1e Maar
(geen mare[1])
of verbasterd
('t is al een)
Is gelasterd;[2]
c'est pas bien.
Maar verweet-je:
Gij vergeet-je?
't waar den nagel op
den kop.
'K vraag u hertelijk pardoen
Geef mij ook den vredezoen.
2e maar of mare, 't zijn der al weinig waar niets op te zeggen en valt, of ten minste waar niets op gezeid en wordt. De ouders van Lucie en Hendrik zijn brave en treffelijk, en geheel de familie; maar zij en komen al te gare niet stijf wel overeen, sedert en omdieswille van een erfdeel. Ik heb nog gehoord dat Lucie in hare jongde, 't is lang geleên, niet genoeg op hare eere en paste zonder nogtans in schande te komen. Van Hendrik en hoor ik niets.
De 3e maar is eene mare die mij berijdt.[3] Dat het een kappende busch ware, 'k vonde 't verklaarsp2goed; maar 't is happen dat ik nooit nieversten hoorde noch vond in den zin van kappen. 't en kan niet zijn met eene happe afhauwen dat geene analogie in de taal heeft; ook en hauwt men geen busch af met eene happe.[4]
J. Ypermans chirurgie is voorzeker kwalijk afgedrukt: 't krielt van onnauwkeurigheden en onverstaanbare phrasen.
Uw Handschrift komt met den eersten.[5]