikkeling van religieuze praktijken en kringen. Gezellebiograaf Walgrave typeerde hem als volgt: “Voor kunstenaars, schrijvers, studenten was hij een Maecenas; groote sommen besteedde hij jaarlijks aan de verspreiding van het onderwijs in alle vormen: scholen, boekerijen, dag- en weekbladen. Er was niemand, zelfs de grootste pastoorsvreter van Brugge niet, die dezen minzamen prelaat hadde durven aanranden. Zijne liefdadigheid had hem voor allen geheiligd.” Hij stuurde Gezelle achter de schermen bij de redactie van 't Jaer 30 en begeleidde hem als redacteur van Rond den Heerd en de Spoker’s Almanak. In 1869 werd hij benoemd tot aartspriester. Hij spande zich in voor de verering van Onze Lieve Vrouw van Assebroek en Sint-Arnoldus van Tiegem. Hij was de drijvende kracht achter de Jubilea van Godelieve van Gistel en Sint-Walburga (Brugge en Veurne), waaraan Gezelle meewerkte. Wemaer zou in functie blijven tot zijn vroege dood op 17 december 1875 in zijn woning op de Dijver C 12 te Brugge, de oude proosdij van de O.L.Vrouwekerk.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/
NaamVan Houver, Philippe
Datums° Westouter, 03/10/1792 - ✝ Brugge, 18/11/1867
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; pastoor
BioPhilippe Van Houver was de zoon van Petrus en Maria Beuns. In 1813 weigerde hij als seminarist de benoeming van de la Brue te erkennen en werd hij naar Wezel verbannen. Hij ontving zijn priesterwijding op 23 december 1815 te Doornik. Hij was onderpastoor te Vlamertinge (08/07/1816) en pastoor te Poperinge (30/06/1824). Op 17 september 1834 werd hij pastoor te Brugge op de Sint-Walburgaparochie waar Guido Gezelle later ook onderpastoor was.
Links[odis]

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Indextermen

Briefontvanger

Van Houver, Philippe

Briefschrijver

Wemaer, Antoon-Jan-Philip

Correspondenten

Wemaer, Antoon-Jan-Philip
Van Houver, Philippe

Naam - persoon

Wemaer, Antoon-Jan-Philip
Van Houver, Philippe

Naam - plaats

Brugge

Plaats van verzending

Brugge

Titel11/03/1867, Brugge, Antoon-Jan-Philip Wemaer aan Philippe Van Houver
EditeurEls Depuydt
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2022
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderWemaer, Antoon-Jan-Philip
OntvangerVan Houver, Philippe
Verzendingsdatum11/03/1867
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieBrief doorgegegeven aan Guido Gezelle.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, ?
wit
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 575
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26386
Geschiedenis 27/04/2021, Rijksarchief Kortrijk: Teruggave Antoon Viaene
Inhoud
IncipitVeuillez me communiquer la
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.