<Resultaat 1108 van 2074

>

p1
Beminden Broeder,

Ik zou zoo geren vier of zes reken verzen hebben voor een kind van zes jaar om op te zeggen op het profes van zijne tante in St.Joris tot Meenen[1] Wij zouden wel zelve iets uitgezocht hebben maar omdat het daar moet te berde komen wij durven niet, wij en vangen nog niet geren xxxxen. Ik hope dat gij het toch zult doen ’t en is toch maar zelden dat ik achter verzen kome en daarom peize ik dat gij mijne bede zult verhooren en niet te lange uitstellen trouwens het is te Paschen te doene

De groetenissen van Zuster Overste en al de zusters
Uwe Zuster
Zr Colombe
p2

Noten

[1] Een zuster van het klooster Saint-Georges (Sint-Joris) van de Zusters Augustinessen in de Rijselstraat te Menen.
Akerre MoenZa Smet, Hoogstr.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamPassendale
GemeenteZonnebeke

Naam - persoon

NaamNyffels, Virginie; Niffels, Virginie; Augustine (Zuster) (Moeder)
Datums° Bissegem, 08/03/1825 - ✝ Heule, 12/05/1900
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; kloosteroverste
BioVirginie Nyffels werd geboren te Bissegem op 8 maart 1825 als enige dochter van werkman Eugenius Ludovicus Nyffels (Bissegem, 08/01/1788 - Bissegem, 07/10/1826) en zijn tweede vrouw Martina Coleta Messiaen (°Gullegem, 30/01/1795). Virginie trad toe tot het klooster van de zusters van Liefde te Heule op 15 februari 1844 en werd er geprofest op 7 juli 1845. Haar kloosternaam was zuster en later moeder Augustine. Ze werd algemeen overste van de Zusters van Liefde van Heule op 19 mei 1864 tot aan haar overlijden. Ze vierde haar zilveren jubileum op 20 mei 1889 en haar gouden jubileum als kloosterzuster op 7 juli 1895. Bij diverse vieringen schreef Guido Gezelle gelegenheidsgedichten o.a. 'Nunnekes, nunnekes, zwart ende wit' (1895). De contacten kwamen er via Gezelles zus Florence, die ook kloosterzuster was bij de Zusters van Liefde. Moeder Augustine kreeg een burgerlijk ereteken 1ste klas op 21 december 1899. Ze stierf te Heule op 12 mei 1900.
Relatie tot Gezellegelegenheidsgedichten
BronnenRijksarchief; https://nl.geneanet.org/;

Naam - plaats

NaamHoogstraten
GemeenteHoogstraten
NaamMenen
GemeenteMenen
NaamMoen
GemeenteZwevegem
NaamPassendale
GemeenteZonnebeke

Naam - instituut/vereniging

NaamCongregatie van de Zusters Augustinessen, Menen
BeschrijvingDe geschiedenis van de zusters augustinessen van Menen of de zusters van Sint-Joris van Menen is nauw verbonden met het Sint-Jorisgasthuis van de stad. Het gasthuis dateert vermoedelijk uit de 11de eeuw en werd bediend door zusters die de regel van Augustinus volgden. In de 16de eeuw leed het gasthuis schade tijdens religieuze conflicten, waarna de zusters naar Menen vluchtten vanuit Harelbeke. In de 17de eeuw werd een nieuw klooster gebouwd, maar er ontstonden interne conflicten. Jeanne de Cambry werd in 1621 naar Menen gestuurd om hervormingen door te voeren en wordt beschouwd als de eigenlijke stichter van de kloostergemeenschap. Tijdens de 17de eeuw begonnen de augustinessen met meisjesonderwijs en het verzorgen van betalende 'pensionaires'. In 1665 werden enkele zusters naar Torhout gestuurd om een hospitaal te bedienen en onderwijs te geven. Ondanks de Franse Revolutie overleefden de zusters, maar het gasthuis werd geconfisqueerd. In 1839 werd een nieuw gasthuis gebouwd dat in 1880 werd uitgebreid. Leerlingen van het pensionaat (Pensionnat Saint-Georges) werden tijdens de 19de eeuw ook onder meer in Frankrijk en Engeland gerekruteerd. De voertaal was Frans. Het pensionaat was befaamd voor het muziekonderwijs, over het verdere studieprogramma is weinig bekend. Pas in de jaren 1890 volgde een zuster een opleiding in een normaalschool; de school werd pas in 1910 officieel erkend. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het klooster zwaar beschadigd, maar de zusters keerden in 1920 terug en breidden hun school uit naar voormalige kloostergebouwen van de Zusters van het Cenakel aan de overkant van de straat (nu: Sint-Jorisschool). Ze startten ook een kliniek en materniteit in hun oude kloostergebouwen, met talrijke uitbreidingen in de decennia die volgden, waarvoor in 1978 de oude gebouwen moesten wijken. In 1960 fuseerde de zustergemeenschap op advies van de bisschop van Brugge met de Zusters van Maria van Pittem, bestaande uit 38 zusters op dat moment.
Datering1621-1960
Links[odis]

Titel - gedicht van Guido Gezelle

Titelonbekend

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Correspondenten

Gezelle, Guido

Naam - instituut/vereniging

Congregatie van de Zusters Augustinessen, Menen

Naam - persoon

Nyffels, Virginie

Naam - plaats

Hoogstraten
Menen
Moen
Passendale

Plaats van verzending

Passendale

Titel - gedicht van Guido Gezelle

onbekend

Titel13/03/1888, Passendale, [Florence Gezelle] (= Zuster Colombe) aan [Guido Gezelle]
EditeurPiet Couttenier
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Gezelle, Florence]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum13/03/1888
VerzendingsplaatsPassendale (Zonnebeke)
AnnotatieAdressant gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens; adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 207x133
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 1 zijde beschreven, purperen inkt
Staat volledig; licht tekstverlies op zijde 1 door herstellingsingreep
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.); op blanco zijde 2 in de linker zijrand: notities Woordentas: Akkere // Moen; Za // Smet, Hoogstr.(inkt, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 450
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26706
Geschiedenis 27/02/2018, Antwerpen: Teruggave familiebrieven UA
Inhoud
IncipitIk zou zo geren vier
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.