<Resultaat 2006 van 2074

>

p1
Beminde Nonkel

T’ is hier donderdag[1] d’ installatie van den burgemeester Moerman, ik weet niet wat uitgekraamt voor op mijne transparent[2] te zetten.

Zijt dus zoo goed mij eene reke of viere vers were te zenden, gij zoudt er mij toch zulk een plaisir mee doen.

Ontvangt d’ eerbiedige groetenisse
Uwer toegenegene nicht
E. Lateur
p2

Noten

[1] Donderdag 22 januari 1885.
[2] Spandoek.
ww. Werkwoord. kallen In ongunstigen zin. Babbelen, klappen, snappen, kletsen, kwebbelen; ook in toepassing op kwaadsprekerij. (WNT) en klappen Spreken, praten (De Bo, Westvlaamsch idioticon, p. 525). Werkwoord. In ongunstigen zin. Babbelen, klappen, snappen, kletsen, kwebbelen; ook in toepassing op kwaadsprekerij. (WNT) Spreken, praten (De Bo, Westvlaamsch idioticon, p. 525).ww kallen en praten

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamLateur, Marie Elise Amandine; Elisa Lateur; Amandine
Datums° Roubaix, 21/05/1866 - ✝ Machelen, 14/10/1950
GeslachtVrouwelijk
Beroepbakker
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMarie Elise Lateur werd geboren als dochter van Camille Lateur en Louise Gezelle, een jongere zus van Guido Gezelle. Marie Elise was een van de oudere zussen van Stijn Streuvels (pseudoniem van Frank Lateur). Na het overlijden van haar tante Amandine Lateur (1881), nam ze de zorg voor de bakkerijwinkel en het huishouden van haar twee ooms in Avelgem over. Vanaf dat ogenblik wordt ook zij naar analogie met haar tante-voorgangster “Amandine” genoemd. Uiteindelijk, omstreeks 1887, verhuisden ook haar ouders, broers en zussen naar de bakkerij en nam zij samen met haar moeder de bakkerswinkel op zich. Wanneer Streuvels de bakkerijstiel opzegde (1905) en uitsluitend schrijver werd, verhuisde ze met haar moeder naar Brugge om in het ouderlijke huis van de familie Gezelle-De Vriese te gaan wonen.
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellefamilielid

Briefschrijver

NaamLateur, Marie Elise Amandine; Elisa Lateur; Amandine
Datums° Roubaix, 21/05/1866 - ✝ Machelen, 14/10/1950
GeslachtVrouwelijk
Beroepbakker
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMarie Elise Lateur werd geboren als dochter van Camille Lateur en Louise Gezelle, een jongere zus van Guido Gezelle. Marie Elise was een van de oudere zussen van Stijn Streuvels (pseudoniem van Frank Lateur). Na het overlijden van haar tante Amandine Lateur (1881), nam ze de zorg voor de bakkerijwinkel en het huishouden van haar twee ooms in Avelgem over. Vanaf dat ogenblik wordt ook zij naar analogie met haar tante-voorgangster “Amandine” genoemd. Uiteindelijk, omstreeks 1887, verhuisden ook haar ouders, broers en zussen naar de bakkerij en nam zij samen met haar moeder de bakkerswinkel op zich. Wanneer Streuvels de bakkerijstiel opzegde (1905) en uitsluitend schrijver werd, verhuisde ze met haar moeder naar Brugge om in het ouderlijke huis van de familie Gezelle-De Vriese te gaan wonen.
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellefamilielid

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamAvelgem
GemeenteAvelgem

Naam - persoon

NaamLateur, Marie Elise Amandine; Elisa Lateur; Amandine
Datums° Roubaix, 21/05/1866 - ✝ Machelen, 14/10/1950
GeslachtVrouwelijk
Beroepbakker
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMarie Elise Lateur werd geboren als dochter van Camille Lateur en Louise Gezelle, een jongere zus van Guido Gezelle. Marie Elise was een van de oudere zussen van Stijn Streuvels (pseudoniem van Frank Lateur). Na het overlijden van haar tante Amandine Lateur (1881), nam ze de zorg voor de bakkerijwinkel en het huishouden van haar twee ooms in Avelgem over. Vanaf dat ogenblik wordt ook zij naar analogie met haar tante-voorgangster “Amandine” genoemd. Uiteindelijk, omstreeks 1887, verhuisden ook haar ouders, broers en zussen naar de bakkerij en nam zij samen met haar moeder de bakkerswinkel op zich. Wanneer Streuvels de bakkerijstiel opzegde (1905) en uitsluitend schrijver werd, verhuisde ze met haar moeder naar Brugge om in het ouderlijke huis van de familie Gezelle-De Vriese te gaan wonen.
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellefamilielid
NaamMoerman, Odilon François Constantin
Datums° Avelgem, 12/09/1856 - ✝ Avelgem, 20/12/1915
GeslachtMannelijk
Beroepburgemeester; handelaar
BioOdilon François Constantin Moerman werd op 12 september 1856 geboren in Avelgem. Hij was een katholiek nijveraar. Na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 1884 werd hij op 22 januari 1885 tot burgemeester van Avelgem benoemd. Dit bleef hij tot 1910. Hij woonde in de Oudenaardsesteenweg te Avelgem waar hij ook handelaar was. Zijn economische activiteiten waren voornamelijk gericht op de agro-industrie, aangezien zijn broer Felix tragisch om het leven kwam in de familiewerkplaats na verpletterd te zijn door een molensteen op 27 mei 1874. Op 5 november 1879 trouwde Odilon met Prudence Emerence Vandenberghe in Outrijve, waar ook de familie Moerman oorspronkelijk vandaan kwam. Hun stamvader, Jean-André Moerman, werd op 19 april 1769 geboren in de Kerkstraat van Outrijve. De familie Moerman speelde een cruciale rol in het katholieke verenigingsleven en de opkomst van de prille katholieke partij in Avelgem. Met name "Les Amis Réunis", later bekend als de "Koninklijke Harmonie der Verenigde Vrienden", was vanuit hun lokaal "Den Tap" een belangrijke voorloper van de katholieke meerderheid die gedurende vele jaren heerste in Avelgem. De strijd met de liberalen was heftig in de Scheldegemeente en in 1885 slaagden de katholieken er uiteindelijk in om de jarenlange liberale overheersing te doorbreken. De erfenis van een bikkelharde schoolstrijd, waarbij beide partijen broodroof pleegden, speelde hierbij helaas ook een trieste rol. Verder waren burgemeester Odilon Moerman en Frank Lateur goede kennissen. Odilon Moeran overleed te Avelgem midden in de Eerste Wereldoorlog op 20 december 1915.
BronnenAkten 65, 151 en 277; Jules Lampolle (red.), Politieke geschiedenis van Avelgem en andere merkwaardige feiten, Kruishoutem, 2018.

Titel - gedicht van Guido Gezelle

Titelonbekend

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Lateur, Marie Elise Amandine

Correspondenten

Gezelle, Guido
Lateur, Marie Elise Amandine

Naam - persoon

Lateur, Marie Elise Amandine
Moerman, Odilon François Constantin

Plaats van verzending

Avelgem

Titel - gedicht van Guido Gezelle

onbekend

Titel[16/01/1885 t.p.q. - 21/01/1885 t.a.q.], [Avelgem], Marie Elise Amandine Lateur (= ELisa Lateur) aan [Guido Gezelle]
EditeurStefaan Maes
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderLateur, Marie Elise Amandine
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum[16/01/1885 t.p.q. - 21/01/1885 t.a.q.]
VerzendingsplaatsAvelgem (Avelgem)
AnnotatieDatum gereconstrueerd op basis van de brieftekst: Odillon Moerman werd tot burgemeester benoemd op 22/01/1885, de brief is van de periode er net voor:" 't is hier donderdag d'installatie van de burgemeester"; adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie; plaats gereconstrueerd op basis van de brieftekst.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 207x134
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.); op zijde 1 linksboven in de zijrand en op blanco zijde 2 rechtsboven in de zijrand: taalkundige notities Woordentas: ww. kallenen klappen; ww kallen en praten ( inkt, verticaal, beide hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 488
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26743
Geschiedenis 27/02/2018, Antwerpen: Teruggave familiebrieven UA
Inhoud
IncipitT is hier donderdag
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.