<Resultaat 197 van 2074

>

p1+Ad Majorem Dei Gloriam
Beste Vader,

'T en is zonder reden niet dat gy zegt: waer blyft hy toch! T'is waer al te lang ben ik weggebleven, om nog eene plaets in uw geheugen te vinden. Te lang, Beste Vader heb ik u schynen te vergeten, geloof my nog thans, nooit is uw geheugen uit myn herte gegaen. De goede raedgevingen die gy my gegeven hebt, zal ik nooit vergeten; hetgeen ik u verschuldigt ben is te groot. Nooit zou ik in myn herte kunnen vinden van u ondankbaer te zyn, Beste Vader. De schaemte van zoo lange gewacht te hebben van u te schryven, heeft my nog langer doen wachten. Het valt my waerlyk lastig van u te schryven, want ik peize altyd: Zou ik my nu nog zyn kind mogen noemen, ik die zoo lange de minste dankbaerheid niet betoond hebbe voor al dat myne vader voor my ge-p2daen heeft. Maer gy zyt toch zoo goed; Gy vergeet uwe kinderen niet als zy u schynen te vergeten en gelyk den Vader van het Evangelie, gy zyt blyde en gy zoudt feeste houden als er een van uwe verlorene kinders wederkeert.

Vol betrouwen op uwe goedheid, Beste Vader, zend ik u deze gevoelens van myn herte toe. Ik beloof u, van nu in het toekomende beter op te letten, van u myne dankbaerheid beter te betoonen, om alzoo, in hetgeen ik kan, te laten blyken dat uw kind van Rousselaere de goede raedgevingen niet vergeten heeft waermede het in den weg der deugd behouden geweest is van dezen die het met trotscheid mag zynen vader noemen.

Geef, bid ik u, Beste Vader, uwen zegen aen

Uw kind in Christo Jesu
Isidoor Fraeys.

Register

Correspondenten

NaamFraeys, Isidoor
Datums° Roeselare, 30/05/1846 - ✝ Aarsele, 23/03/1918
GeslachtMannelijk
Beroepleraar, priester; aalmoezenier; pastoor
BioIsidoor Fraeys, zoon van Isidorus Fraeys, deurwaarder, en Maria Caytan, was leerling aan het kleinseminarie van Roeselare. Hij nam in januari 1862 deel aan een loterij voor de financiering van de kerk te Highgate (Londen) waarvoor Gezelle bemiddelde. Hij kwam uit de retorica in 1865 en uit filosofie in 1866. Op 15/09/1869 werd hij leraar aan het college te Ieper. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 02/04/1870. Tussen 18/09/1873 en 19/08/1878 was hij leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. Hij werd aalmoezenier van de drukkerij van Sint-Augustinus (19/08/1878), onderpastoor te Pittem (18/05/1880), en pastoor te Snellegem (07/03/1894) en te Handzame (27/05/1898). In 1917 werd hij dienstdoend pastoor in Aarsele, waar hij overleed.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; oud-leerling kleinseminarie Roeselare
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamFraeys, Isidoor
Datums° Roeselare, 30/05/1846 - ✝ Aarsele, 23/03/1918
GeslachtMannelijk
Beroepleraar, priester; aalmoezenier; pastoor
BioIsidoor Fraeys, zoon van Isidorus Fraeys, deurwaarder, en Maria Caytan, was leerling aan het kleinseminarie van Roeselare. Hij nam in januari 1862 deel aan een loterij voor de financiering van de kerk te Highgate (Londen) waarvoor Gezelle bemiddelde. Hij kwam uit de retorica in 1865 en uit filosofie in 1866. Op 15/09/1869 werd hij leraar aan het college te Ieper. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 02/04/1870. Tussen 18/09/1873 en 19/08/1878 was hij leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. Hij werd aalmoezenier van de drukkerij van Sint-Augustinus (19/08/1878), onderpastoor te Pittem (18/05/1880), en pastoor te Snellegem (07/03/1894) en te Handzame (27/05/1898). In 1917 werd hij dienstdoend pastoor in Aarsele, waar hij overleed.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; oud-leerling kleinseminarie Roeselare

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Naam - persoon

NaamFraeys, Isidoor
Datums° Roeselare, 30/05/1846 - ✝ Aarsele, 23/03/1918
GeslachtMannelijk
Beroepleraar, priester; aalmoezenier; pastoor
BioIsidoor Fraeys, zoon van Isidorus Fraeys, deurwaarder, en Maria Caytan, was leerling aan het kleinseminarie van Roeselare. Hij nam in januari 1862 deel aan een loterij voor de financiering van de kerk te Highgate (Londen) waarvoor Gezelle bemiddelde. Hij kwam uit de retorica in 1865 en uit filosofie in 1866. Op 15/09/1869 werd hij leraar aan het college te Ieper. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 02/04/1870. Tussen 18/09/1873 en 19/08/1878 was hij leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. Hij werd aalmoezenier van de drukkerij van Sint-Augustinus (19/08/1878), onderpastoor te Pittem (18/05/1880), en pastoor te Snellegem (07/03/1894) en te Handzame (27/05/1898). In 1917 werd hij dienstdoend pastoor in Aarsele, waar hij overleed.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; oud-leerling kleinseminarie Roeselare

Naam - plaats

NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Fraeys, Isidoor

Correspondenten

Fraeys, Isidoor
Gezelle, Guido

Naam - persoon

Fraeys, Isidoor

Naam - plaats

Roeselare

Plaats van verzending

Roeselare

Titel14/02/1864, Roeselare, Isidoor Fraeys aan [Guido Gezelle]
EditeurKoen Calis; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderFraeys, Isidoor
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum14/02/1864
VerzendingsplaatsRoeselare (Roeselare)
AnnotatieBriefversie van datering: 1sten Zondag van den Vasten, A. D. 1864 ; adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 212x138
wit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papiermerk: papier postal breveté 4 grammes
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle; idem rechtsboven bijgeschreven onder de datum: [14/2] (inkt, beide hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief4603
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|10887
Inhoud
Incipit'T en is zonder reden niet dat gy zegt: waer
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.