Achtbare Heer,
Vinke[1] den gekenden avis, heeft iedereen op de eerste plaats in ‘t oog. De Vinken (veeh’n?) = peh, pec, pecus; vieh, veeh, faihs, op de tweede plaats. Verders komt de p-puntige pur-vlam aan de beurt, te zien in ieder pinkend piehend sterretjen of vuurtjen. Het verband moet hem dus in ‘t puntige, in de eene of andere eigenschap van scherpte, zitten. Maar het hoe ontspringt mij telkens.
De gebuurdochter: potterie-rei, voorbij ‘t Engelsch Seminarie.
Blend zaaien.[2] Te peinzen op blende soep, soep zonder oogen = zonder vleesch of vet gemaakt. Geene oogen = blind, zegt de gemeene man; maar het besef van vacuus is weg. Een Waal zegt mij meteenen: “d’la soup’ claire”, “sans yeux”. “mais le diâle m’emporte si j’ comprins pÕquoi ça s’ dî: pas possib’ d’être claire, sans yeux.” Voor hem is het begrip van clair = vide ook afwezig. Het blinde, niet waar, is het ontbrekende: blind zoeken = naar ‘t ongekende; spelen met den blinden = avec le partner absent, supposé; blind klappen = over ‘t gene men niet weet, over ‘t geen, als grondslag van het gesprek, ontbreekt, enz.
Schrijfbeeld is een van die woorden die vlak uit iemands hersens pinken, zonder moeite om ze te zoeken of te smeden. Dat schiet op als ongekend kruid te midden onzen hof en verdwijnt even snel. Eene vinke brengt het zaad, het bloemetje vinkt en pinkt in ons oog en men zou vinken willen uitgeven om het te behouden, dat het toch niet zijn en mag!
Ulieden hoogachtend,
K. Deflou-Verbrugge