Ik bedank u grondhertiglyk over uwe goede wenschen en ik hoop dat de heer uwe gebeden zal verhooren en my de gratie zal geven om de schoone deugden van mynen Patroon[1] na te volgen.
Ik heb de inleidinge[2] van het Noordsch en Vlaemsch Messeboekske gelezen. Vermits ik u openhartig spreken mag, zou ik u aenraden van agter te laten al het geen gy van C. J. Hansen’s Reizeboek zegt pag. 6 Het voorgaande stond geschreven enz. Indien gy het goedvindt, zoud gy dit kunnen vervangen met aentehalen wat de heilige Anscharius en Rembertus (Butler 3 en 4 February) voor de missien van Sweden en Denemarken in de negende eeuw gedaen hebben. Hoe die volkeren in de 16de eeuw van het waer geloof, door bedrog derp2ketters afgevallen zyn, en hoe wy nu moeten tragten hun tot het waer geloof weder te brengen. Indien gy in myn gedagt valt, en eenige inligtingen wegens die gebeurtenissen noodig hebt, zal ik bereid zyn u dezelve medetedeelen. Monseigneur Scherpereel heeft my de goedkeuring van uw werk toegestaen. Ik zende u hier nevens eenen boek: Lettres sur l’islande, die u misschien van eenig nut kan zyn.