Eenige eerbiedige vragen aan Eerw. Heer Gezelle, met verzoek om antwoorde:
1° Moet den duikalmanak gemaakt zijn voor 1890 op den leest van de drie vorige jaren?[1]
2° Zou ‘t Mijnheer Gezelle niet believen, de zondagen te laten onderscheiden met de Evangeliën in plaatse van den Introït?[2]
3° Meugen er eenige van de schoonste spreuken van ‘t eerste jaar, weêrom voor 1890 gebruikt worden?[3]
4° Heeft Mijnheere Gezelle nog geen nieuwe bijdragen ontvangen of er vergaard?[4]
5° Zou den Almanak van O.L.V., geschrifte van Cordélia nog niet in Mijnheere Gezelle’s handen gekomen zijn?[5]
Hij zit in ne grijzen omslag van Securitas.[6]
6°p26° Mr Gernay vraagt altijd naar volgende bladzijden voor ‘t boekske van Sint Antonius?[7]
De bladzijden tusschen de twee hieringeslotene, 57-75, wierden Mijnheere Gezelle toegezonden in ‘nen omslag van ‘t huis Desclée van Brugge.