<Resultaat 1339 van 2531

>

20. Nov. 41 Sp/Pu Herrn D[okto]r[ honoris causa] Stijn Streuvels
Ingoyghem bei Kortrijk

Lieber verehrter Herr D[okto]r Streuvels![1]
Ich habe Ihnen wieder für Verschiedenes zu danken: für Ihren Brief vom 20.,[2] den unterzeichneten Vertrag über das "Streuvels-Buch"[3] und vor allen Dingen aber für das Widmungsstück Ihrer Jubiläumsausgabe. Gerade hierüber und über Ihre freundliche Inschrift habe ich mich herzlich gefreut, und ich muss wirklich sagen, dass die Leistung des Verlages gerade unter den heutigen schwierigen Verhältnissen höchst anerkennenswert ist.[4] Ich finde meine Meinung, dass eine solche zweibändige Ausgabe wirklich vortrefflich und auch für die deutsche Übersetzung zu erwägen ist, vollkommen bestätigt und möchte unbedingt eine solche Ausgabe ebenfalls machen. Es scheint mir nur praktisch, zunächst noch mehr Einzelbücher herauszubringen, zunächst also ["]De Maanden"[5] und dann einen Band "Geschichten vom Dorfe" und einen Band "Geschichten vom Kinde", wie ich Ihnen ja bereits früher vorgeschlagen habe.[6] Ich möchte die zweibändige Ausgabe auch gern aus dem Grunde etwas hinausschieben, weil ich sie möglichst hübsch ausstatten möchte und dies im Augenblick, wie Sie ja wissen, etwas schwierig ist.[7]
Nun zu unseren übrigen Sachen:
Vertrag "Streuvels-Buch"
Es ist also alles in bester Ordnung, und ich habe bereits einen Antrag auf Überweisung des Honorars von R[eichsmark] 300.- gestellt.
Leica
Ich habe vor einigen Tagen in dieser Sache an das Oberkommando der Wehrmacht geschrieben, denn Ihre Leica ist Ihnen doch während der Plünderung bei der grossen Schlacht gestohlen worden.[8] Vielleicht gibt es da doch eine Möglichkeit, Ihnen auf diesem Wege einen Ersatz zu beschaffen. Sobald ich weitere Nachrichten in dieser Sache habe, hören Sie wieder von mir.[9]
Lexika
Nach deutschem Geld haben Sie für das Idioticon R[eichsmark] 200.- [2]und für Loquela R[eichsmark] 17.20 bezahlt.[10] Ich bin natürlich sehr gern bereit, diesen Betrag als Ihr Guthaben stehen zu lassen, und bitte Sie nur dann um Ihre Wünsche, wenn Sie entweder das Geld oder irgendeinen Gegenwert erhalten wollen.
Gesamtaufsätze[11]
Es würde mich ausserordentlich interessieren, die besten flämischen Gesamtaufsätze kennenzulernen, und ich wäre Ihnen daher sehr dankbar, wenn Sie sie mir vielleicht zusammen mit den Fotos über die deutsche Militärverwaltung (Professor Petri) schicken könnten.[12]
Ich freue mich sehr, dass Ihnen Grieses Aufsatz und auch seine "Weissköpfe" gefallen; mir lag dieses letztere Buch offen gestanden weniger als die "Wagenburg".[13] Zweifellos ist er ein Dichter von stärkster persönlicher Prägung und bedeutendem Format, nur manchmal etwas in der Gefahr, zu stark mystisch zu werden. Das liegt aber sozusagen in dem ganzen nebligen Klima der mecklenburgischen Landschaft, in der er lebt, begründet. Es gibt dort sehr viel Leute, die das "zweite Gesicht" haben und die man in Westfalen "Spökenkieker" nennt (Geisterseher).
Emil Strauss steht wesentlich fester auf der Erde, wenn auch "Lebenstanz",[14] das ich noch nicht kenne, nicht so bedeutend sein soll, wie das "Riesenspielzeug";[15] dies letztere ist ein ganz herrliches Werk, das Ihnen grosses Vergnügen machen würde.
Sehr gespannt bin ich, was Sie mir später von Herrn Konrad Beste sagen werden. Deprimiert hat mich aber Ihre Nachricht, dass der Kollege Thiry so schlechte Honorare bezahlt. Ich vermute aber, dass ihm das zunächst einfach nicht anders möglich ist, denn er ist ja mitten im Aufbau begriffen und muss erst zu Kräften kommen; vielleicht kann ich ihm einmal gelegentlich in dieser Beziehung einen Wink geben.
Neulich traf ich zufällig in Berlin in der Geschäftsstelle der Deutsch-Vlämischen Arbeitsgemeinschaft "De Vlag" Herrn D[okto]r van de Wiele, der mir von seinem Aufsatz in der "De Vlag" erzählte.[16] Ich bin jetzt dieser Arbeitsgemeinschaft beigetreten und habe auch die Zeitschrift abonniert, werde also diesen Aufsatz sicher bekommen. Herr D[okto]r van de Wiele interessierte sich ganz besonders für die von mir am Schluss des "Streuvels-Buches" gegebenen Chronologie Ihrer deutschen Übersetzungen (Seite 121 f.), die ja vollständig unabhängig von ihm aufgestellt ist.
Das "Streuvels-Buch" wird übrigens sehr stark bestellt, [3]und ich kann nur nicht genügend liefern. Ich höre allgemein sehr viel Lob darüber und bin natürlich glücklich, dass auch Sie zufrieden sind.
Seien Sie mit der ganzen Familie auf das herzlichste gegrüsst!
In alter Verehrung
stets Ihr
(handtekening Rotraut Spemann)

Annotations

[1] Streuvels werd doctor honoris causa aan de universiteiten van Leuven, Münster en Pretoria.
[2] D.i. de brief van Stijn Streuvels aan Adolf Spemann van 20 november 1941.
[3] Het contract voor Das Streuvels-Buch wordt bewaard in het Letterenhuis (S 935/C).
[4] Door de papierschaarste was het voor de drukkerijen moeilijk om aan voldoende papier voor hun uitgaven te geraken: eerst moest de goedkeuring gevraagd worden bij de Propaganda Abteilung, pas daarna werd het beschikbare papier gedistribueerd door de Papiercentrale. Verder werden er van overheidswege nog allerlei beperkingen opgelegd, zoals het verminderen van het aantal bladzijden, kleinere formaten en lagere oplagen.
[5] Spemann was in 1941 op zoek gegaan naar een vertaler voor De maanden. Op 3 april 1941 was er nog niets beslist. Op 3 april 1941 is er nog niets beslist. Op 21 mei 1941 geeft Spemann de vertaalopdracht aan Hechtle omdat Valeton niet vrij was. Op 2 maart 1942 blijkt dat Hechtle pas in de loop van de maand maart klaar zal zijn met haar vertaling. Op 6 augustus 1942 schrijft Spemann dat hij sterk teleurgesteld is in Hechtle en De maanden zal geven aan Valeton. Dit wordt bevestigd in een brief van 13 augustus 1942; Hechtle is verontwaardigd. Op 1 september 1942 blijkt dat Valeton De vlaschaard moet vertalen, zodat de vertaling van De maanden uiteindelijk in de handen komt van Werner Ackermann. Op 28 september 1943 schrijft Spemann dat Ackermann en Jacobs ongetwijfeld de beste Streuvelsvertalers zijn. Pas op 31 mei 1944 worden de correctiekaternen naar Streuvels gestuurd. Vanaf augustus 1944 is er een volledige black-out tussen Stuttgart en Ingooigem.
Van De maanden verschijnt pas in 1945 voor het eerst een Duitse vertaling: Die zwölf Monde.
[6] Spemann stelde dit voor in zijn brief aan Stijn Streuvels van 12 augustus 1941.
[7] Toch zou de verzamelde uitgave Ausgewählte Werke nog een tijd op zich laten wachten. Stuttgart was met zijn Daimler-Benzfabrieken een begeerd doelwit voor de geallieerden. In de strijd om het Ruhrgebied van 5 maart tot 14 juli 1943 voerden de geallieerden tussen de vijfhonderd en duizend vluchten uit tot boven Stuttgart. In de nacht van 11 maart 1943 werd Spemanns huis zwaar getroffen en hij had zijn leven uitsluitend te danken aan het feit dat hij met een tijgersprong de schuilkelder had bereikt. Bij de aanval van 24 juli tot 18 november 1943 op het noordelijk gelegen Hamburg kreeg het zuidelijk gelegen Stuttgart het nog eens hard te verduren. Daarbij werd vooral het stadscentrum zwaar getroffen. Bovendien werd de toevoer van papier afgesneden, zodat talloze uitgeverijen over de kop gingen. Toch zou Spemann de zaak blijven bagatelliseren tot in de herfst van 1943. De 'area bombing' trof Stuttgart in de nacht van 7 op 8 oktober. Het staande zetsel van Streuvels' Ausgewählte Werke in zwei Bänden werd vernietigd. Tijdens de slag om Berlijn tussen 18 november 1943 en 31 maart 1944 werd Stuttgart opnieuw hevig gebombardeerd. Tijdens het bombardement van 25 juli 1944 verloor Spemann zijn beide dochters, zijn huis en weer eens Streuvels' inmiddels gedrukte Ausgewählte Werke (ongeveer 4500 stuks). H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 478-480.
[8] Op 10 mei 1940 brak de Tweede Wereldoorlog uit. Reeds op 20 mei werd het Lijsternest voor het eerst door granaten getroffen. L. Schepens, Kroniek van Stijn Streuvels, p. 108 De ravage was aanzienlijk: Al vaders boeken lagen den grond op, schreef Dina Lateur aan Kitty de Josselin de Jong, z'n 800 Leicafilmen waren ontrold en rondgestrooid. Stapels foto's lagen in de bruine suiker, met jam eronder vermengd. 'n Groote pot opgelegde boter had men in de hall aan stukken geslagen en daarin had men al het naaigerief gesleurd, tafellakens, enz. enz. Al het gesteriliseerd fruit en groenten had men in 't gras uitgegoten, gebroken eieren in de schoenen en over dat alles wijn en wijnflessen en tomatenpuree, enz.enz. Verder heel veel boeken, huisraad en kleederen gestolen, tot zelfs al onze matrassen.' Brief van Dina Lateur aan Kitty de Josselin de Jong d.d. 20 augustus 1940 uit de collectie van en geciteerd door Gé Vaartjes. Zie: Gé Vaartjes, U hebt mij den weg gewezen. Brieven van Herman de Man aan Stijn Streuvels, p. 117
[9] Op 2 maart 1942 vraagt Spemann Streuvels nog meer geduld te hebben.
[10] Op 9 augustus 1941 schreef Streuvels aan Spemann dat hij een exemplaar van het West-Vlaams Idioticon voor hem op de kop had kunnen tikken.
En op 12 augustus 1941 kreeg Spemann Loquela door de Amsterdamse uitgeverij Veen toegestuurd.
[11] Cf. brief van Rotraut Spemann aan Stijn Streuvels van 28 oktober 1941.
[12] Op 10 mei 1940 werd België voor de tweede keer door de Duitse troepen overrompeld. Binnen drie weken was het hele land door de Duitsers bezet en kreeg het een 'Militärverwaltung', die tot taak had het land te besturen volgens de door Berlijn verstrekte instructies. Daarbij genoot Vlaanderen, dat als integrerend deel van het Duitse Rijk werd beschouwd, een aparte behandeling in het kader van de zgn. 'Flamenpolitik'. Het ontbreken van een 'Kulturkammer', zoals ze die in Nederland kenden, en de inschikkelijkheid van bepaalde Duitse machthebbers zorgden er evenwel voor dat de Vlaamse schrijvers ook tijdens de bezetting over een relatief grote vrijheid bleven beschikken. Het uitgavenprogramma van de vooroorlogse uitgeverijen, die in de jaren 1940-'44 zonder andere grote problemen dan de papierbevoorrading in de lijn van hun traditie verder bleven produceren, is daar om dat te bewijzen. Een ander symptoom is het nagenoeg volkomen ontbreken van publicaties die in de clandestiniteit moesten verschijnen, met uitzondering dan van de sluikbladen van de verzetsbeweging. Een ondergrondpers zoals die in Nederland floreerde, kwam in Vlaanderen niet voor. Wel waren er, zoals in Nederland, uitgeverijen die de nieuwe tijd aangrepen om zich met min of meer overtuiging in dienst te stellen van de nieuwe idealen en die, in overigens zeer uiteenlopende mate, de weg van de collaboratie opgingen. L. Simons, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen. Deel II: de twintigste eeuw, p. 149-150.
[13] Titelbeschrijvingen: Friedrich Griese, Die Weissköpfe. Roman. München, Albert Langen - Georg Müller, 1939. En: Friedrich Griese, Die Wagenburg. Eine Erzählung. München, Albert Langen - Georg Müller, 1935.
[14] Titelbeschrijving: Emil Strauss, Lebenstanz. Roman. München, Albert Langen - Georg Müller, 1940.
[15] Titelbeschrijving: Emil Strauss, Das Riesenspielzeug. Roman. München, Albert Langen - Georg Müller, 1935.
[16] Het betreft volgend artikel: Jef Van de Wiele, 'Duitschland en Stijn Streuvels. Bij den 70en verjaardag van Vlaanderens grootsten schrijver'. In: De Vlag, jaargang IV, nummer 3, oktober 1941, p. 101-103.

Register

Naam - persoon

Beste, Konrad (° Wendeburg, 1890-04-15 - ✝ Stadtoldendorf, 1958-12-24)

Duits vertaler en schrijver van gedichten, hoorspelen en romans.

Griese, Friedrich (° Lehsten, 1890-10-02 - ✝ Lübeck, 1975-07-01)

Duits schrijver van voornamelijk streekliteratuur, die het landelijke Duitsland idealiseerde. Tijdens het nazibewind stond hij in hoog aanzien als Blut-und-Boden dichter.

Petri, Franz (° Wolfenbüttel, 1903-02-22 - ✝ Hamburg, 1993-03-08)

Petri studeerde van 1921 tot 1925 in Berlijn geschiedenis, Duits en wijsbegeerte en was na zijn doctoraat werkzaam aan wetenschappelijke instituten in Wenen, Marburg en Frankfort. Door zijn promotor Dietrich Schäfer was zijn aandacht gevestigd op de geschiedenis van de westelijke Duitse grensgebieden en van de Germaans-Romaanse taalgrens. Die belangstelling bracht hem naar België waar hij van 1930 tot 1935 met een beurs in Brussel vertoefde en aan de Katholieke Universiteit Leuven studeerde. De vrucht van dit verblijf was het in 1937 verschenen werk Germanisches Volkserbein Wallonien und Nordfrankreich over de Frankische kolonisatie in de vroege Middeleeuwen en het ontstaan van de taalgrens. Vanuit een christelijk-conservatieve bezieling ijverde Petri gedurende zijn Brusselse jaren voor Duits-Belgische verzoening. Dat was voor hem het motief om zich bezig te houden met de omstandigheden van de Duitse inval in augustus 1914, met name de slachtpartijen op Belgische burgers die van Duitse kant werden gerechtvaardigd als represailles tegen sluipschutters. Hij kwam tot de conclusie dat de Duitse bewering van een Belgische 'franctireur-oorlog' onhoudbaar was. Ruim een kwarteeuw later bracht Petri samen met de Leuvense hoogleraar Fernand Mayence een commissie bijeen van zes Duitse en Belgische historici die het geschil uiteindelijk bijlegde. Als deskundige voor Belgische en Nederlandse geschiedenis werd Petri in 1935 assistent en in 1938 adjunct-directeur aan het Deutsch-Niederländisches Institut in Keulen. Hij raakte er betrokken bij de activiteiten van de vooroorlogse Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap (DeVlag). Op de Duits-Vlaamse cultuurdagen in september 1937 hield hij een voordracht en was tussen februari en december 1938 Duits hoofdredacteur van het tijdschrift De Vlag. Hijzelf getuigde na de oorlog dat hij in die jaren tot ongeveer 1938 'bepaalde sympathieën' koesterde voor het nationaal-socialisme. Een breuk met het regime voltrok hij evenwel ook later niet. In de oorlog bleef hij tot op het laatst overtuigd van het Duitse gelijk en hoopte op een Nieuwe Orde in Europa onder Duitse leiding. In zijn publicaties bewees hij menige lippendienst aan de toen gangbare terminologie. Inhoudelijk nam hij weliswaar afstand van een zuiver nationaal-socialistische visie doordat de 'Germaanse' conceptie die hij met het oog op de geschiedenis van de Nederlanden hanteerde, cultureel en niet rassenkundig getint was. Maar ook op dat punt was hij niet altijd even consequent. Gedurende de oorlog beklemtoonde hij nu en dan sterker het belang van raskenmerken als grondslag van een bijzondere Duits-Nederlandse verhouding. Wel trachtte hij over het algemeen zijn wetenschappelijke reputatie te vrijwaren tegen politieke aanspraken. Uiteraard was zijn Germanisches Volkserbe waarin hij de vroegmiddeleeuwse Germaanse aanwezigheid bezuiden de hedendaagse taalgrens belichtte, bijzonder vatbaar voor politieke interpretatie. Petri wees zulke interpretaties altijd, ook in het publiek, van de hand. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij van 1940 tot 1944 Referent für Volkstum, Kultur und Wissenschaften beim Militärbefehlshaber in Belgien und Nordfrankreich. Door zijn wetenschappelijke activiteiten en zijn engagement in DeVlag was hij de geknipte figuur daarvoor. Hij werd belast met onderwijszaken, het toezicht op de universiteiten, de taalwetgeving en meer algemeen de nationaliteitenkwestie waarover hij ook historisch-politieke rapporten schreef voor het bezettingsbestuur. Petri zag in de gebrekkige toepassing van de taalwetgeving door de Belgische autoriteiten een invalshoek voor het Duitse bestuur om door tastbare verbeteringen op dit vlak de sympathie van de Vlamingen te winnen. Petri steunde Reeder in diens politiek om van het VNV een bevoorrechte partner te maken. Toen de DeVlag zich ontpopte als politieke concurrent, pleitte hij voor een 'indamming'. In juli 1941 schreef Petri een tegenrapport bij een verzoekschrift tot Adolf Hitler waarin de Frans-Vlaamse priester Jean-Marie Gantois eind 1940 de aanhechting had geëist van Noord-Frankrijk tot aan de Somme bij een Groot-Germaans Rijk. De geschiedenis van de Nederlanden bleef ook na de oorlog het werkterrein bij uitstek van de hoogleraar die van 1951 tot 1961 directeur was van het Provinzialinstitut für westfälische Landes- und Volkskunde in Münster en daarna tot 1968 van het Institut für geschichtliche Landeskunde der Rheinlande in Bonn. Tot in zijn laatste levensjaren bleef Petri contacten onderhouden in Vlaanderen. Zijn wetenschappelijke verdiensten voor de Nederlanden zag hij in 1970 bekroond met de Joost van den Vondelprijs.

Strauss, Emil (° Pforzheim, 1866-01-31 - ✝ Freiburg im Breisgau, 1960-08-10)

Duits roman- en toneelschrijver die grote populariteit kende in het begin van de 20ste eeuw. Tijdens het nazibewind ontwikkelde hij fanatieke nationaal-socialistische ideeën.

Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Thiry, Antoon (° Leuven, 1888-09-08 - ✝ Antwerpen, 1954-07-13)

Antoon Thiry was leraar te Gent (1908-1918), week wegens deelneming aan het activisme uit naar Nederland en vestigde zich in 1930 te Antwerpen waar hij een uitgeverij oprichtte, die hij tot aan zijn dood leidde. Hij debuteerde met een bundel Bagijnhofsproken (1911), geschreven in samenwerking met Felix Timmermans, en verwierf een ruim publiek als gemoedelijke chroniqueur van het leven in de Vlaamse provinciestad.

Van de Wiele, Jef (° Deurne, 1903-07-20 - ✝ Brugge, 1979-09-04)

Belgisch nationaal-socialistisch activist, collaborateur en voormalig hoofdredacteur van DeVlag.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Das Streuvels-Buch (1941). Vertaald door: Schmülling, Hermine, Valeton, Anna, Lateur, Isa, Lateur, Dina, Spemann, Adolf, Jacobs, Karl, Ackermann, Werner. [vertaling-bloemlezing]
Streuvels, Stijn, Das Streuvels-Buch (1941). Vertaald door: Schmülling, Hermine, Valeton, Anna, Lateur, Isa, Lateur, Dina, Spemann, Adolf, Jacobs, Karl, Ackermann, Werner.
Druk
  • Zum 70. Geburtstag von Stijn Streuvels herausgegeben von Adolf Spemann. Mit acht Bildern, Stuttgart, J. Engelhorns Nachf. Adolf Spemann, [1941], 123 + [VIII] p., 21,2 x 13,5 cm.
    Inhoud:
Streuvels, Stijn, Stijn Streuvels' Werken (1941). [bloemlezing]
[Eerste druk], Kortrijk, Zonnewende N.V., [1941]
Streuvels, Stijn, Stijn Streuvels' Werken (1941).
Druk
Streuvels, Stijn, De maanden (1941). [bundel]
Streuvels, Stijn, De maanden (1941).
Druk
  • [Eerste druk], Kortrijk, Zonnewende, [1941], 193 + [VII] p., 20,8 x 16,5 cm.
    Inhoud:
  • [Eerste druk], verschenen als Een gang door het jaar, Amsterdam, L.J. Veen's Uitgevers Mij N.V., [1941], 193 + [V] p., 20,8 x 17 cm.
    Inhoud:
  • Tweede druk, Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo; Antwerpen, N.V. Standaard Boekhandel, [1942], 232 + [IV] p., 20,8 x 15,2 cm. De Lijsternestreeks, nr. XXV.
  • [Derde druk], in: Stijn Streuvels' Volledige werken. Deel VI., [1953], p. 293-435.
    In De Standaard zijn van 1935 t/m 1939 enkele bijdragen verschenen waarvan die met een * werden omgewerkt tot De Maanden:
    • Het dagblad te lande, nummers van 2 en 14 februari.
    • Lente te lande*, nummer van 1 april 1935.
    • Zomer te lande*, nummer van 1 juli 1935.
    • Crisis op den buiten, nummers van 22 oktober en 15 november 1935.
    • Het winterspook*, nummer van 16 februari 1936.
    • Het doode land*, nummer van 23 maart 1936.
    • De paaschzonne*, nummer van 12-13 april 1936.
    • Winteravonden, nummers van 7 en 14 oktober 1936 (zie: Heule).
    • De mode op den buiten, nummers van 20 en 27 december 1936.
    • Meisjes-mode en mode-meisjes op en buiten, nummer van 15 januari 1937.
    • Mode en zedelijkheid, nummer van 2 april 1937.
    • De lente*, nummer van 21 mei 1938.
    • Juni*, nummer van 14 juni 1938.
    • In het kwade en koude seizoen. De boomen slapen*, nummer van 21 december 1938.
  • [Vierde druk], in: Volledig werk. Deel IV. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1973], p. 353-485.
Streuvels, Stijn, De maanden (1941).
Bundel
  • Streuvels, Stijn, Die zwölf Monde (1945). Vertaald door: Ackermann, Werner.
Streuvels, Stijn, Das Streuvels-Buch (1941). Vertaald door: Schmülling, Hermine, Valeton, Anna, Lateur, Isa, Lateur, Dina, Spemann, Adolf, Jacobs, Karl, Ackermann, Werner. [vertaling-bloemlezing]
Zum 70. Geburtstag von Stijn Streuvels herausgegeben von Adolf Spemann. Mit acht Bildern, Stuttgart, J. Engelhorns Nachf. Adolf Spemann, [1941], 123 + [VIII] p., 21,2 x 13,5 cm.
Inhoud:
Streuvels, Stijn, Das Streuvels-Buch (1941). Vertaald door: Schmülling, Hermine, Valeton, Anna, Lateur, Isa, Lateur, Dina, Spemann, Adolf, Jacobs, Karl, Ackermann, Werner.
Druk
  • Zum 70. Geburtstag von Stijn Streuvels herausgegeben von Adolf Spemann. Mit acht Bildern, Stuttgart, J. Engelhorns Nachf. Adolf Spemann, [1941], 123 + [VIII] p., 21,2 x 13,5 cm.
    Inhoud:
Streuvels, Stijn, De vlaschaard (1907). [roman]
Inhoud:
  • 1. De zaaidhede
  • 2. De wiedsters
  • 3. Bloei
  • 4. Slijting
Streuvels, Stijn, De vlaschaard (1907).
Voorpublicatie
  • De zaaidhede, in: De beweging, 1907, januari, jg. 3, dl. 1, p. 1-33
    De wiedsters, in: De beweging, 1907, februari, jg. 3, dl. 1, p. 129-166
    Bloei, in: De beweging, 1907, april, jg. 3, dl. 2, p. 5-44
    De slijting [deel I], in: De beweging, 1907, mei, jg. 3, dl. 2, p. 146-186
    De slijting [slot], in: De beweging, 1907, juni, jg. 3, dl. 1, p. 273-311.
  • De kruisdagen (fragment uit De vlaschaard) [uit 2], in: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, 1907, februari, jg. XVII, dl. 23, p. 123-125.
  • De kruisdagen [fragment uit 2], in: Aan doctor Alfons Depla, = speciaal nummer van De Vlaamsche Vlagge, 1907, jg. XXXIII, afl. 3, p. 129-132.
Druk
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1907], [IV] + 332 p., 20,8 x 15,5 cm.
  • [Tweede druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1907], Luxe-uitgave. [VIII] + 342 + [II] p., 25 x 19 cm.
  • Derde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1910], [IV] + 243 + [I] p., 21,5 x 16 cm.
  • Vierde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1912], [IV] + 223 + [I], 21 x 15,3 cm.
  • Vijfde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1914], [IV] + 259 + [I] p., 21 x 15,3 cm.
  • Zesde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1917], [IV] + 259 + [I] p., 21 x 15,7 cm.
  • Zevende druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1920], in twee volumes: dl. I: [VIII] + 132 p.; dl. II: [VIII] + 315 + [I] p., 18,3 x 12 cm, in: Stijn Streuvels' werken, deel [4 & 5].
  • Achtste druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1926], 269 + [III] p., 21,5 x 17,2 cm.
  • Negende druk, [1932], Tielt, J. Lannoo, 357 + [III] p., 18,4 x 12,4 cm.
  • [Tiende druk], [1941], in: Stijn Streuvels's werken, deel II., Kortrijk, Zonnewende, p. 5-345.
  • [Tiende druk], [1941], in: Stijn Streuvels's werken, deel II., Amsterdam, L.J. Veen.
  • Elfde druk, Volksuitgaven, in opdracht van Agentschap Dechenne, Tielt, J. Lannoo, 1941, 223 + [I] p., 19 x 13,3 cm.
  • Twaalfde druk, Antwerpen/Tielt, N.V. Standaard Boekhandel/J. Lannoo, [1941], 300 + [I] p., 21 x 15,3 cm, Lijsternestreeks nr. XII.
  • [Dertiende druk], J.L. Van Schaik, B[e]p[er]k, Pretoria, 1942, [IV] + 227 + [III], 18,7 x 11,6 cm.
  • [Veertiende druk] = Dertiende druk, Tielt/Antwerpen, J. Lannoo/Standaard Boekhandel, [1943], [VI] + V + [I] + 197 + [III] p., 19,5 x 14,7 cm. De omslagtekening is van Paul Lateur. Met 20 p. afbeeldingen uit de film. Met een inleiding, 'De gefilmde vlaschaard', door Stijn Streuvels, p. I-V.
  • [Vijftiende druk] = Veertiende druk. 162e tot 199e duizend. Foto's [14] met speciale toelating overgenomen uit den Terra-film 'De vlaschaard'. Tielt/Antwerpen, J. Lannoo/Standaard Boekhandel, [1943], 208 p., 19,2 x 13,4 cm, filmeditie - Volksuitgave.
  • [Zestiende druk] = Vijftiende druk, Tielt/Antwerpen, J. Lannoo/Standaard Boekhandel, [1944], 235 + [V] p., 34 x 24,8 cm, 'Weeldeuitgave' geïllustreerd met 4 aquarellen van Albert Saverys.
  • [Zeventiende druk], [1948], In: Stijn Streuvels' verzamelde werken. Deel II., Kortrijk, Zonnewende, p. 5-261.
  • [Achttiende druk], [1953], in: Stijn Streuvels' volledige werken. Deel VI., Kortrijk, 't Leieschip, p. 7-292.
  • [Achttiende druk], [1953], in: Stijn Streuvels' volledige werken. Deel VI., Amsterdam, L.J. Veen.
  • [Negentiende druk], Kortrijk, 't Leieschip, [1955], 293 + [III] p., 18,4 x 12,7 cm.
  • [Twintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1962], 303 + [I] p., 18,4 x 12,8 cm.
  • [Eenentwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, 1965, 254 + [VI] p., 29,4 x 26,2 cm.
  • [Tweeëntwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1966], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Drieëntwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1967], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Vierentwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1968], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Vijventwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Zesentwintigste druk], Kaapstad/Brugge - Utrecht, Romanticapers, Orion, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Zevenentwintigste druk], Orion - Desclée De Brouwer, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Achtentwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Negenentwintigste druk], in: Volledig werk. Deel II. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 495-742.
  • [Dertigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1972], 254 + [VI] p., 29,5 x 26,2 cm.
  • [Eenendertigste druk], [Brugge], Orion, [1974], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Tweeëndertigste druk], Nijmegen/Brugge, Gottmer/Orion, [1977], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Drieëndertigste druk], Nijmegen/Brugge, Gottmer/Orion, [1978], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Vierendertigste druk], Nijmegen/Brugge, Gottmer/Orion, [1980], 303 + [I] p., 18,6 x 12,6 cm.
  • [Vijvendertigste druk], Nijmegen/Beveren, Orbis en Orion, [1983], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm, filmeditie.
  • [Zesendertigste druk] = eerste druk bij Manteau, Antwerpen, Manteau, [1985], 275 + [I] p., 19,9 x 12,5 cm, Grote Marnixpocket nr. 285.
  • [Zevenendertigste druk] = tweede druk bij Manteau, Antwerpen, Manteau, [1989], 275 + [I] p., 19,9 x 12,5 cm, Grote Marnixpocket nr. 285.
  • [Achtendertigste druk] = derde druk bij Manteau, Antwerpen, Manteau, [1993], 275 + [V] p., 19,9 x 12,5 cm.
  • [Negenendertigste druk] = derde druk bij Manteau, Het Laatste Nieuws, 2003, 223 + [I] p., 20,4 x 11,8 cm, reeks: Het Laatste Nieuws, nr. 22.
Digitaal
  • Diplomatische weergave van de eerste druk. Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, februari 2004. .
Streuvels, Stijn, De vlaschaard (1907).
Bloemlezing
  • Streuvels, Stijn, Stijn Streuvels' Werken (1941).
Streuvels, Stijn, De vlaschaard (1907).
Vertaling-bloemlezing
  • Streuvels, Stijn, Ausgewählte Werke in zwei Bänden (1945). Vertaald door: Jacobs, Karl, Ackermann, Werner, Schmülling, Hermine, Valeton, Anna, Spemann, Adolf.
Streuvels, Stijn, Die zwölf Monde (1945). Vertaald door: Ackermann, Werner. [bundel]
Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Werner Ackermann. 1. - 5. Tausend, Stuttgart, Engelhornverlag, Adolf Spemann, 1945, 146 + [II] p., 19,6 x 12,3 cm. Die zwölf Kopfleisten worden von N. Degouy für die deutsche Ausgabe gezeichnet. Einband von Ilse Schüle.
Vertaling van: Streuvels, Stijn, De maanden (1941).
Streuvels, Stijn, Die zwölf Monde (1945). Vertaald door: Ackermann, Werner.
Druk
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Werner Ackermann. 1. - 5. Tausend, Stuttgart, Engelhornverlag, Adolf Spemann, 1945, 146 + [II] p., 19,6 x 12,3 cm. Die zwölf Kopfleisten worden von N. Degouy für die deutsche Ausgabe gezeichnet. Einband von Ilse Schüle.
Streuvels, Stijn, Ausgewählte Werke in zwei Bänden (1945). Vertaald door: Jacobs, Karl, Ackermann, Werner, Schmülling, Hermine, Valeton, Anna, Spemann, Adolf. [vertaling-bloemlezing]
Streuvels, Stijn, Ausgewählte Werke in zwei Bänden (1945). Vertaald door: Jacobs, Karl, Ackermann, Werner, Schmülling, Hermine, Valeton, Anna, Spemann, Adolf.
Druk

Naam - instituut/vereniging

DeVlag

De Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap (DeVlag) ontstond in 1935-1936 in Vlaamse en Duitse studentenmiddens naar de Duitse benaming Deutsch-Flämische Arbeitsgemeinschaft. De oprichters behoorden in hoofdzaak tot kringen rondom de universiteiten van Leuven en Keulen. Het bindmiddel tussen de twee groepen was een tijdschrift, dat De Vlag genoemd werd. Deze Vlaamse culturele, tijdens de Tweede Wereldoorlog politieke, organisatie werd opgericht met het oog op het bevorderen van culturele betrekkingen tussen Vlaamse en Duitse intellectuelen. Daartoe werden cultuurdagen georganiseerd, die afwisselend in Vlaanderen en Duitsland plaatsvonden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog groeide de DeVlag met de steun van de SS uit tot de Vlaamse nazibeweging bij uitstek. De organisatie (onder leiding van J. Van de Wiele), die onvoorwaardelijke trouw aan het nationaal-socialisme, het Duitse Rijk en Hitler zwoer, ijverde voor incorporatie van Vlaanderen in het Groot-Duitse Rijk. Dit alles leidde tot scherpe conflicten met het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) dat in oktober 1943 zijn leden het toetreden tot de DeVlag verbood. Na de bevrijding werden alle leden van de organisatie wegens politieke collaboratie gerechtelijk vervolgd.