<Resultaat 391 van 2074

>

p1
Beminden Broeder

Tante heeft mij belast van u te schrijven over het jaer 70 gij weet dat zij altijd ’t jaer 30 voor nieten gehad heeft nu hebben zij al driemal om geld geschreven zij zegt als zij moet betalen dat zij het niet en moet hebben gij moet voor haer niet betalen want zij en geeft om t’ jaer 70 niet ik zende u den brief[1] van Delplace gij zult zeker best weeten wat er mede moet gedaen zijn

Tante en zit maer in een slecht vel zij heeft eenen zeeren voet ik en weet niet wat het is het gelijkt best aen het water maer ik en weet het niet zekerp2Louise is geheel ersteld er zijn nog veele pokken in het ronde doctoor Lagae heeft Franske de pokken gezet en aen Moeder en Camille en ik ook van Moeder en Camille koomen zij voort en van mij niet. Lagae zegt dat het waerschijnnelijk is dat zij de pokken zouden gekregen hebben hadden zij ze niet laten zetten het is zeker om dat zij zoo benauwd geweest hebben anders gaet alles zoo wel als dat het kan gaen met menschen gelijk Moeder en Louise

hoe gaet het tot brugge altijd gelijk peize ik ik zou willen koomen voor een dag of twee dat ik tijd hadde om te zien hoe het gaet met u

Mietje[2] heeft beloofd van te schrijven als zij hier geweest heeft en zij heeft het niet gedaen vermaend het haer ne keer Guido als Mietje hier geweest heeft gij moogt zeker zijn dat ik haer in alles de waerheid gezeid hebbe op al p3wat zij mij gevraegd heeft dat er geen een woord leugens in en was van mijnen kant wat Louise aengaet ik weet niet wat zij al gezeid heeft ik heb er niet bij geweest ik heb wel staen zien als ik gehoord heb wat leugens er van ons verteld zijn tot brugge[3]

gij moet schrikkelijk veel verdriet hebben ik kan het al uit mijne hoofd niet steken ik peize geheele dagen op u en bij nachte droome ik van u Kan ik u toch in niets helpen Al dat in mijne magt is zal ik doen voor u ik weet wat gij moet lijden ik kan het gemakkelijk gevoelen

Ziet toch maer dat gij niet wederom ziek en woord

ik verlange alle dage om eenig nieuws te weten van u maer ik en worde niet gewaer zegt toch iets in het korte indien gij zoud naer mij schrijven schrijft in het enghels want Louise pakt mijnen brieven p4uit mijne zakken om ze te lezen en dan van een woord maekt zij tien gelijk of gij wel kunt denken

zegt algouw iets dat wij niet meer verlegen en zijn

uwe toegenegene zuster
Florence

Noten

[1] De brief is niet meer aanwezig in het Guido Gezellearchief.
[2] Meetje, meter, doopmoeder.
[3] ”Het is bekend hoe Gezelle in de vroege jaren 1870 steeds dieper in de put raakte door persprocessen, roddels, schulden en huiselijke problemen. Zijn meid Stephanie Hendryckx speelde hier een belangrijke rol in. Deze kantwerkster moest door oogproblemen haar werk opgeven en werd door Gezelle in huis genomen om het huishouden te doen samen met zijn zus Florence. Caesar Gezelle beschreef hoe ze dronk en stal. Ze roddelde over Gezelle vooral met betrekking tot het schandaal met Lady Smith. De situatie werd onhoudbaar eind juli 1872, waardoor de familie ingreep. Louise nam Stephanie Hendryckx mee naar Heule en Zarren.” (Guido Gezelle en Lady Smith: nieuwe vondsten en feiten. In: Biekorf : West-Vlaams archief voor geschiedenis, archeologie, taal-en volkskunde: J119 (2019) 4, p. 385-403.)

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamHeule
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamDe Vriese, Monica
Datums° Wingene, 31/03/1804 - ✝ Heule, 30/04/1875
GeslachtVrouwelijk
BioGuido Gezelles moeder was een boerendochter, die opgroeide op een kleine boerderij, het “Walleke” te Wingene. Via haar zus Clara, die als religieuze werkte in het Gentse Bijlokehospitaal, leerde Monica De Vriese Pieter-Jan Gezelle kennen, die er werkzaam was als tuinman. Ze trouwden op 2 juni 1829 en woonden in de Rolweg te Brugge. Als huwelijkscadeau kreeg ze zestien cent mee en de stam van een kriekenboom om er meubels uit te zagen. Guido Gezelle werd elf maanden na hun huwelijk geboren op 01/05/1830. Voor de bevalling had ze haar testament opgemaakt, dat zich nu nog in het Gezellearchief bevindt. Na Guido kregen Monica en Pieter-Jan nog zeven kinderen waarvan er slechts vier in leven bleven. Ze verhuisde in januari 1849 naar de overkant van de de Rolweg (nr. 43). In 1871 verhuisde ze samen met haar tachtigjarige, zieke man naar Heule en nam er haar intrek bij hun dochter Louise. Ze stierf er op 30 april 1875.
Relatie tot Gezellefamilie: moeder van Guido Gezelle
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGezelle, Louise; Maria Catharina Ludovica
Datums° Brugge, 22/01/1834 - ✝ Steenbrugge, 12/02/1909
GeslachtVrouwelijk
Beroeplesgeefster; naaister
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMaria Catharina Ludovica Gislena Gezelle, de oudste zus van Guido Gezelle ging door het leven onder haar derde naam Louise. In 1857 wilde ze toetreden tot de Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo te Lendelede. In juli 1858 gaf ze les in Ingelmunster. In oktober 1858 keerde ze terug naar huis en ging later bij haar tantes in Heule wonen. Uiteindelijk vond ze werk als naaister in Menen en in Roubaix, waar ze de zeven jaar jongere Camille Lateur (1841-1897) leerde kennen. Op 5 juni 1865 trouwden ze, en in dezelfde maand van haar huwelijk, op 30 juni, werd een dochtertje geboren, Marie-Louise, dat in juli al overleed. Op 21 mei 1866 werd Marie-Elise (‘Liseke’), ook Amandina, geboren. Een zoontje, Georges Camille, overleed anderhalf jaar na de geboorte (5.1.1869-23.6.1870). Ze woonden in de Rue des Récollets, later in de Rue du Fort, en nadien ook even in Tourcoing. Maar met het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog (19 juli 1870) keerden ze in de winter van 1870-1871 terug naar België. Ze werden in Heule opgevangen in het gezin van Marie-Constance Gezelle. Louise en Camille kregen nog drie kinderen waaronder Frank Lateur, die later als Stijn Streuvels een bekend auteur werd.
Relatie tot Gezellefamilie: zus van Guido Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.gezelle.be
NaamGezelle, Maria Constantia; Stanse; Gezelle Marie Constantia
Datums° Heule, 16/08/1801 - ✝ Heule, 30/01/1884
GeslachtVrouwelijk
Beroeplerares
BioMaria Constance Gezelle was de jongste zus van Pieter-Jan Gezelle en dus een tante van Guido. Ze huwde op 28 mei 1823 met Charles Louis De Deurwaerder (Sint-Eloois-Winkel, 27/12/1798-Heule, 15/09/1857), kostschoolhouder, onderwijzer en later gemeenteontvanger. Maria Constance Gezelle was onderwijzeres in de kostschool van haar man. Zijn kostschool was gevestigd in de Krakeelhoek te Heule. Deze kostschool is overgenomen door de Zusters van Liefde waartoe Florence Gezelle (Florentina Constantia Gezelle) toetrad op 15/10/1873 en waar ze als Zuster Colomba begon les te geven.
Relatie tot Gezellecorrespondent; familie: tante van Guido Gezellle
Bronnen https://gw.geneanet.org/mivan?lang=en&pz=pierre&nz=vandekerckhove&ocz=0&p=maria+constantia&n=gheselle; Rijksarchief: https://search.arch.be/nl/zoeken-naar-personen/zoekresultaat/weergave/akte/id/ROESELARESUCC1_00070574/q/zoekwijze/s?text=gezelle%20constan*&M=0&V=0&O=0&persoon_0_periode_geen=0&plaatsnaam=heule&sort=akte_datum&direction=asc&tmpl=component
NaamLateur, Frank
Datums° Heule, 03/10/1871 - ✝ Ingooigem, 15/08/1969
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; bakker
BioStijn Streuvels werd in 1871 te Heule geboren als Frank Lateur. Hij was de zoon van Guido Gezelles zuster Louise en Camiel Lateur. Met zijn bakkersopleiding leek hij op weg om de familiale bakkerszaak in Avelgem over te nemen. Zijn vroegste literaire bijdragen verschenen in kleine Vlaamse tijdschriften, zoals "Biekorf". Daar werd zijn literair talent opgemerkt door "Van Nu en Straks". In Gezelles sterfjaar 1899 verscheen zijn eerste verhalenbundel. Hoewel zijn realistische stijl niet door iedereen gewaardeerd werd, groeide zijn succes. Vanaf 1905 kon hij van zijn pen leven en vestigde hij zich in het Lijsternest in Ingooigem, waar hij tot zijn dood in 1969 zou verblijven. Zijn belangrijkste werken zijn "De vlaschaard" (1907), "Het leven en de dood in den ast" (1926) en "De teleurgang van den Waterhoek" (1927). Streuvels speelde een belangrijke rol in het beheer van Gezelles rechten namens de familie. Zo stimuleerde hij de verspreiding van Gezelles werk via de Nederlandse uitgeverij Veen. Op zijn initiatief verscheen ook een bibliofiele uitgave "Verzen" (1902) met telkens een origineel handschrift van Gezelle. In 1960 publiceerde hij een Kroniek van de familie Gezelle.
Relatie tot Gezellefamiliedlid, correspondent
NaamLateur, Camille
Datums° Avelgem, 21/04/1841 - ✝ Avelgem, 21/07/1897
GeslachtMannelijk
Beroepkleermaker
VerblijfplaatsFrankrijk
BioCamille Lateur huwde op 5 juni 1865 in Roubaix, waar hij de kleermakersstiel leerde, met Louise Gezelle (1834-1909), de zus van Guido Gezelle. Hij werd zelfstandig kleermaker in Heule. Het gezin had vier kinderen : Karel, Elisa, Maria en Frank (Stijn Streuvels).
Relatie tot Gezellefamilie van Gezelle (schoonbroer)
Bronnen http://edities.kantl.be/streuvels/ed/DALF.db.se410909?view=pdf
NaamLagae, Romain Joseph
Datums° Heule, 17/02/1804 - ✝ Reims, 22/05/1885
GeslachtMannelijk
Beroeparts
VerblijfplaatsFrankrijk
BioRomain Joseph Lagae werd geboren te Heule op 17 februari 1804 als zoon van Franciscus Constantinus Benedictus Lagae (1772-1849), notaris en burgemeester van Heule, en Barbara Theresia Verhaeghe (1781-1858). Hij huwde op 22 mei 1833 te Gent met Maria Fiévé of Fievez (1810-1870) en hertrouwde op 24 november 1875 met Maria Stefania Julia Vandenbulcke (°Ingelmunster, 26/06/1829). Hij was de behandelende dokter van de Gezelles te Heule.
Bronnen https://nl.geneanet.org ; Ivo Van Steenkiste, Proef eener geschiedenis der gemeente Heule, Kortrijk, 1889
Naamvan Meenen, Amelia; Vanmeenen, Amelia; mitje; metje
Datums° Avelgem, 14/09/1800 - ✝ Avelgem, 26/12/1874
GeslachtVrouwelijk
Beroepwinkelierster
BioAmelia Van Meenen werd geboren te Avelgem op 14 september 1800 als dochter van chirurgijn/heelmeester Gabriel Van Meenen (Vichte, 20/12/1764 - Avelgem, 16/11/1841) en Caroline Josephine Van den Broucke (1771-1800). Ze trouwde op 12 mei 1830 in Avelgem met Petrus Lateur (Moregem, 31/121802 - Avelgem, 02/12/1849). Het echtpaar kreeg vijf kinderen onder wie Camille Lateur, de jongste, die met Louise Gezelle trouwde en de vader werd van Stijn Streuvels/Frank Lateur. Amelia was de meter van Frank Lateur. Ze baatte in Avelgem de bakkerij van de Lateurs uit tot aan haar dood. Ze overleed in Avelgem op 26 december 1874.
Relatie tot Gezellefamilie
Bronnen https://nl.geneanet.org/
NaamDelplace, Modest Judocus Josephus
Datums° Torhout, 23/09/1832 - ✝ Brugge, 03/03/1884
GeslachtMannelijk
Beroepdrukker; uitgever
BioModest Delplace werd te Torhout geboren op 23 september 1832 als zoon van de drukker en krantenuitgever Amand Delplace en Isabelle D'Hert. Hij werkte bij zijn vader tot aan zijn huwelijk op 19 juli 1869 met Maria Theresia De Witte. Daarna werd hij zelfstandig drukker en vestigde zich op de hoek van de Eekhoutstraat B17-54 (later nr. 19) met een ingang van de drukkerij in de Geerolfstraat 10. Hij werd drukker van katholieke ultramontaanse werken en veel activistisch drukwerk van de Vlaamse Beweging. Hij was de uitgever van het zondagsblad “De Ware Volksstem”. In juni 1870 nam hij van H. Vandenberghe-Denaux het ultramontaanse strijdblad “’t Jaer 30” over, dat door Guido Gezelle werd omgedoopt tot “’t Jaer 70”. In 1872 stichtte hij de nieuwe krant “‘t Noorden van Brugge” en eind 1874 drukte hij de “Almanach voor den Jare O.H.J.C. 1875 voor de leerende Jeugd van Vlaanderen uitgegeven onder de bescherming van Sint Luitgaard, patroonesse der Vlaemsche taal en letterkunde”. Vanaf 1875 was hij ook de uitgever van de “Vlaamsche Vlagge”, het tijdschrift van de Westvlaamsche Gilde, opgericht door Amaat Vincke en Zeger Maelfait. In 1877 drukte hij “Een vijftig Vlaamsche liederen” van August Ghequiere met o.m. liederen op teksten van Guido Gezelle en in 1878 twee drama's van Albrecht Rodenbach. Hij drukte ook later jaargangen van “Het Pennoen” het tijdschrift van Rodenbach en Pol De Mont, en na de breuk tussen de twee “Het Nieuw Pennoen” van Rodenbach. In 1880 volgde “'t Manneke uit de Mane, volksalmanak voor de Vlamingen” van Alfons Van Hee. Modest Delplace overleed te Brugge op 3 maart 1884.
Relatie tot Gezellet jaer 70; correspondent
BronnenAndries van den Abeele, De Brugse drukkers Amand Delplace-Beernaert en Modest Delplace. In: Biekorf: (1985) p.131-140 ; L. Simons, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen. Deel I. De negentiende eeuw, Lannoo Tielt-Weesp 1984, p.108

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamHeule
GemeenteKortrijk

Titel - werk van Guido Gezelle

Titelt Jaer 30 of politieke wegwyzer voor treffelyke lieden.
Links[gezelle.be]
Titelt Jaer 70: een nieuw gazetje voor christelyke Vlamingen

Titel14/07/1872, Heule, [Florence Gezelle (= Zuster Colombe)] aan [Guido Gezelle]
EditeurPiet Couttenier
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Gezelle, Florence]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum14/07/1872
VerzendingsplaatsHeule (Kortrijk)
AnnotatieAdressant en adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 209x133
blauw, vierkant geruit
papiersoort: 4 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle ; op zijde 4 rechtsboven bijgeschreven onder de signering: (Gezelle) (inkt, beide hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 447
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26703
Geschiedenis 27/02/2018, Antwerpen: Teruggave familiebrieven UA
Inhoud
IncipitTante heeft my belast van u
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.