<Resultaat 123 van 2306

>

p1α☧ωAd Majorem Dei Gloriam
Lieve Vader in Jesus-Christus,

T' is met de grootste ootmoedigheid dat ik u kom bedanken voor den grooten yver, die ge my getoogd hebt voor men geluk. T' is gy, achter onzen Schepper die my uit den weg van het kwaed getrokken hebt en die my in dezen van het goed geleid hebt. Myne ziel zonder u was voor eeuwig verloren en door uwe vermaningen is zy in den weg van den hemel gebleven. T' is nog gy die de ruste aen myne ziel gegeven hebt. Na zoo veel goed ontvangen te hebben is het dan de pligt niet van een wel opgevoed kind van zynen Vader te bedanken voor al hetgeen hy voor hem gedaen heeft? Ik kom dan u myne dankbaerheid betoonen en u smeeken om vergiffenis voor alhetgene ik u zou kunnen misdaen hebben. Ik bidde voor u den Almagtigen God opdat hy zyne talryke zegeningen over uw hoofd zoude laten neêrdalen, en ook opdat hy my zou verlichten nopens den levenstaet die ik zou aennemen. Lieve Vader in Christo gy weet het alreeds. Het priesterschap, zie daer den doel van al myn verlangen; ik verheug my dat God my zulken p2α☧ωschoonen levenstaet doet kiezen.

Myn Eerw. Biegtvader is nu Mynheer Dumélie. Bidden wy te samen den Goeden God dat hy onze herten gedurig vereenigd zoude houden in die van Jesus en Maria, in wiens voorspraek, ik al myn betrouwen stelle.

Houdt my altyd, lieve Vader in Christo voor
Uw toegenegen en onderdanig kind in Christo
Isidoor Fraeys.
(by zynen vader Deurwaerder, te Rousselaere).

Vader in Christo, ik wensch u uit g'heel myn hert een goed en gelukzalig nieuwjaer. IsidoorFraeys

Register

Correspondenten

NaamFraeys, Isidoor
Datums° Roeselare, 30/05/1846 - ✝ Aarsele, 23/03/1918
GeslachtMannelijk
Beroepleraar, priester; aalmoezenier; pastoor
BioIsidoor Fraeys, zoon van Isidorus Fraeys, deurwaarder, en Maria Caytan, was leerling aan het kleinseminarie van Roeselare. Hij nam in januari 1862 deel aan een loterij voor de financiering van de kerk te Highgate (Londen) waarvoor Gezelle bemiddelde. Hij kwam uit de retorica in 1865 en uit filosofie in 1866. Op 15/09/1869 werd hij leraar aan het college te Ieper. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 02/04/1870. Tussen 18/09/1873 en 19/08/1878 was hij leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. Hij werd aalmoezenier van de drukkerij van Sint-Augustinus (19/08/1878), onderpastoor te Pittem (18/05/1880), en pastoor te Snellegem (07/03/1894) en te Handzame (27/05/1898). In 1917 werd hij dienstdoend pastoor in Aarsele, waar hij overleed.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; oud-leerling kleinseminarie Roeselare
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamFraeys, Isidoor
Datums° Roeselare, 30/05/1846 - ✝ Aarsele, 23/03/1918
GeslachtMannelijk
Beroepleraar, priester; aalmoezenier; pastoor
BioIsidoor Fraeys, zoon van Isidorus Fraeys, deurwaarder, en Maria Caytan, was leerling aan het kleinseminarie van Roeselare. Hij nam in januari 1862 deel aan een loterij voor de financiering van de kerk te Highgate (Londen) waarvoor Gezelle bemiddelde. Hij kwam uit de retorica in 1865 en uit filosofie in 1866. Op 15/09/1869 werd hij leraar aan het college te Ieper. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 02/04/1870. Tussen 18/09/1873 en 19/08/1878 was hij leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. Hij werd aalmoezenier van de drukkerij van Sint-Augustinus (19/08/1878), onderpastoor te Pittem (18/05/1880), en pastoor te Snellegem (07/03/1894) en te Handzame (27/05/1898). In 1917 werd hij dienstdoend pastoor in Aarsele, waar hij overleed.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; oud-leerling kleinseminarie Roeselare

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Naam - persoon

NaamDumelie, Angelus Leopold
Datums° Poperinge, 14/05/1834 - ✝ Kortrijk, 26/10/1878
GeslachtMannelijk
Beroeppriester, leraar, missionaris
VerblijfplaatsEngeland, Schotland
BioLeopold Dumelie, zoon van Pieter Dumelie, wever, en Amelia Couttenier, was een medestudent van Gezelle in het grootseminarie en werd priester gewijd te Brugge op 06/06/1857. Achtereenvolgens was hij leraar in de colleges van Diksmuide en Kortrijk, en leraar Engels, Duits en handel in het kleinseminarie te Roeselare (1860-1861), waar hij een collega was van Gezelle. Hij vertrok op 08/10/1861 naar het bisdom Salford (Schotland) en keerde op 12/07/1873 terug naar Kortrijk.
Links[odis]
Relatie tot Gezellemedestudent grootseminarie, correspondent, collega
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamFraeys, Isidoor
Datums° Roeselare, 30/05/1846 - ✝ Aarsele, 23/03/1918
GeslachtMannelijk
Beroepleraar, priester; aalmoezenier; pastoor
BioIsidoor Fraeys, zoon van Isidorus Fraeys, deurwaarder, en Maria Caytan, was leerling aan het kleinseminarie van Roeselare. Hij nam in januari 1862 deel aan een loterij voor de financiering van de kerk te Highgate (Londen) waarvoor Gezelle bemiddelde. Hij kwam uit de retorica in 1865 en uit filosofie in 1866. Op 15/09/1869 werd hij leraar aan het college te Ieper. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 02/04/1870. Tussen 18/09/1873 en 19/08/1878 was hij leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. Hij werd aalmoezenier van de drukkerij van Sint-Augustinus (19/08/1878), onderpastoor te Pittem (18/05/1880), en pastoor te Snellegem (07/03/1894) en te Handzame (27/05/1898). In 1917 werd hij dienstdoend pastoor in Aarsele, waar hij overleed.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; oud-leerling kleinseminarie Roeselare
NaamFraeys, Isidorus Franciscus
Datums° Torhout, 18/09/1810 - ✝ Roeselare, 21/02/1881
GeslachtMannelijk
Beroepdeurwaarder; griffier; vredegerecht
BioVader van oud-leerling Isidoor Fraeys (jr)
Bronnen https://nl.geneanet.org/

Naam - plaats

NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Fraeys, Isidoor

Correspondenten

Fraeys, Isidoor
Gezelle, Guido

Naam - persoon

Dumelie, Angelus Leopold
Fraeys, Isidoor
Fraeys, Isidorus Franciscus

Naam - plaats

Roeselare

Plaats van verzending

Roeselare

Titel22/01/1861, Roeselare, Isidoor Fraeys aan [Guido Gezelle]
EditeurKoen Calis; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderFraeys, Isidoor
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum22/01/1861
VerzendingsplaatsRoeselare (Roeselare)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 210x135
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief4147
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|10116
Inhoud
IncipitT' is met de grootste ootmoedigheid dat ik u kom
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.