<Resultaat 1005 van 2074

>

p1
Congrégation des Fillesde l’enfant-JésusLILLE
Monseigneur,

Nous avons eu l’honneur, le 28 Juin dernier, de vous exposer notre désir d’établir à Moorseele une maison de retraite pour nos soeurs infirmes, et de solliciter, pour la réalisation de ce projet, l’autorisation et la bénédiction de Votre Grandeur.

Nous avons compté pour négocier cette affaire sur l’approbation verbale que vous avez bien voulu, Monseigneur, donner à Mr Gheselle, vicaire à Courtrai et qu’il s’est empressé de nous transmettre. Nous espérons que vous voudrez bien ratifier votre consentiment. Les propriétaires ayantp2fixé une date pour la conclusion de l’affaire nous osons nous permettre, Monseigneur, de rappeler notre demande à votre souvenir.

Daignez, Monseigneur, nous accorder votre sainte bénédiction, et agréez le profond respect avec quel je suis,
De Votre Grandeur,
La trés humble et trés obéissante servante,
Soeur Ste Bathilde
Supérieure Générale
Lille, rue de Thionville, le 5 Juillet 1887

-

Register

Correspondenten

NaamMahieu, Sidonie; Bathilde (Zuster)
Datums° Duinkerke, 06/06/1838 - ✝ Saint-Venant, 06/08/1919
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; generaal overste; directeur
VerblijfplaatsFrankrijk
BioSidonie Mahieu was de dochter van Martin en Marie-Reine Moraele. Ze trad toe tot de congregatie van de Dochters van het Kind Jezus te Rijsel op 10/04/1856. Ze ontving haar habijt op 02/07/1856 en kreeg de naam Bathilde. Ze legde haar kloostergeloften af op 29/07/1857. Ze gaf naailessen aan verschillende scholen van de kloostergemeenschap. Ze was generaal-overste van de congregatie van 28/08/1885 tot 31/08/1888 en directeur van de psychiatrische ziekenhuizen van Bailleul (11/11/1888- 08/11/1892) en van St. Venant (08/11/1892-06/08/1919).
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamFaict, Joannes Josephus
Datums° Leffînge, 22/05/1813 - ✝ Brugge, 04/01/1894
GeslachtMannelijk
Beroeppriester, professor, superior, erekanunnik, vicaris-generaal, coadjutor, bisschop
BioIn 1834 was J.J. Faict, zoon van Henri Faict, brouwer, en Marie Hellinck, laureaat van de retorica aan het kleinseminarie te Roeselare. Hij werd doctor in de theologie, wijsbegeerte en letteren. Op 09 juni 1838 werd hij te Brugge door Mgr. Boussen tot priester gewijd. Hij werd professor kerkgeschiedenis en wetenschappen (12/01/1839) en professor theologie (oktober 1840) aan het grootseminarie in Brugge. Vanaf augustus 1849 tot oktober 1856 was hij superior van het kleinseminarie te Roeselare. Hij werd erekanunnik (29/12/1853) en vicaris-generaal van Mgr. Malou op 18/10/1856. In september 1862 werd hij huisprelaat van paus Pius IX en op 25/02/1864 coadjutor van Mgr. Malou. Hij was bisschop van Brugge van 18/10/1864 tot aan zijn dood in 1894.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezelleoverste, correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefschrijver

NaamMahieu, Sidonie; Bathilde (Zuster)
Datums° Duinkerke, 06/06/1838 - ✝ Saint-Venant, 06/08/1919
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; generaal overste; directeur
VerblijfplaatsFrankrijk
BioSidonie Mahieu was de dochter van Martin en Marie-Reine Moraele. Ze trad toe tot de congregatie van de Dochters van het Kind Jezus te Rijsel op 10/04/1856. Ze ontving haar habijt op 02/07/1856 en kreeg de naam Bathilde. Ze legde haar kloostergeloften af op 29/07/1857. Ze gaf naailessen aan verschillende scholen van de kloostergemeenschap. Ze was generaal-overste van de congregatie van 28/08/1885 tot 31/08/1888 en directeur van de psychiatrische ziekenhuizen van Bailleul (11/11/1888- 08/11/1892) en van St. Venant (08/11/1892-06/08/1919).
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefontvanger

NaamFaict, Joannes Josephus
Datums° Leffînge, 22/05/1813 - ✝ Brugge, 04/01/1894
GeslachtMannelijk
Beroeppriester, professor, superior, erekanunnik, vicaris-generaal, coadjutor, bisschop
BioIn 1834 was J.J. Faict, zoon van Henri Faict, brouwer, en Marie Hellinck, laureaat van de retorica aan het kleinseminarie te Roeselare. Hij werd doctor in de theologie, wijsbegeerte en letteren. Op 09 juni 1838 werd hij te Brugge door Mgr. Boussen tot priester gewijd. Hij werd professor kerkgeschiedenis en wetenschappen (12/01/1839) en professor theologie (oktober 1840) aan het grootseminarie in Brugge. Vanaf augustus 1849 tot oktober 1856 was hij superior van het kleinseminarie te Roeselare. Hij werd erekanunnik (29/12/1853) en vicaris-generaal van Mgr. Malou op 18/10/1856. In september 1862 werd hij huisprelaat van paus Pius IX en op 25/02/1864 coadjutor van Mgr. Malou. Hij was bisschop van Brugge van 18/10/1864 tot aan zijn dood in 1894.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezelleoverste, correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Plaats van verzending

NaamRijsel
GemeenteLille

Naam - persoon

NaamMahieu, Sidonie; Bathilde (Zuster)
Datums° Duinkerke, 06/06/1838 - ✝ Saint-Venant, 06/08/1919
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; generaal overste; directeur
VerblijfplaatsFrankrijk
BioSidonie Mahieu was de dochter van Martin en Marie-Reine Moraele. Ze trad toe tot de congregatie van de Dochters van het Kind Jezus te Rijsel op 10/04/1856. Ze ontving haar habijt op 02/07/1856 en kreeg de naam Bathilde. Ze legde haar kloostergeloften af op 29/07/1857. Ze gaf naailessen aan verschillende scholen van de kloostergemeenschap. Ze was generaal-overste van de congregatie van 28/08/1885 tot 31/08/1888 en directeur van de psychiatrische ziekenhuizen van Bailleul (11/11/1888- 08/11/1892) en van St. Venant (08/11/1892-06/08/1919).
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamFaict, Joannes Josephus
Datums° Leffînge, 22/05/1813 - ✝ Brugge, 04/01/1894
GeslachtMannelijk
Beroeppriester, professor, superior, erekanunnik, vicaris-generaal, coadjutor, bisschop
BioIn 1834 was J.J. Faict, zoon van Henri Faict, brouwer, en Marie Hellinck, laureaat van de retorica aan het kleinseminarie te Roeselare. Hij werd doctor in de theologie, wijsbegeerte en letteren. Op 09 juni 1838 werd hij te Brugge door Mgr. Boussen tot priester gewijd. Hij werd professor kerkgeschiedenis en wetenschappen (12/01/1839) en professor theologie (oktober 1840) aan het grootseminarie in Brugge. Vanaf augustus 1849 tot oktober 1856 was hij superior van het kleinseminarie te Roeselare. Hij werd erekanunnik (29/12/1853) en vicaris-generaal van Mgr. Malou op 18/10/1856. In september 1862 werd hij huisprelaat van paus Pius IX en op 25/02/1864 coadjutor van Mgr. Malou. Hij was bisschop van Brugge van 18/10/1864 tot aan zijn dood in 1894.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezelleoverste, correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Naam - plaats

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamMoorsele
GemeenteWevelgem
NaamRijsel
GemeenteLille

Naam - instituut/vereniging

NaamLes Filles de l'Enfant Jésus, Lille
BeschrijvingFranse zustercongregatie in 1825 in Rijsel gesticht door Nathalie Doignies (1778-1858) en Louis Détrez (1769-1832). Op 23 mei 1889 werd Gezelle benoemd tot directeur van een pas opgerichte afdeling in Kortrijk. Het betrof een kleine communauteit met drie zusters. De religieuzen van het Kind Jezus vestigden zich ook in Charleroi, Dottenijs, Abele, Watou, Naast, Kortrijk, Moorsele, Sleidinge (1896), Warneton, Bellegem, Haine-St-Paul, le Tuquet, Moeskroen, Villers-St-Ghislain, Ellezelles en Herseaux.
Datering1825-heden
Links[odis]
NaamLes Filles de l'Enfant Jésus, Moorsele
BeschrijvingFranse zustercongregatie in 1825 in Rijsel gesticht door Nathalie Doignies (1778-1858) en Louis Détrez (1769-1832). Op 23 mei 1889 werd Gezelle benoemd tot directeur van een pas opgerichte afdeling in Kortrijk. Het betrof een kleine communauteit met drie zusters. De religieuzen van het Kind Jezus vestigden zich in 1887 ook in Moorsele, in het aangekochte Herenhuis met park (nu St.-Maartensplein 15). Dit bijhuis voor zieke en bejaarde zusters op rust kwam er op vraag van zuster Bathilde, algemene overste van de congregatie. Vanaf dat moment wordt Guido Gezelle biechtvader van de Franstalige zusters. Hij beheerste de Franse taal goed en kwam tijdens de quatertemperdagen (het begin van elk seizoen) om de biecht af te nemen.
Datering1887-heden
Links[odis]

Titel05/07/1887, Rijsel, [Sidonie Mahieu] (= Zuster Bathilde) aan [Joannes Josephus Faict]
EditeurRik Van Gorp
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Mahieu, Sidonie]
Ontvanger[Faict, Joannes Josephus]
Verzendingsdatum05/07/1887
VerzendingsplaatsRijsel (Lille)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van briefinhoud.
Fysieke bijzonderheden
Drager papiersoort: 2p., inkt
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3555
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|5536
Geschiedenis 1998: Aankoop verzameling Jean De Coene
Inhoud
IncipitNous avons eu l'honneur, le 28 Juin
Samenvatting stichting bijhuis Les Filles de l'Enfant Jésus in Moorsele; aanstelling Guido Gezelle als biechtvader
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.