<Resultaat 431 van 2307

>

p1
Beminden Broeder

Ik heb vergeten u te vragen waer ik moest gaen om eenen Rond den heerd. Katrine Kijvere heeft eenen numero te kort het is de tafel van het jaer 1869 zend ze zoo haest mogelijk. Ik heb aen Camille gevraegt [1]als hij iets wist van dien broeder[2] van den pastor van Beernem hij zegt dat hij ongenaem[3] er niet van en weet hij en heeft nooit geene affairens gedaen met niemand van Rijssel waer hij van weet ik en wil er aen Louise niet van spreken ik zou toch nooit de waerheid weeten

Philomene heeft mij zoo schoon gesproken om dat[4] ik u zou gevraegd hebben of zij mogte eens naer Heule koomen voor eenen dag of tweep2als gij nog zou komissien[5] hebben laet haer eens koomen ik zal trachten iets te bezorgen voor haer van kleeren.

ik ben wel te huis gekoomen maer Louise was kwaed om dat ik zoo lange weg was maer het en duurde niet lange.

Mr Charle is wederom gebeterd maer is geheel flauw

pastor Berge heeft zijnen boeken ontvangen en hij is er geheel content van

Veele complimenten van Moeder Louise en Camille
uwe toegenegene zuster
Florence

Noten

[1] Florence verblijft in het gezin Lateur-Gezelle en neemt de zorg voor moeder (Monica De Vriese) op zich.
[2] Florence moet zich hier vergissen. De pastoor van Beernem was toen Eduardus Forge (1816-1873), priester (1840). Hij was vanaf juni 1863 pastoor van de Sint-Amandskerk te Beernem. Hij had wel een broer, maar die was reeds overleden. Onderpastoor Hendrik Boedts daarentegen, had drie broers: Louis Joseph, René Joseph en Justin Robert. Maar het is niet duidelijk over wie van de drie het hier gaat.
[3] Hoegenaamd. (Zie: De Bo, s.v. ongenaamd: ‘Te Brugge en elders gebruikt men ongenaamd voor hoegenaamd. Ongenaamd niemand (volstrekt niemand). Ik weer er ongenaamd niets van.’)
[4] Opdat.
[5] Boodschap(pen).

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Florence; Florentina Constantia; (E.Z.) Maria-Columba
Datums° Brugge, 29/09/1847 - ✝ Heule, 19/03/1917
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; lerares
BioFlorence Gezelle, dochter van Pieter-Jan Gezelle, hovenier, en Monica Devriese, was de jongste zus van Guido Gezelle. Ze woonde bij haar broer in toen hij onderpastoor was van St.-Walburga te Brugge (1865-1872). In Brugge zette ze zich ook in voor de Noordpoolmissie als lid van het ‘Comité des Dames Zélatrices de l’oeuvre des Missions du Pôle Nord’. Door conflicten met Gezelles meid Stéphanie Hendryckx verliet ze zijn woning en ging ze voor haar ouders zorgen in Heule, die in april 1871 bij hun dochter Louise waren ingetrokken. Uit de correspondentie met haar broer Guido blijkt dat Florence in september 1871 ook in hotel Aux Armes de France te Kortrijk werkte. In 1872 ging ze voor korte tijd werken bij de familie Smith in Brugge. Op 15/10/1873 trad ze in het klooster van de Zusters van Liefde van Maria te Heule en werd er geprofest op 25/08/1875. Ze nam de naam aan van Zuster Colombe en gaf les in de kostschool voor meisjes te Heule. Ze vervulde ook taken in diverse bijhuizen van het hoofdklooster, zoals Kortrijk, Zarren, Klemskerke, Esen en Passendale. Later kwam ze weer naar Heule terug.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; zanter (WDT), correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamGezelle, Florence; Florentina Constantia; (E.Z.) Maria-Columba
Datums° Brugge, 29/09/1847 - ✝ Heule, 19/03/1917
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; lerares
BioFlorence Gezelle, dochter van Pieter-Jan Gezelle, hovenier, en Monica Devriese, was de jongste zus van Guido Gezelle. Ze woonde bij haar broer in toen hij onderpastoor was van St.-Walburga te Brugge (1865-1872). In Brugge zette ze zich ook in voor de Noordpoolmissie als lid van het ‘Comité des Dames Zélatrices de l’oeuvre des Missions du Pôle Nord’. Door conflicten met Gezelles meid Stéphanie Hendryckx verliet ze zijn woning en ging ze voor haar ouders zorgen in Heule, die in april 1871 bij hun dochter Louise waren ingetrokken. Uit de correspondentie met haar broer Guido blijkt dat Florence in september 1871 ook in hotel Aux Armes de France te Kortrijk werkte. In 1872 ging ze voor korte tijd werken bij de familie Smith in Brugge. Op 15/10/1873 trad ze in het klooster van de Zusters van Liefde van Maria te Heule en werd er geprofest op 25/08/1875. Ze nam de naam aan van Zuster Colombe en gaf les in de kostschool voor meisjes te Heule. Ze vervulde ook taken in diverse bijhuizen van het hoofdklooster, zoals Kortrijk, Zarren, Klemskerke, Esen en Passendale. Later kwam ze weer naar Heule terug.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; zanter (WDT), correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamHeule
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamCharle, Josephus François
Datums° Aalbeke, 23/02/1823 - ✝ Ieper, 22/04/1895
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; econoom; geestelijk directeur; pastoor; aalmoezenier
BioJosephus Charle, zoon van Louis Charle, schoenmaker, en Barbara Delpore, werd op 22/12/1849 te Brugge tot priester gewijd. In 1849 werd hij leraar en econoom aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. Daarna was hij achtereenvolgens directeur van de Zusters van Liefde te Heule (07/09/1863), en pastoor te Wijtschate (24/08/1877) en te Ieper (25/02/1887) waar hij tevens aalmoezenier van het garnizoen was.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
Naamde Kyvere, Catherine
Datums° Sint-Catherine (Heule), 10/09/1833 - ✝ Sint-Catherine (Heule), 15/08/1914
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosteroverste; prefect
BioCatherine De Kyvere was de achternicht van Guido Gezelle. Ze was de dochter van Maria Callens (Kuurne, 25/12/1805 - Lendelede, 12/12/1880) en Petrus Ludovicus De Kyvere (Heule, 1788 - Heule, 12/01/1865). Petrus was de neef van Pieter Jan Gezelle, de vader van Guido. Catherine werd de overste van de derde orde van Sint- Franciscus en prefecte van de congregatie van O.-L.-V. Onbevlekt Ontvangen. Haar brieven werden in bewerkte vorm door Guido Gezelle gepubliceerd in 't Jaer 30.
Relatie tot Gezelleabonnee Rond den Heerd; correspondent; familie van Gezelle
Bronnen https://search.arch.be/nl/ ; bidprentje
NaamDe Smet, Philomena; Mina
Datums° Sint-Lievens-Houtem, 22/02/1840 - ✝ Brugge, 08/10/1912
GeslachtVrouwelijk
Beroephuisvrouw; hulp in de wapenwinkel
BioPhilomena De Smet werd op 22 februari 1840 te Sint-Lievens-Houtem geboren als dochter van Charles De Smet en Dominica De Taeye. In 1865 trouwde ze met Romaan Gezelle (1832-1899), waarmee acht kinderen kreeg. Het portret dat Streuvels van haar schetste, is zeer warm. Zo schreef hij: "In die gedrukte atmosfeer was tante Mina het enig luchthartig, onbevangen geluid, - altijd opgewekt en levenslustig, scheen zij niets te vermoeden van dat gedrukte - de enige in de huiskring die het waagde soms luidop te zingen! Van haar hield ik het meest." Of nog: "Tante Mina gaf er de toon aan van opgewekte levenslust. Haar stem klonk helder als een lach en zij was soms al van 's morgens vroeg aan 't zingen." Ook omschreef hij haar fysiek als volgt: "In huis droeg zij een kanten muts met de binders loshangend op haar rug. 's Zondags gekleed als een grote dame, met diamanten oorbellen en een gouden ketting. Zij was rijzig van gestalte, statig in haar bewegingen, kalm, bedaard en zacht van karakter. Haar stem klonk opgewekt, de vriendelijkheid lag op haar wezen en zij kon hartelijk lachen; glimlachen deed ze altijd. In het milieu waarin zij leefde had zij een kinderlijke eenvoud bewaard; zij deed nooit mee aan gesprekken die boven haar begrip lagen, of waar het ging over kunst of geleerdheid."
Relatie tot Gezellefamilie: schoonzus; correspondent
Bronnen https://gw.geneanet.org/zwyll?lang=nl&iz=171&p=philomena&n=de+smet; S. Streuvels, Kroniek van de familie Gezelle; Avelgem, VW, p. 1148, 1529, 1552; Johan Roelstrate, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971.
NaamDe Vriese, Monica
Datums° Wingene, 31/03/1804 - ✝ Heule, 30/04/1875
GeslachtVrouwelijk
BioGuido Gezelles moeder was een boerendochter, die opgroeide op een kleine boerderij, het 'Walleke' te Wingene. Via haar zus Clara, die als religieuze werkte in het Gentse Bijlokehospitaal, leerde Monica De Vriese Pieter-Jan Gezelle kennen, die er werkzaam was als tuinman. Ze trouwden op 2 juni 1829 en woonden in de Rolweg te Brugge. Als huwelijkscadeau kreeg ze zestien cent mee en de stam van een kriekenboom om er meubels uit te zagen. Guido Gezelle werd elf maanden na hun huwelijk geboren op 01/05/1830. Voor de bevalling had ze haar testament opgemaakt, dat zich nu nog in het Gezellearchief bevindt. Na Guido kregen Monica en Pieter-Jan nog zeven kinderen waarvan er slechts vier in leven bleven. Ze verhuisde in januari 1849 naar de overkant van de de Rolweg (nr. 43). In 1871 verhuisde ze samen met haar tachtigjarige, zieke man naar Heule en nam er haar intrek bij hun dochter Louise. Ze stierf er op 30 april 1875.
Relatie tot Gezellefamilie: moeder van Guido Gezelle
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Florence; Florentina Constantia; (E.Z.) Maria-Columba
Datums° Brugge, 29/09/1847 - ✝ Heule, 19/03/1917
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; lerares
BioFlorence Gezelle, dochter van Pieter-Jan Gezelle, hovenier, en Monica Devriese, was de jongste zus van Guido Gezelle. Ze woonde bij haar broer in toen hij onderpastoor was van St.-Walburga te Brugge (1865-1872). In Brugge zette ze zich ook in voor de Noordpoolmissie als lid van het ‘Comité des Dames Zélatrices de l’oeuvre des Missions du Pôle Nord’. Door conflicten met Gezelles meid Stéphanie Hendryckx verliet ze zijn woning en ging ze voor haar ouders zorgen in Heule, die in april 1871 bij hun dochter Louise waren ingetrokken. Uit de correspondentie met haar broer Guido blijkt dat Florence in september 1871 ook in hotel Aux Armes de France te Kortrijk werkte. In 1872 ging ze voor korte tijd werken bij de familie Smith in Brugge. Op 15/10/1873 trad ze in het klooster van de Zusters van Liefde van Maria te Heule en werd er geprofest op 25/08/1875. Ze nam de naam aan van Zuster Colombe en gaf les in de kostschool voor meisjes te Heule. Ze vervulde ook taken in diverse bijhuizen van het hoofdklooster, zoals Kortrijk, Zarren, Klemskerke, Esen en Passendale. Later kwam ze weer naar Heule terug.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; zanter (WDT), correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandine genoemd, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (05/01/1869-23/06/1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle, zus van Pier-Jan Gezelle en weduwe van Charles Dedeurwaerder, in de Krakeelhoek, volkse benaming voor de Peperstraat. In januari 1871 hadden ze al een nieuwe woonst aan de Leiaerde. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be; J. Roelstraete, De voorouders van Stijn Streuvels. Handzame: Familia et Patria, 1971, p.2
NaamVanden Berghe, Jacobus Dominicus
Datums° Heule, 08/11/1801 - ✝ Heule, 14/02/1877
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; pastoor
BioJacobus Vanden Berghe was de zoon van Judocus Martinus Franciscus Vandenberghe (Heule, 1763-1822) en Marie Josepha Constantina Reynaert (Wevelgem, 1764 – Heule, 1844). Hij werd in 1825 tot priester gewijd te Gent. Hij was onderpastoor te Woumen, Moorsele en Roeselare. Op 30/08/1836 werd hij pastoor te Gullegem en op 23/08/1848 te Koolskamp. Hij nam ontslag op 1 mei 1866 en keerde terug naar Heule. Hij was een vriend van Pieter-Jan Gezelle, de vader van Guido Gezelle, en tevens de peter van Louise Gezelle. Ook was hij schoonbroer van Frans Josse Lagae, brouwer en burgemeester van Heule, de broer van Joseph Edouard Lagae-Angillis.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamLateur, Camille
Datums° Avelgem, 21/04/1841 - ✝ Avelgem, 21/07/1897
GeslachtMannelijk
Beroepkleermaker
VerblijfplaatsFrankrijk
BioCamille Lateur was een bakkerszoon uit Avelgem, maar was 'coupeur' in Roubaix toen hij Louise Gezelle (1834-1909) leerde kennen. Ze huwden op 5 juni 1865 in Roubaix. Met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog keerde het gezin terug naar België. Hij werd zelfstandig kleermaker in Heule. Het gezin had vier kinderen : Karel, Elisa, Maria en Frank (Stijn Streuvels).
Relatie tot Gezellefamilie van Gezelle (schoonbroer)
Bronnen http://edities.kantl.be/streuvels/ed/DALF.db.se410909?view=pdf
NaamForge, Eduardus Godefridus
Datums° Moorsele, 13/01/1816 - ✝ Beernem, 18/09/1873
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; bewaker-opvoeder; onderpastoor; pastoor
BioEduardus Godefridus Forge werd geboren te Moorsele op 13 januari 1816 als zoon van fabrikant Ludovicus Forge en Maria Amelia Dufort. Hij werd in 1840 subregent in het college van Veurne en dit tot 21 december 1842. Hij werd in Brugge tot priester benoemd op 19 december 1840. Op 21 december 1842 werd hij benoemd tot onderpastoor in Harelbeke. Op 13 augustus 1859 werd hij pastoor in Oostkerke. Op 23 juni 1863 volgde zijn benoeming in Beernem. Na een langdurige ziekte overleed hij in zijn pastorie op 18 september 1873.
Links[odis]
BronnenRijksarchief
NaamBoedts, Hendrik
Datums° Alveringem, 30/03/1838 - ✝ Marialoop, 11/04/1907
GeslachtMannelijk
Beroeponderpastoor; pastoor
BioHendrik Boedts werd op 30 maart 1838 geboren als zoon van landbouwer Felix Alexander Josephus Boedts en Maria Constancia Demolder. De familie Demolder was erg actief in de gemeentepolitiek en leverde burgemeesters in verschillende gemeenten in de Westhoek. Hendrik werd op 2 juli 1864 tot priester gewijd te Brugge, en was vanaf oktober dat jaar surveillant in het Sint-Stanislascollege te Poperinge. Nadien was hij achtereenvolgens onderpastoor van Sint-Amandus te Beernem (vanaf 29 juni 1870), onderpastoor van Sint-Anna te Brugge (vanaf 26 januari 1874), pastoor van Onze-Lieve-Vrouw te Zandvoorde (vanaf 6 februari 1888) en pastoor van Onze-Lieve-Vrouw Bezoeking en Sint-Leo te Marialoop (vanaf 18 augustus 1892), alwaar hij overleed.
Links[odis]
BronnenRijksarchief; https://nl.geneanet.org/; mededeling Koenraad Vandenbussche, historicus Eernegem, lid van het berek van Biekorf
NaamBoedts, Louis Joseph
Datums° Alveringem, 03/06/1834 - ✝ Alveringem, 07/03/1903
GeslachtMannelijk
BioLouis Joseph Boedts werd op 3 juni 1834 geboren als zoon van landbouwer Felix Alexander Josephus Boedts en Maria Constancia Demolder. De familie Demolder was erg actief in de gemeentepolitiek en leverde burgemeesters in verschillende gemeenten in de Westhoek. Louis trad op 14 november 1871 in het huwelijk met de 18-jarige landbouwster Leonia Carolina Maria Ameloot (Beveren aan de IJzer, 10/07/1853 – Roesbrugge, 05/09/1940), dochter van landbouwer Napoleon Franciscus Leopoldus Ameloot en Carolina Henrica Rabaey. Het koppel kreeg vijf kinderen die allen vroeg overleden, drie in hun eerste levensjaar (1877, 1880, 1883), een op 11-jarige leeftijd (1887) en een op 25-jarige leeftijd (1907).
BronnenRijksarchief; https://nl.geneanet.org/; mededeling Koenraad Vandenbussche, historicus Eernegem, lid van het berek van Biekorf
NaamBoedts, René Joseph
Datums° Alveringem, 03/06/1843 - ✝ Staden, 19/03/1903
GeslachtMannelijk
Beroepbrouwer
BioRené Joseph Boedts werd op 3 juni 1843 geboren als zoon van landbouwer Felix Alexander Josephus Boedts en Maria Constancia Demolder. De familie Demolder was erg actief in de gemeentepolitiek en leverde burgemeesters in verschillende gemeenten in de Westhoek. René werd brouwer. Hij trouwde op 16 maart 1874 in Staden met Adelaide Florence Mullie (Staden, 30/06/1851 - Staden, 06/01/1885).
BronnenRijksarchief; https://nl.geneanet.org/; mededeling Koenraad Vandenbussche, historicus Eernegem, lid van het berek van Biekorf
NaamBoedts, Justin Robert
Datums° Alveringem, 01/10/1845 - ✝ Eernegem, 30/07/1906
GeslachtMannelijk
Beroepnotaris; gemeenteraadslid; burgemeester
BioJustin Robert Boedts werd op 1 oktober 1845 geboren als zoon van landbouwer Felix Alexander Josephus Boedts en Maria Constancia Demolder. De familie Demolder was erg actief in de gemeentepolitiek en leverde burgemeesters in verschillende gemeenten in de Westhoek. Justin vestigde zich in 1875 als notaris in Eernegem. Voordien was hij eerste klerk bij notaris Butaye in Mesen. Hij trouwde op 19 juni 1877 in Eernegem met Maria Theresia Juliana De Lanoy. Hij werd ook actief in de gemeentelijke politiek en werd in 1878 katholiek gemeenteraadslid. In 1897 werd hij burgemeester van Eernegem en bleef dat tot aan zijn dood in 1906.
BronnenRijksarchief; https://nl.geneanet.org/; mededeling Koenraad Vandenbussche, historicus Eernegem, lid van het berek van Biekorf

Naam - plaats

NaamHeule
GemeenteKortrijk
NaamRijsel
GemeenteLille

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelRond den Heerd. Een leer-en leesblad voor alle lieden.
Links[gezelle.be]

Titel25/09/1871, Heule, [Florence Gezelle (= Zuster Colombe)] aan [Guido Gezelle]
EditeurPiet Couttenier; Marc Carlier (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Gezelle, Florence]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum25/09/1871
VerzendingsplaatsHeule (Kortrijk)
AnnotatieAdressant en adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 211x138
wit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle ; op zijde 3 rechtsonder bijgeschreven onder de signering: (Gezelle) (inkt, beide hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 443
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26699
Geschiedenis 27/02/2018, Antwerpen: Teruggave familiebrieven UA
Inhoud
IncipitIk heb vergeten u
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.