<Resultaat 1099 van 2349

>

p1
Je vous prie, Monsieur le Vicaire, d'agréer, avec mes remercîments anticipés l'assurance de mes sentiments respectueux.
Sr M. Anna prieure.
p2

Noten

klei’ kadolleke Ook wel ‘kadulleke’. Koosnaam voor een klein kind.Onderstreping van Guido Gezelle in blauw potlood. rijm Het woord ‘rijm’ maakt geen deel uit van het liedje. Mogelijk is dit een aanduiding van de zanter (Huyse?) aan Gezelle dat het om een rijmpje gaat. Wellicht wist hij niet dat het een liedje was, of kende hij de melodie niet. De melodie van het liedje is die waarop ook ‘Hop Marjanneke, sausepanneke, 't is voor vastenavond. Hop Marjanneke, sausepanneke, 't is voor karnaval’ gezongen wordt. (Lucy Gelber, Encyclopedie van het levende Vlaamse volkslied. Sint-Martens-Latem: Aurelia, 1982, p. 66 lied 761)Onderstreping van Guido Gezelle in blauw potlood.Draait u polleke Onderstreping van Guido Gezelle in blauw potlood. “ poll’n handtjeVeur e stuiverke min of meerDraait u polleke no ne keerHuyse Ook wel ‘kadulleke’. Koosnaam voor een klein kind.Onderstreping van Guido Gezelle in blauw potlood. Het woord ‘rijm’ maakt geen deel uit van het liedje. Mogelijk is dit een aanduiding van de zanter (Huyse?) aan Gezelle dat het om een rijmpje gaat. Wellicht wist hij niet dat het een liedje was, of kende hij de melodie niet. De melodie van het liedje is die waarop ook ‘Hop Marjanneke, sausepanneke, 't is voor vastenavond. Hop Marjanneke, sausepanneke, 't is voor karnaval’ gezongen wordt. (Lucy Gelber, Encyclopedie van het levende Vlaamse volkslied. Sint-Martens-Latem: Aurelia, 1982, p. 66 lied 761)Onderstreping van Guido Gezelle in blauw potlood. Onderstreping van Guido Gezelle in blauw potlood.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamCourtens, Odile; Maria Anna (zuster), geboorteakte Adela Pauline
Datums° Harelbeke, 26/06/1832 - ✝ Harelbeke, 07/07/1912
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosteroverste
BioOdile (Adela Pauline) Courtens werd op 26 juni 1832 te Harelbeke geboren als dochter van Carolus Eugenius Courtens (1788-1857) en Coleta Theresia Gheysens (1794-1866). In 1857 trad ze in het klooster van de H. Augustinus in, waar ze het jaar erop geprofest werd als Maria Anna. Vanaf 1870 was ze priorin van dit klooster te Harelbeke, en dit tot haar dood in 1912. Onder haar leiding kende de kloostergemeenschap enkele woelige jaren, want in 1882 werden de zusters uit hun klooster gezet, opdat de hele werking van het hospitaal door leken zou gebeuren. Maar in 1886 kwam de Raad der Burgerlijke Godshuizen op zijn beslissing terug en mochten enkele zusters terugkeren. Uiteindelijk werd het klooster in 1906-1908 gerestaureerd en keerden alle zusters terug. In deze periode werd ook de kapel gerestaureerd, waarbij 10 brandglasvensters geschonken werden door Valerie Courtens, de zus van Odile. Gezelle kende ook haar twee nichten Julie chomé en Marie Thérèse Courtens (Douairière Haeck).
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenRijksarchief; https://gw.geneanet.org/lemano1?n=courtens&oc=&p=adela+pauline+odile; A. Wostijn, Het klooster van de Heilige Augustinus in Harelbeke. De Roede van Harelbeke, nr.10. Harelbeke: Heemkundige kring De Roede van Harelbeke, 1991, p.70-76; https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/205167

Briefschrijver

NaamCourtens, Odile; Maria Anna (zuster), geboorteakte Adela Pauline
Datums° Harelbeke, 26/06/1832 - ✝ Harelbeke, 07/07/1912
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosteroverste
BioOdile (Adela Pauline) Courtens werd op 26 juni 1832 te Harelbeke geboren als dochter van Carolus Eugenius Courtens (1788-1857) en Coleta Theresia Gheysens (1794-1866). In 1857 trad ze in het klooster van de H. Augustinus in, waar ze het jaar erop geprofest werd als Maria Anna. Vanaf 1870 was ze priorin van dit klooster te Harelbeke, en dit tot haar dood in 1912. Onder haar leiding kende de kloostergemeenschap enkele woelige jaren, want in 1882 werden de zusters uit hun klooster gezet, opdat de hele werking van het hospitaal door leken zou gebeuren. Maar in 1886 kwam de Raad der Burgerlijke Godshuizen op zijn beslissing terug en mochten enkele zusters terugkeren. Uiteindelijk werd het klooster in 1906-1908 gerestaureerd en keerden alle zusters terug. In deze periode werd ook de kapel gerestaureerd, waarbij 10 brandglasvensters geschonken werden door Valerie Courtens, de zus van Odile. Gezelle kende ook haar twee nichten Julie chomé en Marie Thérèse Courtens (Douairière Haeck).
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenRijksarchief; https://gw.geneanet.org/lemano1?n=courtens&oc=&p=adela+pauline+odile; A. Wostijn, Het klooster van de Heilige Augustinus in Harelbeke. De Roede van Harelbeke, nr.10. Harelbeke: Heemkundige kring De Roede van Harelbeke, 1991, p.70-76; https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/205167

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamHarelbeke
GemeenteHarelbeke

Naam - persoon

NaamCourtens, Odile; Maria Anna (zuster), geboorteakte Adela Pauline
Datums° Harelbeke, 26/06/1832 - ✝ Harelbeke, 07/07/1912
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosteroverste
BioOdile (Adela Pauline) Courtens werd op 26 juni 1832 te Harelbeke geboren als dochter van Carolus Eugenius Courtens (1788-1857) en Coleta Theresia Gheysens (1794-1866). In 1857 trad ze in het klooster van de H. Augustinus in, waar ze het jaar erop geprofest werd als Maria Anna. Vanaf 1870 was ze priorin van dit klooster te Harelbeke, en dit tot haar dood in 1912. Onder haar leiding kende de kloostergemeenschap enkele woelige jaren, want in 1882 werden de zusters uit hun klooster gezet, opdat de hele werking van het hospitaal door leken zou gebeuren. Maar in 1886 kwam de Raad der Burgerlijke Godshuizen op zijn beslissing terug en mochten enkele zusters terugkeren. Uiteindelijk werd het klooster in 1906-1908 gerestaureerd en keerden alle zusters terug. In deze periode werd ook de kapel gerestaureerd, waarbij 10 brandglasvensters geschonken werden door Valerie Courtens, de zus van Odile. Gezelle kende ook haar twee nichten Julie chomé en Marie Thérèse Courtens (Douairière Haeck).
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenRijksarchief; https://gw.geneanet.org/lemano1?n=courtens&oc=&p=adela+pauline+odile; A. Wostijn, Het klooster van de Heilige Augustinus in Harelbeke. De Roede van Harelbeke, nr.10. Harelbeke: Heemkundige kring De Roede van Harelbeke, 1991, p.70-76; https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/205167

Naam - plaats

NaamHuise
GemeenteZingem

Naam - instituut/vereniging

NaamCongregatie van de zusters augustinessen, Harelbeke
BeschrijvingHoewel er oudere – tot in de 11e eeuw – data circuleren waarop het klooster met hospitaal van de zusters Augustinessen te Harelbeke zou zijn gesticht, dateert de eerste vermelding van een hospitaal uit 1359. Dit heette het Sint-Niklaashospitaal, en de oudst gekende naam van een zuster komt voor in een document uit 1444. Oorlog dwong de zusters in 1602 te vluchten naar Kortrijk, waar ze onderwijs gaven. Enkele jaren later konden ze echter naar Harelbeke terugkeren, waar ze hun schoolactiviteiten verder uitbouwden. In 1798 werd het ‘Bureel der Burgerlijke Godshuizen’ opgericht en kwam het hospitaal onder burgerlijk bestuur. Dit leidde er in 1882 uiteindelijk toe dat de zusters uit hun klooster werden gezet, opdat de werking van het hospitaal door leken zou gebeuren. Maar in 1886 kwam de Raad der Burgerlijke Godshuizen op zijn beslissing terug en mochten enkele zusters terugkeren. Uiteindelijk werd het klooster in 1906-1908 gerestaureerd en keerden alle zusters terug. In 1993 verlieten ze hun klooster definitief.
Datering1359-1993
Links[wikipedia]

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Courtens, Odile

Correspondenten

Gezelle, Guido
Courtens, Odile

Naam - instituut/vereniging

Congregatie van de zusters augustinessen, Harelbeke

Naam - persoon

Courtens, Odile

Naam - plaats

Huise

Plaats van verzending

Harelbeke

Titel06/05/1887, Harelbeke, [Odile Courtens] (= Zuster M. Anna prieure) aan [Guido Gezelle]
EditeurLiesbeth Langouche; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Courtens, Odile]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum06/05/1887
VerzendingsplaatsHarelbeke (Harelbeke)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens ; Zuster M. Anna (= overste van klooster te Harelbeke)
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 103x131
wit, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat fragment: bovenkant van vel ontbreekt
Toevoegingen op zijde 2 links: taalkundige notities: klei' kadolleke rijm // Draait n polleke // " " poll'n handtje // Veur e stuiverke min of meer // Draait n polleke no ne keer // Huyse (inkt en blauw potlood, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3687, fiche 9
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|6518
Inhoud
IncipitJe vous prie, Monsieur le Vicaire,
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.