<Resultaat 373 van 2308

>

p1
rue de Limbourg, 27.
Verviers,

My dear Father Gezelle,

Mamma – told me of your kind mention of me to her lately, and of your desiring her remember you to me. You know what pleasure it gave me to hear your thinking and speaking kindly of me. I have often wished to write to you, and have been generally prevented by want of courage, for I wanted to ask you something that I did not and do not know very well how to ask. May I dare it, I wonder. If I appear very silly you must not be angry with me, for indeed it is not a silly motive which prompts me to ask you this question. You remember the two long p2letters I wrote you from this Did they annoy you by any tone or sentiment that appeared not right to be addressed to a minister of God? I cannot remember anything very extravagant, but I sometimes fear I may have written what appeared so. You would be very very good and father-like if you would put me at ease on this subject. I assure you it has worried me often since I saw you at Bruges. If you tell me that my letters did not please you – you say you remember them quite well – I beg your pardon, dear dear Father, and assure you I did not mean to write deliberately anything I ought not to have written. At the same time it is quite possible my pen, like my tongue very often, went too far more through strong than wrong feelingp3Do let me know the truth about those letters It is not to make you write I ask, but I really have a serious reason. It would be hard to write it – if you ever care to know about it hereafter I will tell you frankly. So your first leisure moment write me if only a few lines to say my fears were justified & to be more sensible for the future, or to say that – what I so wish were true – that you had not any reason for displeasure on that matter.

How are you? I hope well and not working too hard I am tempted to terribly low spirits just now & I wish you would pray very hard for me. I know there is very very little happiness in the world, almost every one I have ever known intimately has had some heavy cross, but I never knew of so heavy a one as mine – and it is. laid on such weakp4shoulders I try to hint away desponding thoughts, but they are too much for me accompanied as they are by suffering which is not merely mental and which overwhelms me with dread and regret no one but myself can ever understand. I cannot write about all this but I wish I could see you You might perhaps better than another set to right some torments of the moment, which are likely to last long enough. Père Labso, I like very very much, and I have every confidence in him, but I want I believe a bookish priest I mean I want to – I do not know very well what I want – or rather how to express it. – I want to know somethings that are not easy to find out – in fact is there any hope for me of peace or comfort of mind or body on this earth.

Pray for me, and think of me as your own child; I have p5been a troublesome one, but parents often love those of their children who have cost them the most. I wish I could be some comfort or consolation to you – but that would be too great happiness for me. I can only pray for you, that God may bless your labours and make you everything He would have you A very holy priest! Can anything on earth equal that It is a miracle I think when one knows what human beings can be

Have you seen the newly published “Meditations” by Cardinal Wiseman. They seem by a review I have seen of them – very beautiful

Good night, it is very late, and I ought to go to bed early, for I am far from strong. I feel it is as hard to tear myself away from writing to you as from speaking

Again & again, pray for me especially during this month that Our Lord’s Sacred Heart may have pity on me

Ever yours with deepest respect & affection & gratitude
Kate M. Woodlock.
p6

For pity’s do not leave my question long unanswered *p1I hope you tear up my letters.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamWoodlock, Katharine M.; Woodlock, Catharine, Kate
Datums° Dublin, 06/1837 - ✝ Bath, 13/12/1920
GeslachtVrouwelijk
Beroepgouvernante
VerblijfplaatsIerland
BioKatharine M. Woodlock werd geboren in juni 1837 in Dublin (Ierland), en op 14 juni gedoopt in St. Mary's (Pro-Cathedral). Ze was de dochter van de advocaat William Woodlock (°10/11/1801) en Catherine Teeling (°14/06/1808). Vooraleer ze naar Brugge kwam, werkte Katharine een tijdje in Frankrijk als gouvernante bij Marie-Caroline Germaine de Chaumontel. Tijdens de jaren 1860 behoorde Katharine tot de Engelse kolonie te Brugge. Ze woonde er met haar familie in de Nieuwe Wandeling 82. In deze periode ontstond het contact met Guido Gezelle. Hij trad op als haar biechtvader en vertrouweling. Dat was de aanleiding voor een uitgebreide en intieme correspondentie. In de zomer van 1867 ging ze terug naar Dublin waar ze bij haar familie verbleef. Daar kreeg ze bericht van haar nieuwe tewerkstelling als gouvernante bij de familie Ruzette-D’Anethan te Brugge. Ze startte er rond 1 oktober 1867 en zorgde er kort voor Albéric Ruzette. Op 6 oktober was ze echter al terug bij haar familie in de Nieuwe Wandeling uit onvrede met haar werkgever. Vervolgens werd ze begin 1868 door de familie Koch in Brussel (Regentschapsstraat 9) in dienst gesteld. De tewerkstelling was opnieuw van korte duur, door een conflict met mevrouw Koch. Na een korte tussenperiode in Brugge, waar ze Gezelle opnieuw ontmoette, ging ze eind 1868 bij het gezin Simonis in Verviers (Limburgstraat, 27) aan de slag. Ook daar liep het fout. Tot slot was Katharine sinds 1869 als gouvernante actief in Stameen, Drogheda, Ierland, waar ze op het landhuis van de familie Chadwick werkte. Ze huwde op 5 september 1874 in Bray, county Wicklow, Ierland met handelaar John Francis Chadwick, zoon van linnenfabrikant John Francis Chadwick. Het huwelijk werd ingezegend door haar oom Bartholomew Woodlock. Op 8 september 1875 werd hun enige zoon John Francis Mary Joseph Chadwick in Drogheda, Ierland, geboren. Hij zou later priester worden (canon John Francis Chadwick of Saltburn). Katharine overleed op 13 december 1920, op 83-jarige leeftijd te bath, waar ze ook begraven werd.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/

Briefschrijver

NaamWoodlock, Katharine M.; Woodlock, Catharine, Kate
Datums° Dublin, 06/1837 - ✝ Bath, 13/12/1920
GeslachtVrouwelijk
Beroepgouvernante
VerblijfplaatsIerland
BioKatharine M. Woodlock werd geboren in juni 1837 in Dublin (Ierland), en op 14 juni gedoopt in St. Mary's (Pro-Cathedral). Ze was de dochter van de advocaat William Woodlock (°10/11/1801) en Catherine Teeling (°14/06/1808). Vooraleer ze naar Brugge kwam, werkte Katharine een tijdje in Frankrijk als gouvernante bij Marie-Caroline Germaine de Chaumontel. Tijdens de jaren 1860 behoorde Katharine tot de Engelse kolonie te Brugge. Ze woonde er met haar familie in de Nieuwe Wandeling 82. In deze periode ontstond het contact met Guido Gezelle. Hij trad op als haar biechtvader en vertrouweling. Dat was de aanleiding voor een uitgebreide en intieme correspondentie. In de zomer van 1867 ging ze terug naar Dublin waar ze bij haar familie verbleef. Daar kreeg ze bericht van haar nieuwe tewerkstelling als gouvernante bij de familie Ruzette-D’Anethan te Brugge. Ze startte er rond 1 oktober 1867 en zorgde er kort voor Albéric Ruzette. Op 6 oktober was ze echter al terug bij haar familie in de Nieuwe Wandeling uit onvrede met haar werkgever. Vervolgens werd ze begin 1868 door de familie Koch in Brussel (Regentschapsstraat 9) in dienst gesteld. De tewerkstelling was opnieuw van korte duur, door een conflict met mevrouw Koch. Na een korte tussenperiode in Brugge, waar ze Gezelle opnieuw ontmoette, ging ze eind 1868 bij het gezin Simonis in Verviers (Limburgstraat, 27) aan de slag. Ook daar liep het fout. Tot slot was Katharine sinds 1869 als gouvernante actief in Stameen, Drogheda, Ierland, waar ze op het landhuis van de familie Chadwick werkte. Ze huwde op 5 september 1874 in Bray, county Wicklow, Ierland met handelaar John Francis Chadwick, zoon van linnenfabrikant John Francis Chadwick. Het huwelijk werd ingezegend door haar oom Bartholomew Woodlock. Op 8 september 1875 werd hun enige zoon John Francis Mary Joseph Chadwick in Drogheda, Ierland, geboren. Hij zou later priester worden (canon John Francis Chadwick of Saltburn). Katharine overleed op 13 december 1920, op 83-jarige leeftijd te bath, waar ze ook begraven werd.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamVerviers

Naam - persoon

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamWiseman, Nicholas Patrick Spencer
Datums° Sevilla, 02/08/1802 - ✝ Londen, 15/02/1865
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kardinaal; hoogleraar
VerblijfplaatsEngeland
BioNicholas Wiseman is afkomstig van Ierse handelaars die naar Spanje emigreerden. Na het overlijden van zijn vader (02/01/1805) keerde hij met zijn moeder naar Ierland terug. Hij liep school te Waterford (tot 1809) en bezocht Ushaw College (maart 1809-1818). Aan het Engels college te Rome (1818 e.v.) studeerde hij Oosterse talen en werd hij in 1824 doctor in de theologie. Op 19/03/1825 werd hij priester. In 1827 werd hij leraar Oosterse talen aan de Sapienza te Rome en vicerector van het Engels college aldaar. In 1828 werd hij rector tot hij in 1840 coadjutor werd van bisschop Walsh met recht op opvolging. Hij werd apostolisch-vicaris van de Midlands en was tussen 1840 en 1847 president van Oscott College. Op 18/02/1849 volgde Wiseman Walsh op als apostolisch-vicaris van Londen. In september 1850 werd hij de eerste katholieke aartsbisschop van Westminster en op 03/10/1850 kardinaal. In zijn herderlijke brief "Outside the Plaminian gate" kondigde hij een herstel van de kerkelijke hiërarchie en een bevestiging van de pauselijke macht aan. Al de oude "no-popery" passies braken los maar door zijn geleerd Appeal luwde de storm en won hij het pleit. Hij was een prominent figuur in de Oxford movement. Gezelle reisde in 1861 en 1862 naar Engeland o.a. om Wiseman te bezoeken. Wiseman zelf kwam herhaaldelijk naar Brugge en ijverde steeds om Gezelle in Engeland te kunnen inzetten, maar stuitte iedere keer op het verzet van de Brugse bisschop. Tijdens zijn laatste bezoek in augustus 1863 ter gelegenheid van zijn optreden tijdens het Katholiek Congres in Mechelen, verbleef hij in het Engels Seminarie te Brugge. Gezelle voelde zich geïnspireerd door Wiseman. Onder meer het ontstaan van het tijdschrift "Rond den Heerd" berust op de invloed van Wiseman. Ook het verhaal van Boerke Naas zou Wiseman aan Gezelle verteld hebben.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamWoodlock, Katharine M.; Woodlock, Catharine, Kate
Datums° Dublin, 06/1837 - ✝ Bath, 13/12/1920
GeslachtVrouwelijk
Beroepgouvernante
VerblijfplaatsIerland
BioKatharine M. Woodlock werd geboren in juni 1837 in Dublin (Ierland), en op 14 juni gedoopt in St. Mary's (Pro-Cathedral). Ze was de dochter van de advocaat William Woodlock (°10/11/1801) en Catherine Teeling (°14/06/1808). Vooraleer ze naar Brugge kwam, werkte Katharine een tijdje in Frankrijk als gouvernante bij Marie-Caroline Germaine de Chaumontel. Tijdens de jaren 1860 behoorde Katharine tot de Engelse kolonie te Brugge. Ze woonde er met haar familie in de Nieuwe Wandeling 82. In deze periode ontstond het contact met Guido Gezelle. Hij trad op als haar biechtvader en vertrouweling. Dat was de aanleiding voor een uitgebreide en intieme correspondentie. In de zomer van 1867 ging ze terug naar Dublin waar ze bij haar familie verbleef. Daar kreeg ze bericht van haar nieuwe tewerkstelling als gouvernante bij de familie Ruzette-D’Anethan te Brugge. Ze startte er rond 1 oktober 1867 en zorgde er kort voor Albéric Ruzette. Op 6 oktober was ze echter al terug bij haar familie in de Nieuwe Wandeling uit onvrede met haar werkgever. Vervolgens werd ze begin 1868 door de familie Koch in Brussel (Regentschapsstraat 9) in dienst gesteld. De tewerkstelling was opnieuw van korte duur, door een conflict met mevrouw Koch. Na een korte tussenperiode in Brugge, waar ze Gezelle opnieuw ontmoette, ging ze eind 1868 bij het gezin Simonis in Verviers (Limburgstraat, 27) aan de slag. Ook daar liep het fout. Tot slot was Katharine sinds 1869 als gouvernante actief in Stameen, Drogheda, Ierland, waar ze op het landhuis van de familie Chadwick werkte. Ze huwde op 5 september 1874 in Bray, county Wicklow, Ierland met handelaar John Francis Chadwick, zoon van linnenfabrikant John Francis Chadwick. Het huwelijk werd ingezegend door haar oom Bartholomew Woodlock. Op 8 september 1875 werd hun enige zoon John Francis Mary Joseph Chadwick in Drogheda, Ierland, geboren. Hij zou later priester worden (canon John Francis Chadwick of Saltburn). Katharine overleed op 13 december 1920, op 83-jarige leeftijd te bath, waar ze ook begraven werd.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/
NaamTeeling, Catharine
Datums° Dublin, 14/06/1808 - ✝ Brugge, 03/03/1885
GeslachtVrouwelijk
Beroeprentenierster
VerblijfplaatsIerland
BioCatharine Teeling werd geboren in Dublin op 14 juni 1808. Haar ouders waren Luke Teeling en Thérèse Fogart. In 1829 huwde ze met William Woodlock. Samen hadden ze negen kinderen: William, Luke, Kate, Henry, Mary, Frances, Joseph Louis, Christine Maria en Arthur. Ze vestigden zich te Brugge op 31 december 1866 en woonden met het gezin op de Nieuwe Wandeling 82 en de Waalsestraat 9. Als Engelse inwijkelingen te Brugge konden ze rekenen op de steun van Guido Gezelle. Catharine overleed in de Sint-Clarastraat te Brugge als weduwe op 3 maart 1885.
Relatie tot GezelleEngelse kolonie
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.archiefbankbrugge.be/; https://nl.geneanet.org/; https://www.ancestry.co.uk/
NaamLabso, Michele
Datums° Caltanisetta, Sicilië, 01/02/1827 - ✝ Caltanisetta, Sicilië, 27/09/1894
GeslachtMannelijk
VerblijfplaatsItalië; Nederland
BioPère Labso werd als Michele Labso geboren op 1 februari 1827 in Caltanisetta, Sicilië, Italië. Zijn ouders waren Francesco Labso en Lucia Corolovana. Op 2 november 1841 trad hij bij de jezuïeten in. Omstreeks 1860 was hij actief in de jezuïetencolleges van Katwijk en Maastricht in Nederland, en tussen 1864 en 1870 in België. Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn geboorteplek, waar hij op 27 september 1894 overleed.
Bronnen https://www.familysearch.org/nl/

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamVerviers

Titel - ander werk

TitelDaily Meditations
AuteurNicholas Patrick Wiseman
Datum1868
PlaatsDublin
UitgeverJ. Duffy

Titel02/06/1869, Verviers, Katharine M. Woodlock aan [Guido Gezelle]
EditeurAmber Sonck; Marc Carlier
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderWoodlock, Katharine M.
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum02/06/1869
VerzendingsplaatsVerviers
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van de aanhef.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vellen en enkel vel, 207x133
wit
papiersoort: 6 zijden beschreven; zijde 1 in twee richtingen beschreven; zijde 6 omgekeerd beschreven, inkt
Staat volledig
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID GezellearchiefAanw. 509
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|26764
Geschiedenis 27/02/2018, Antwerpen: Teruggave familiebrieven UA
Inhoud
IncipitMamma told me of your
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.